28 mei, 2021

319 - De ordening binnen Bibliotheca Scatebra

Over het ordenen van bibliotheken is al heel veel geschreven, en iedereen maakt hier zijn eigen keuzes in. Alberto Manguel wijdt in zijn boek De bibliotheek bij nacht zelfs een heel hoofdstuk aan "de bibliotheek als ordening". Hij geeft aan dat een openbare bibliotheek aan ordeningsprincipes is gebonden, maar dat het voordeel van een persoonlijke bibliotheek is dat je er een hoogst persoonlijke classificatie op kan loslaten. Manguel haalt in dit verband de schrijver Georges Perec aan:
... die ooit een lijst van twaalf manieren om een privébibliotheek te classificeren [maakte], 'die geen van alle voldoen'. Zonder al te veel overtuiging stelde hij de volgende categorieën voor:
  • alfabetisch
  • op land of continent
  • op kleur
  • op datum van aankoop
  • op datum van publicatie
  • op formaat
  • op genre
  • op literaire periode
  • op taal
  • volgens eigen leesprioriteit
  • per serie

(merk op dat dit een rijtje van elf is, want Manguel (of de vertaler) is de categorie "op binding" die Perec in zijn oorspronkelijke rijtje opnam vergeten. Het hele lezenswaardige stuk van Perec staat trouwens hier)

Vervolgens geeft Manguel een mooi historisch overzicht van classificatiesystemen ("De alfabetische ordening van boeken werd voor het eerste ruim tweeëntwintig eeuwen geleden toegepast en wel door Callimachus, een van de beroemdste bibliothecarissen van Alexandrië"). En hoewel dit een zeer leesbaar overzicht was, leidde dit mij af van de taak waar ik voor stond: het herordenen van mijn bibliotheek.

Maar afleiding is goed, daarom sloeg ik nog maar eens een ander boek open waarin het over dit thema gaat. Een boek dat overigens een eeuw eerder verscheen, namelijk The private library van Arthur L. Humphreys (1897). Ook hij benadrukt dat de indeling van de eigen bibliotheek vooral een persoonlijke keuze is, maar ook hij doet een paar aardige observaties, waarin de verschillende categorieën van Perec te herkennen zijn. Bijvoorbeeld dat het formaat van boeken ons in de weg kan zitten:

The classification of books, according to any set system, or according to subjects upon the shelves of a library, is not easy, and for many reasons it is not worth attempting. Unless the library is a very large one, say, ten to twenty thousand volumes, with ample and adaptable shelving, it is not to be desired. The main difficulty in shelf classification lies in the fact that books on similar and kindred subjects are issued in all sizes. There are books on Furniture, for instance, in folio, in quarto, and in octavo. When shelf classification is imperative, the folios are all put together, the quartos together, and the octavos together. This is the nearest realisation of a shelf classification, and by this method the folios may be far separated from the quartos, and the quartos from the octavos. Moreover, if appearance count for anything, as indeed it should in the most modest library, it will be impossible to carry out any plan of shelf classification and preserve at the same time an appearance of method and fitness. In planning out how your books are to be placed, a great consideration is the placing of them, so that books likely to be frequently referred to shall be easy of access, and books less likely to be in request shall be housed higher up. Reference books should, as far as possible, be placed together, and all easy of access. The main divisions into which a private library classes itself are History and Biography, Fiction, Poetry and Drama, Theology, Travel, Art, Belles lettres; but there are so many considerations besides those of subject in any general classification which should determine the position of a volume that I must emphasise what has already been said about actual personal convenience being first studied, and the library as arranged on the shelves should be the result of personal convenience and graceful effect.

"Personal convenience and graceful effect", daar ga ik voor bij het inrichten van mijn bibliotheek. Zeker omdat ik het aantal van "ten to twenty thousand volumes" nog lang niet heb bereikt en het scheiden van de folios en octavos in deze tijd  niet echt een relevant onderscheid is. Toch had ik eerst nog een ander klusje.

Want voordat ik aan de ordening met "graceful effect" begon, wilde ik heel erg elitair zijn en mijn bibliotheek een eigen naam geven, liefst in het Latijn of met een naam die op zijn minst klinkt alsof het Latijn is. Dat is hoe dat gaat met belangrijke bibliotheken. Denk aan de beroemde Bibliotheca Didina et Pinguina van Boudewijn Büch maar we kennen in Nederland natuurlijk ook de Bibliotheca Rosenthaliana en Bibliotheca Thysiana. Ik ontdekte dat er meer verzamelaars waren die hebben geschreven over dit naamgevingsdilemma, zoals Niek Wind (met als oogst: Bibliotheca Nihilisma) en we kennen natuurlijk ook de Bibliotheca Habetsiana van Danny Habets. Diezelfde Danny Habets schreef trouwens 10 jaar geleden al een blog over het ordenen van zijn boeken: kennelijk komen alle verzamelaars eens op hetzelfde punt van beschouwing uit...

Uiteindelijk koos ik voor de naam Bibliotheca Scatebra. Scatebra betekent in het Latijn zoveel als 'bruisen' of 'stromende bron'. Sowieso een mooie naam voor een bibliotheek, want een goede verzameling boeken is als een altijd verfrissende bron waar je uit kan blijven drinken. En bovendien is het een verwijzing naar mijn eigen naam, en zoals hierboven is te zien worden veel bibliotheken simpelweg naar de eigenaar genoemd.

Nu ik de belangrijkste klus achter de rug had, kon dan eindelijk het grote ordenen beginnen. Dat was nodig, want ik merkte dat door de recente toename van boeken, onder meer uit de bibliotheek van Adri Offenberg, de bestaande ordening niet meer paste. Ik vond het allemaal niet meer zo logisch staan en ik merkte dat ik behoefte kreeg aan wat meer categorieën boeken. Sommige boeken kon ik gewoon niet meer terug vinden, omdat ik dacht dat ze een eigen categorie hadden die vervolgens niet bleek te bestaan. Ik wilde boeken eenvoudiger terugvindbaar maken door de fysieke indeling in de kasten te koppelen aan mijn digitale catalogus bij LibraryThing.

Het voordeel van LibraryThing is namelijk dat je boeken op twee manieren kunt categoriseren. Je kunt ze in deelcollecties stoppen, zodat verwante boeken digitaal bij elkaar staan. En je kunt boeken labelen, zodat verwante boeken snel terug te vinden via de labels die je eraan hangt. Bijkomend voordeel is dat alle andere gebruikers ook labels gebruiken, hierdoor stuit je via die labels op allerlei boeken die passen bij de boeken die je al bezit. Maar ik bleek er een beetje een rommeltje van gemaakt te hebben. Ik had boeken in verschillende deelcollecties tegelijk gestopt, wat digitaal prima werkt maar fysiek natuurlijk niet. Ik ben daarom eerst mijn LibraryThing gaan ordenen (elk boek streng in één deelcollectie) zodat ik dat vervolgens fysiek kon spiegelen. Waarbij het kwistige gebruik van labels vervolgens hielp om boeken die in meerdere collecties passen te groeperen. Ruim 12 jaar geleden schreef ik al over het invoeren van alle boeken die ik toen had in LibraryThing. Ik constateer dat de verzameling sindsdien meer dan verdubbeld is: destijds 1486 titels, nu 3648 titels. En ik vind nog steeds dat ik een best wel kleine bibliotheek heb...

Uiteindelijk leidde al dit georden tot de volgende deelcollecties in de Bibliotheca Scatebra, die ik nu ook apart in de kasten heb staan en waar ik voor elke deelcollectie een kaartje heb gemaakt zodat elk boek ook voor derden vanuit de digitale catalogus snel terugvindbaar is. Niet dat derden ooit zelfstandig in mijn boeken mogen graaien, maar het is de gedachte die telt.

  • Stichting de Roos. Hierin staan 232 titels, niet alleen de reguliere uitgaven van De Roos maar ook de extra uitgaven (nieuwjaarswensen, herdrukken en enkele verwante titels). De reguliere uitgaven gesorteerd op volgorde van uitgave uiteraard, niet op auteur. De overige uitgaven op jaar.
  • Proza Nederlandstalig. Dit is de grootste deelcollectie met 878 titels. Nederlandstalig verwijst naar de oorspronkelijk geschreven taal, hierin staan dus vooral Nederlandse en Vlaamse titels. Overigens ben ik hier niet zo heel consequent: bij de complete uitgaven van bepaalde schrijvers voeg ik ook secundaire literatuur toe of andere verwante uitgaven. Dus niet alles wat bij 'proza' staat is ook 'proza. Deze categorie is op auteur gesorteerd. Recent is hier aardig wat aan toegevoegd uit de nalatenschap van Adri Offenberg.
  • Boeken over boeken - non-fictie. Deze categorie is zo'n beetje de snelstgroeiende op het moment en bevat 373 titels. Naast boeken van Nederlandse auteurs zoals Gerrit Komrij, Boudewijn Büch, Ed Schilders en natuurlijk Rimmer van der Meulen staan hier veel internationale auteurs. Een aanzienlijk deel daarvan is weer afkomstig uit de voorjaarsveiling 2015 bij Bubb Kuyper. Ook in deze categorie blijkt hoe inconsequent ik in wezen ben, want van zowel Komrij als Büch staan ook de nodige boeken bij "Proza Nederlandstalig", de titels van deze schrijvers heb ik juist niet bij elkaar gehouden. En van Komrij staat ook al een titel bij "Stichting de Roos", hij is misschien wel de meest verdeelde schrijver in mijn bibliotheek. Maar wat verwacht je dan van een auteur die zich "de gelukkige schizo" noemt? De afweging om een auteur compleet te houden (en alles bij "Proza Nederlandstalig" te zetten, zoals bij Tommy Wieringa en Adriaan van Dis) maak ik op volstrekt willekeurige gronden. Hoewel uiteindelijk in lijn met Humphrey's aansporing gericht op personal convenience and graceful effect.
    Recent zijn enkele collega-bloggers ertoe overgegaan (delen uit) hun boeken over boeken-collectie te tonen (hier en hier). Ik zal het de lezer van dit blog echter besparen om de 373 titels integraal te tonen.
  • Boeken over boeken - fictie. Recent heb ik bij de boeken over boeken onderscheid gemaakt tussen non-fictie en fictie. Onder fictie staan op dit moment 31 titels en het zijn de werken waarin boeken of boekenliefde een centraal thema zijn. Denk aan De boekendief van Zusak, Bibliomanie van Flaubert of Fahrenheit 451 van Bradbury. Deze boeken staan gesorteerd op auteur. Ook hier moeilijke keuzes: de recente uitgave van het verhaal De bibliomaan van Charles Nodier door Stichting Desiderata staat bij "Boeken over boeken - non-fictie" omdat het grootste deel van het boek mooie beschouwingen bevat over bibliofilie, bibliomanie en de auteur van het verhaal en tevens boekenverzamelaar Nodier. En ook omdat ik het verhaal van Nodier zo levensecht vond, dat het wat mij betreft helemaal geen fictie hoeft te zijn.
  • Proza overige talen. een categorie kleiner dan de Nederlandstalige proza, hoewel hier de rest van de wereldliteratuur is onderbracht. 539 Titels staan hier. Ik heb nog overwogen onderscheid te maken naar land of continent of taalgebied, maar uiteindelijk werden de deelcollecties er te klein van, of het hielp mij niet in overzichtelijkheid. Dus staat hier alles gesorteerd op auteur naast elkaar: Dickens naast Diderot, James Salter naast Jean-Paul Sartre en Julian Barnes naast Giorgio Bassani. Ik hoor de boeken er niet over klagen, daarom laat ik het voorlopig maar zo.
  • CPNB. Een grote categorie met 541 titels, maar wel onderverdeeld in subcollecties (Boekenweekgeschenken, boekenweekessays, Nederland Leest-uitgaven en thematische uitgaven zoals Maand van het Spannende Boek en Maand van de Geschiedenis). Alle deelcollecties staan gesorteerd op jaar, niet op auteur. Ook bij CPNB vinden we schrijvers als Büch en Komrij terug, maar ook de boekenweekgeschenken van bijvoorbeeld Van Dis, Mulisch en Wieringa staan hier en niet bij "Proza Nederlandstalig". Hier wemelt het trouwens van de dubbele uitgaven: zo heb ik het boekenweekgeschenk van Griet op de Beeck in het Nederlands, het Fries en als luxe uitgave. Ook de Nederland Leest-uitgaven staan er in verschillende verschijningsvormen, zoals vier variaties van Mulisch' Twee vrouwen
  • Bibliofiel - proza
    . Bijzondere uitgaven in kleine oplagen vinden hier een aparte categorie (hoewel er ook verschillende bibliofiele uitgaven bij "Proza Nederlandstalig staan". Enfin, ik val in herhaling hierover). Ik heb nu 72 titels in deze categorie geplaatst. Vooral titels van auteurs waar ik verder niet al te veel werk van heb, dus die wat verweesd stonden in de beide grote algemene collecties met proza. Bibliofiel werk van auteurs waar ik al meer titels van heb, staan bij voorkeur geclusterd in een grotere deelverzameling.
  • Bibliofiel - poëzie. Verwant aan de vorige categorie telt deze categorie 49 titels. Waaronder een aantal clandestiene uitgaven.
  • Poëzie. Er is ook nog veel poëzie die niet in bibliofiele uitgaven is verschenen. Ik heb hier 58 titels, waaronder (ook hier weer) Komrij met zijn bloemlezingen. Van auteurs die ook wat poëzie hebben gepubliceerd maar hoofdzakelijk proza schrijven, staat de poëzie bij "Proza", al dan niet Nederlandstalig. Dit geldt bijvoorbeeld voor Marcel Möring en Tommy Wieringa.
  • Gedichtendag. Weer een categorie met poëzie, maar nu als aparte serie. Deze kleine categorie (ook letterlijk: het zijn veelal kleine dunne boekjes) telt 22 titels. Alleen in deze drie laatste categorieën staan al 129 titels poëzie, wat bij nader inzien helemaal geen gek aantal is.
  • Klassieken - oudheid t/m renaissance. Zo'n beetje al mijn titels die zijn verschenen vanaf de Griekse en Romeinse tijd tot aan Erasmus en Hugo de Groot staan hier. Overwegend publicaties in de serie Ambo Klassiek (zoals de recente aanwinsten van Petrarca), aangevuld met wat titels uitgegeven als Salamander Klassiek of door Athenaeum, Polak & Van Gennep. In totaal 40 titels en daarmee een aardige dwarsdoorsnede van de klassieke literatuur. Maar nog heel ver verwijderd van een complete serie Ambo Klassiek, check de ruim 100 titels in de door Danny Habets opgestelde bibliografie.
  • Proza - verhalenbundels. In een aparte categorie 42 titels, zowel van Nederlandstalige auteurs als in overige talen. 
  • Toneel & theater. Een categorie met 78 titels, voornamelijk tekstboekjes van de Haagse Comedie en het Nationale Toneel maar daarnaast tekstboekjes van andere theaterstukken en wat algemene boeken over (geschiedenis van) toneel en theater.
Naast deze thematische categorieën zijn er nog wat deelcollecties die net als "Stichting de Roos" en "CPNB" gekenmerkt worden doordat het series van een bepaalde uitgever zijn. Omdat ik de neiging heb series apart in de kast te zetten worden ze apart gecatalogiseerd. Ik onderscheid de volgende series in mijn catalogus:
  • Gouden Reeks. De bekende serie van Athenaeum, Polak & Van Gennep telt nu 15 titels maar gaat hopelijk snel uitgroeien naar compleetheid. Er is ruimte overgehouden in de kast. Vraag bij deze serie is of je de cassettes met de open kant naar voren zet (zodat je de mooie gouden omslagen ziet) of met de gesloten kant (zodat je de mooie illustratie op de cassettes ziet). Ik heb gekozen voor het laatste. Een mooie overzicht van deze serie (en de omslagen) is gemaakt door Danny Habets op zijn blog.
  • Literaire Juweeltjes. Deze serie bestaat nu uit 180 titels en groeit nog, vandaar dat er ruimte over is in mijn kast om de groei op te vangen.
  • Slibreeks. Deze serie is helaas gestopt. Het telt 151 titels en dit zal uitgroeien naar 153 als ik de laatste 2 titels heb gekocht.
  • Boekenmaand Bijenkorf. Ook deze serie is helaas gestopt. Tussen de 30 titels staan werken van (uiteraard) Komrij, Van Dis, Hermans en Mulisch.
  • Crawford Deuren: Wederom een serie die niet verder groeit en op 25 titels zal blijven staan.
  • Zetcentrale Meppel. Een mooie vangst op Marktplaats was de aankoop van vrijwel de hele serie. Toen was het ook meteen klaar met verzamelen helaas: 22 titels telt deze gestopte serie.
  • Maand van de filosofie: anders dan velen denken wordt deze niet uitgegeven door de CPNB, vandaar dat het een aparte categorie is. De serie groeit, dus het zal niet bij de 21 titels blijven die er nu zijn.
  • Vertellingen voor een nacht: een serie korte verhalen uitgegeven door Meulenhoff in de jaren '90. De serie is gestopt en ik heb nu 24 titels. Hierbij niet alleen de door Meulenhoff zelf uitgegeven titels, maar ook een aantal die door Nederlandse en Vlaamse tijdschriften als cadeau aan hun lezers werden gegeven.

En zo kijk ik vanaf mijn werkplek naar een keurig geordende bibliotheek. Toegankelijk, elk boek op een voor mij logische plek en eenvoudig terug te vinden. Ingericht op basis van "personal convenience"? Jazeker, en wat mij betreft ook met "graceful effect". Een indeling op maat waar de Bibliotheca Scatebra weer jaren mee voort kan.


07 mei, 2021

318 - 19e-eeuwse boekenliefde in 3 boeken

Bijna 14 jaar geleden kocht ik bij Bubb Kuyper het boek  Over de liefhebberij voor boeken van Rimmer van der Meulen uit 1896. Ik leerde over het bestaan van dat boek uit Boudewijn Büchs Bibliotheken. Ik werd aangestoken door de passie van Büch en besloot zijn suggesties over relevante boeken voor/van/over boekenverzamelaars ter harte te nemen. Ik bestudeerde de literatuurlijsten en voetnoten bij zijn boeken en ging op zoek naar de daar genoemde boeken: als Büch het een relevant boek vond, dan wás het een relevant boek.

Zo kocht ik het boek van Van der Meulen uiteindelijk in de najaarsveiling van 2007 als onderdeel van een groter kavel met boeken over boeken: lees hier het verslag van deze aankoop en mijn enthousiasme over de inhoud van het boek. Nu ik er weer eens doorheen blader kan ik alleen maar erkennen dat het enthousiasme van toen terecht was. Naast mooie beschouwingen over boekenverzamelaars in Europese landen geeft hij ook inzicht in wat verzamelwaardige boeken zijn en wat niet. Zo schrijft hij:

"Als een soort van luxe kan men het ook beschouwen, wanneer de verzamelaar waarde hecht aan het behoud van den papierrand. Daar zijn vooral de elsevier-verzamleaars op gesteld: zij meten de breedte van den rand en de hoogte van het exemplaar met speciaal daarvoor vervaardigde elsevier-maatstokjes en beschouwen een onafgesneden of zelfs geheel onopengesneden exemplaar als een buitengewoon sieraad hunner collectie". 

Het lijkt mij dat Van der Meulen wel raad had geweten met de elzevierometer van Stichting Desiderata. Zeker ook omdat Charles Nodiers werk De Bibliomaan prima aangehaald had kunnen worden in het hoofdstuk over bibliomanie in het boek van Van der Meulen (maar daar ten onrechte in ontbreekt!). 

Piet Buijnsters schrijft trouwens in zijn standaardwerk Geschiedenis van de Nederlandse bibliofilie (p. 13-15) over dit boek en zijn auteur en constateert dat in het algemeen Nederland bekend stond als een land zonder bibliofielen, mede daardoor verscheen het boek van Van der Meulen pas in 1896 waar vergelijkbare uitgaven in andere Westerse landen al veel eerder verschenen (moet ik het hier nog over Dibdin hebben?). In het boek van Van der Meulen wordt in elk geval niet één Nederlandse boekverzamelaar genoemd. Zoals Buijnsters zegt: "Maar de liefhebbers lijken andermaal non-existent". Alsof Baron van Westreenen toen niet al breed bekend stond, om maar wat te noemen. Ook Buijnsters vind dit beeld dus niet terecht en hij benoemt dat in de 20e eeuw verschillende overzichten verschenen van Nederlandse boekenverzamelaars in vroeger eeuwen. Maar zo beschouwd is het ontbreken van Nodier een vergelijkbare omissie: Van der Meulen schreef een prachtig boek, maar wist niet zo goed wie zijn doelgroep was, zeker niet in historisch perspectief.

Lange tijd bleef dit het enige boek van Van der Meulen in mijn bibliotheek en ik vond dat dit geen recht deed aan de bijdrage van deze man voor het boekenvak. Dus toen ik onlangs bij een inboedelveiling een kaveltje bibliografische boeken zag en daarin wat titels van Van der Meulen meende te herkennen, sloeg ik toe. En met succes: voor een luttele 10 euro (exclusief veilingkosten) waren deze boeken van mij. 

Rimmer van der Meulen

Maar wie was deze Rimmer van der Meulen ook alweer?  Ik herhaal hier een stukje van zijn levensbeschrijving uit mijn blog uit 2007:

Rimmer Reinders van der Meulen werd 28 december 1850 te Bolsward geboren als oudste zoon van Reinder Rimmers van der Meulen en Sibbeltje Rientses Dijkstra, zo lees ik in zijn levensbericht. Hij werd opgeleid tot werk in de boekhandel en heeft onder meer jarenlang de jaarlijkse catalogus van in Nederland uitgegeven boeken verzorgd (Brinkman's catalogus). Overigens trouwde hij met de dochter van Brinkman.  Over de liefhebberij voor boeken verscheen dus in 1896, "het plan daartoe", zegt de schrijver in zijn Voorbericht, was "reeds geruimen tijd geleden opgevat", maar "nam een vasteren vorm aan, toen de uitgever mij uitnoodigde tot een Nederlandsche bewerking van Otto Mühlbrecht's Die Bücherliebhaberei am Ende des 19. Jahrhunderts". De bedoeling van den schrijver was echter meer iets te geven in den trant van Henri Bouchot's Le Livre en Percy Fitzgerald's The book fancier; al erkent hij "gaarne de verplichting die ik aan Mühlbrecht's arbeid heb", in zijn geheel heeft het Hollandsche werk een van het Duitsche afwijkend karakter gekregen. Fitzgerald's boek is trouwens hier te downloaden. Van der Meulen publiceerde nog enkele boeken over het boekenvak en het drukkerswezen. Hij overleed in 1825. Zijn zoon schrijft: "Den 30sten September 1925 verzond hij zijn laatste proef van de September-aflevering der Nederlandsche Bibliographie; den 23sten October overleed hij aan een ziekte, waarvan de eerste verschijnselen zich in de eerste helft van het jaar hadden geopenbaard. Toen Van der Meulen op den stillen herfstmiddag van den 26sten October naar zijn laatste rustplaats werd geleid, werd aan zijn graf stil en in woorden getuigd van de dankbaarheid en waardeering voor den bibliograaf, den bibliothecaris en den schrijver over het boek, zij die het meest in hem verloren, betreurden den mensch." Van der Meulen werd 74 jaar.

In het kavel dat ik kocht zat onder meer een tweede exemplaar van Over de liefhebberij voor boeken, maar in slechte staat dus geen waardige vervanger van het exemplaar dat ik al had. Interessanter waren daarom de andere boeken. Allereerst was daar een bijzonder fraai exemplaar van het boek Boekhandel en Bibliographie uit 1905 (de derde herziene druk). een stevig exemplaar, met een smetteloze rug, prachtig bewerkt en met hele frisse letters. Ook het omslag is nog heel fraai, licht geschaafd maar eerlijk gezegd bijna als nieuw. De eerste druk van dit boek verscheen in 1883. Boekhandel en Bibliographie werd door boekhandelaren beschreven als "een handboek, welks degelijke bewerking van het grootste nut kan zijn tot het verkrijgen van een grondige kennis van ons vak". Van der Meulen schreef het omdat er destijds verschillende handboeken over boekhandel en bibliografie in het Duits, Frans en Engels bestonden maar niet in het Nederlands. In de woorden van Van der Meulen: "voor de aspirant-boekverkoopers nu, voor wie deze bronnen om verschillende reden niet of moeielijk toegankelijk zijn, bestaat er in onze taal geen handleiding, die hun ook maar voor een klein gedeelte dit gemis kan vergoeden." In ruim 700 rijk geïllustreerde pagina's doet Van der Meulen een moedige poging het gemis ongedaan te maken. Uiteindelijk leidde dit dus tot minstens drie drukken van dit boek, waarbij uit het voorwoord blijkt dat de tweede druk tot ongenoegen van de "aspirant-boekverkoopers" een wat afgeslankt exemplaar was. Deze derde druk is daarom weer zo compleet mogelijk gemaakt.

Boekhandel en Bibliographie

Het boek kent twee afdelingen, niet verrassend heten die Boekhandel en Bibliographie. In de eerste afdeling staan tal van praktische hoofdstukken die inzicht moeten geven in hoe je een boekhandel opzet. Zo zijn er bijvoorbeeld hoofdstukken over het boek zelf ("de letters en het zetten", "het corrigeeren van drukproeven" en "het stereotypeeren"), over de meest logische inrichting van het magazijn van de boekhandelaar maar ook over boekhouden, correspondentie met o.a. schrijvers en uitgevers en een onderdeel over relevante wetgeving voor de boekhandel. Al deze praktische hoofdstukken worden voorafgegaan door een "beknopt geschiedkundig overzicht van den boekhandel in het algemeen en van den Nederlandschen in het bijzonder". In zo'n 70 pagina's geeft Van der Meulen een stortvloed van jaartallen en namen weer. Aangezien dit boek toch als een soort van instructieboek is bedoeld, kreeg ik acuut medelijden met degenen die hierover een examen moesten afleggen: ik hoop voor hen dat de hoofdlijnen van de ontwikkeling genoeg waren en niet alle genoemde boekhandelaren in de Lage Landen van elkaar onderscheiden hoefden te worden..

De afdeling Bibliographie neemt de lezer verder bij de hand om de kennis over boeken zelf te vergroten. Allereerst gaat Van der Meulen in op de verschillende wetenschappen, zoals Wijsbegeerte, Natuurwetenschappen en "Wetenschappen met betrekking tot den mensch". Deze indeling kwam ook al terug in het hoofdstuk over de inrichting van het magazijn, waarin er bij de boekverkoper op wordt aangedrongen het magazijn systematisch per wetenschap in te richten. "Evenals een geleerde de werken over zijn wetenschap moet kennen en kunnen beoordeelen, zoo wordt terecht bij den bedreven boekhandelaar verondersteld, dat hij wete wat er over de verschillende wetenschappen is uitgekomen, vooral als hij zich op het debiet van nieuwe en evenzeer als hij zich op den handel in oude boeken toelegt. Hij kan aan dien eisch alleen dan voldoen, wanneer hij naast een uitgebreide bibliographische kennis een helder begrip der wetesnchappen zelve bezit, dat hem tot classificeeren en schiften in staat stelt." Dat de door Van der Meulen samengestelde Brinkman daarbij tot steun kan zijn ligt voor de hand, al wordt dat niet expliciet gezegd.

Het laatste deel gaat uitvoerig in op de verschillende aspecten van het boek die de boekverkoper in staat moeten stellen te beoordelen of een boek al dan niet de moeite waarde is. In dit deel staan prachtige afbeeldingen, soms in kleur, met voorbeelden van boekdrukkunst vanaf de middeleeuwen tot de grens van de 20e eeuw. Het onderdeel ""Practische of mercantiele boekenkennis" begint met deze nuancerende alinea:

Boeken bezitten eigenlijk geen werkelijke, onvergankelijke, het voorwerp bijblijvende waarde. Daardoor is het moeielijk den weg te vinden op het veld der practische , mercantiele boekenkennis. Het snuffelen in catalogussen van oude boeken en het nagaan der prijzen op verkoopingen moeten de basis vormen, terwijl ondervinding en nauwgezet achtgeven op den loop der letterkunde en ook de wisselende smaak en inzichten der boekenliefhebbers tot richtsnoer moeten strekken. (..) De handelswaarde hangt hoofdzakelijk af van de plaats, die het wetenschappelijk gehalte der boeken in verband met het oogenblikkelijk standpunt van de ontwikkeling der menschelijke kennis en der letterkunde inneemt, of van toevallige omstandigheden, zoals van tijdelijk gezochtheid ven van de richting, waarin de verzamelzucht der liefhebbers op dat oogenblik beweegt.

Een waarheid als een koe, en de paar honderd stukjes in dit blog laten meer dan genoeg van deze "toevallige omstandigheden" zien. 

Het boek in onze dagen

Het tweede boek ziet er eveneens prachtig uit. Hier is vooral de voorzijde van het omslag de blikvanger. Het prachtig bewerkte leer geeft het boek een luxe uitstraling. Ook op dit exemplaar heeft de tijd nauwelijks vat gehad: omslag en rug zijn keurig, nauwelijks gesleten en alleen aan de hoekjes is wat slijtage. Alleen al om die reden een genot om in de kast te hebben staan, maar het gaat natuurlijk om de inhoud.

Het boek in onze dagen verscheen in 1892 en was bestemd "voor de bezoekers van de Internationale Tentoonstelling voor Boekhandel en aanverwante vakken en eveneens voor hen, die dat voorrecht niet genoten, maar toch genoeg belang stellen in een tak van industrie, welke in de beschaafde maatschappij een voorname plaats inneemt". In tien hoofdstukken neemt Van der Meulen de lezer mee langs verschillende aspecten van het boekenvak. We herkennen hoofdstukken die ook al terugkwamen in Boekhandel en Bibliographie: "de letter en het zetten", "de pers en het drukken" en "het formaat en de lettersoorten". Is Het boek in onze dagen dan niet meer dan een heruitgave van een deel van Boekhandel en Bibliographie? Nou, dat is het inderdaad. Vergelijking van de teksten in de twee boeken laat zien dat ze voor 99% identiek zijn. In een enkel geval is in Het boek in onze dagen een voetnoot toegevoegd ten opzichte van Boekhandel en Bibliographie en ook zijn er meer illustraties toegevoegd. Verder is de volgorde van de hoofdstukken wat gewijzigd. 

Toch heeft dit het boek niet minder aantrekkelijk gemaakt, mogelijk omdat het op een ander publiek was gericht dan Boekhandel en Bibliographie. In het "voorbericht" van Over de liefhebberij voor boeken schrijft Van der Meulen namelijk: "De gunstige ontvangst in 1892 aan "Het boek in onze dagen" ten deel gevallen, deed uitgever en schrijver de meening koesteren, dat zij voor een tweede proeve op hetzelfde gebied, doch in andere richting, ook wel op eenige belangstelling zouden mogen rekenen". Op de titelpagina van dit boek staat dan ook onder de auteursnaam "schrijver van Het boek in onze dagen", wat kennelijk al voldoende aanprijzing was om de lezer te overtuigen.



 


Een verschil tussen de twee boeken is verder dat Het boek in onze dagen zoals gebruikelijk bij boeken uit die tijd een aanhangsel heeft bestaande uit een grote hoeveelheid advertenties van allerlei relevante bedrijven: machinebouwers, drukpersleveranciers, papierhandelaren en overzichtslijsten van verschillende uitgeverijen. In totaal een advertentiebijlage van zo'n 90 pagina's achter een boek dat zelf net 180 pagina's tekst heeft: zomaar 50% extra volume. Boekhandel en Bibliographie heeft zo'n bijlage niet - waarschijnlijk omdat dit echt een soort van lesboek is. Over de liefhebberij voor boeken heeft echter wel weer een dergelijk aanhangsel, zo'n 80 pagina's lang.


Hoewel "advertentiebijlage" op zich aangeeft wat het is, doet dit het aanhangsel eigenlijk tekort. Voor de lezer van nu is het een fascinerend kijkje in het fin-de-siècle en de manier waarop producten toen werden aangeprijsd. Wat opvalt is dat Duits- en Franstalige advertenties gemeengoed zijn. Ook zijn er veel advertenties van bedrijven uit Leipzig, destijds kennelijk een belangrijk centrum van boekproductie. Al met al is het een bonte mengeling van artikelen voor het grote publiek ("Mooie boeken te schrijven is moeielijk / mooi te schrijven met een Perry-pen is gemakkelijk"), producten voor de boekproductie en diverse afbeeldingen ("De nieuwe beurs te Brussel"). Daarmee is de advertentiebijlage voor de lezer van vandaag bijna net zo interessant als de boeken zelf. Het geeft een inkijkje in een wereld die al lang verdwenen is. En dat terwijl de inhoud van de boeken van Van der Meulen in de kern nog behoorlijk actueel is: de boeken laten zien dat de liefhebberij voor boeken en boekhandel van alle tijden is en dat de focus en de mogelijkheden wellicht wijzigen, maar de passie die ermee gepaard gaat niet.