02 augustus, 2007

129 - Een doos Russische schatten

Soms gebeuren er wonderen via Marktplaats. Op sommige dagen stuit je tussen de 4,5 miljoen advertenties ineens op een nooit gedachte buitenkans. Ineens houd je zomaar een schat in je handen.

Jaren geleden kende ik iemand die bij Meulenhoff werkte, de uitgeverij. Zij wist dat ik boeken verzamelde en gaf mij een schitterend boekje: Asja van Toergenjev. Het boekje was om diverse redenen mooi: het was geïllustreerd door Kurt Löb, het was mooi ingebonden op lekker papier en het was in een beperkte oplage verschenen. Het was namelijk een nieuwjaarsgeschenk van de Zetcentrale Meppel, waar ik toen nog nooit van had gehoord. Tegenwoordig heet het bedrijf trouwens GrafiData.

Ik hoopte dat ik het jaar daarop weer een geschenk van de Zetcentrale zou krijgen via dit Meulenhoff-contact, maar dat gebeurde helaas niet. Wel ontdekte ik zoekend bij online-antiquariaten dat er meer van dit soort boeken waren verschenen, kennelijk vooral Russische auteurs en altijd geïllustreerd door Kurt Löb.

Kurt Löb kende ik natuurlijk wel. Ik had immers al de door hem geïllustreerde boeken Bibliomanie van Gustave Flaubert (beperkte oplage van uitgeverij De Mandarijn, 1982) en Huissens van Bordewijk. Ik bewonder zijn tekeningen en wilde daarom wel meer van hem hebben, ooit.

Zoals dat gaat met verzamelaars bleef ergens in mijn achterhoofd een zeurend stemmetje bestaan dat zei dat ik meer van dit moois moest hebben. Maar ik kwam ze nooit ergens tegen, die prachtuitgaven van de Zetcentrale Meppel. En ik was te druk met andere verzamelgebieden om prioriteit aan Meppel te geven. Dus bleef het bij één Toergenjev.

Totdat ik, zoekend tussen de eindeloze hoeveelheid advertenties voor boeken bij Marktplaats, ineens stuitte op een advertentie waarin een aantal boeken werd aangeboden, waaronder Asja. Alle alarmbellen gingen af: hier wachtte een setje Meppelse Russen, al stond dat er niet bij. Hier moest dringend gehandeld worden.

Ik mailde de adverteerder met de vraag wat er zo bijzonder aan de boeken was, en wat de richtprijs was. In het antwoordmailtje werd verteld dat het boeken waren van de Zetcentrale Meppel (juichkreet!), dat het een complete serie was (tweede juichkreet!) en ze mailde me de beoogde prijs (derde juichkreet!).

Uiteraard mailde ik dat ik de boeken graag wilde hebben. En toen werd het allemaal nog mooier dan ik dacht. Want ik kreeg een mailtje dat er ook nog een overzichtsboekje van de hele serie bij zat. Of dat een probleem was? Nee, dat was geen probleem. En er werd gemeld dat er nog wat meer boeken van de uitgeverij bijzaten, of dat een probleem was? Nee, dat was óók geen probleem. En er werd gemeld dat er één deel uit de serie ontbrak, of dat een probleem was? Ja, dát was natuurlijk wel een probleem. Maar het scheelde gelukkig wel iets in de prijs.

Uiteindelijk ontving ik de doos met schatten thuis. En toen bleek de weelde nog veel groter dan ik dacht. Want niet alleen waren alle 19 deeltjes uit de serie bibliofiele nieuwjaarsgeschenken in schitterende staat, het waren ook nog eens állemaal genummerde exemplaren. Verschillende uitgaven bevatten de originele losse nieuwjaarswens van de Zetcentrale. Twee van de boeken waren gesigneerd door Kurt Löb zélf. Door de boeken heen bladeren bleek een genot voor alle zintuigen. Elk is op zichzelf een kunstwerk. En natuurlijk is de inhoud ook belangrijk. Ineens bezit ik vier extra titels van Gogol en vijf van Tsjechov. Van Tsjechov had ik wel een aantal toneelstukken, maar nog geen verhalen. Ik bezit nu drie titels van Poesjkin, en die miste ik ook nog als gerenommeerd auteur tussen mijn eigen Russen. V.M. Garsjin (De rode bloem), B. Pilnjak (Verhaal over de maan die niet kon worden uitgeblazen) en N. Leskov (De lady Macbeth uit Mtsensk) maken hun debuut in mijn boekenkast. Maar het zijn niet alleen Russen, het tweede boekje in de reeks zijn drie verhalen van O. Henry en de laatste een verhaal van Manuel van Loggem, vlak voor zijn overlijden geschreven. In het boek van Van Loggem zit nog een losse bijlage: een overzicht van de hele serie.

En het aangekondigde overzichtsboekje van de serie bleek een dik boek van Löb zelf te zijn, waarin hij gedetailleerd beschrijft hoe hij ertoe gekomen is om deze serie te maken en hoe het ontwerp van elke individuele uitgave tot stand is gekomen. Hij vertelt over zijn werk, over zijn tekeningen, over lettertypes, over papier, over de keuze van de verhalen. Kortom, het is een schitterend boek en nu al onmisbaar in mijn boekenkast. Ingebonden met stofomslag en op het linnen omslag een prent van Löb zelf.

Maar nog was het niet over met de rijkdommen. Hoeveel weelde kan een mens verdragen? Verder gravend in de doos vond ik nog vier jaarwisselingsgeschenken van Koninklijke Van de Garde: Israëlische, Indische, Eskimo en Tibetaanse sprookjes. En als voorlopige laatste klap op de vuurpijl: een op groot formaat, ingebonden exemplaar van Tijl Uilenspiegel, een uitgave van Koninklijke Van de Garde uit 1990, in een oplage van 500 exemplaren gemaakt. In nieuwstaat.

Ik heb verbijsterd naar de inhoud van de doos zitten staren. Wie had gedacht dat ik in één klap zoveel moois tegelijk zou vinden. Mijn boekenkast zindert nog na van genot. Het zal duidelijk zijn dat de serie van uitgaven van Meppel nu compleet moet worden: ik ga op speurtocht naar de ontbrekende titel Mademoiselle Fifi van Guy de Maupassant. Ik laat het jullie weten als ik het gevonden heb.

Geen opmerkingen: