07 mei, 2021

318 - 19e-eeuwse boekenliefde in 3 boeken

Bijna 14 jaar geleden kocht ik bij Bubb Kuyper het boek  Over de liefhebberij voor boeken van Rimmer van der Meulen uit 1896. Ik leerde over het bestaan van dat boek uit Boudewijn Büchs Bibliotheken. Ik werd aangestoken door de passie van Büch en besloot zijn suggesties over relevante boeken voor/van/over boekenverzamelaars ter harte te nemen. Ik bestudeerde de literatuurlijsten en voetnoten bij zijn boeken en ging op zoek naar de daar genoemde boeken: als Büch het een relevant boek vond, dan wás het een relevant boek.

Zo kocht ik het boek van Van der Meulen uiteindelijk in de najaarsveiling van 2007 als onderdeel van een groter kavel met boeken over boeken: lees hier het verslag van deze aankoop en mijn enthousiasme over de inhoud van het boek. Nu ik er weer eens doorheen blader kan ik alleen maar erkennen dat het enthousiasme van toen terecht was. Naast mooie beschouwingen over boekenverzamelaars in Europese landen geeft hij ook inzicht in wat verzamelwaardige boeken zijn en wat niet. Zo schrijft hij:

"Als een soort van luxe kan men het ook beschouwen, wanneer de verzamelaar waarde hecht aan het behoud van den papierrand. Daar zijn vooral de elsevier-verzamleaars op gesteld: zij meten de breedte van den rand en de hoogte van het exemplaar met speciaal daarvoor vervaardigde elsevier-maatstokjes en beschouwen een onafgesneden of zelfs geheel onopengesneden exemplaar als een buitengewoon sieraad hunner collectie". 

Het lijkt mij dat Van der Meulen wel raad had geweten met de elzevierometer van Stichting Desiderata. Zeker ook omdat Charles Nodiers werk De Bibliomaan prima aangehaald had kunnen worden in het hoofdstuk over bibliomanie in het boek van Van der Meulen (maar daar ten onrechte in ontbreekt!). 

Piet Buijnsters schrijft trouwens in zijn standaardwerk Geschiedenis van de Nederlandse bibliofilie (p. 13-15) over dit boek en zijn auteur en constateert dat in het algemeen Nederland bekend stond als een land zonder bibliofielen, mede daardoor verscheen het boek van Van der Meulen pas in 1896 waar vergelijkbare uitgaven in andere Westerse landen al veel eerder verschenen (moet ik het hier nog over Dibdin hebben?). In het boek van Van der Meulen wordt in elk geval niet één Nederlandse boekverzamelaar genoemd. Zoals Buijnsters zegt: "Maar de liefhebbers lijken andermaal non-existent". Alsof Baron van Westreenen toen niet al breed bekend stond, om maar wat te noemen. Ook Buijnsters vind dit beeld dus niet terecht en hij benoemt dat in de 20e eeuw verschillende overzichten verschenen van Nederlandse boekenverzamelaars in vroeger eeuwen. Maar zo beschouwd is het ontbreken van Nodier een vergelijkbare omissie: Van der Meulen schreef een prachtig boek, maar wist niet zo goed wie zijn doelgroep was, zeker niet in historisch perspectief.

Lange tijd bleef dit het enige boek van Van der Meulen in mijn bibliotheek en ik vond dat dit geen recht deed aan de bijdrage van deze man voor het boekenvak. Dus toen ik onlangs bij een inboedelveiling een kaveltje bibliografische boeken zag en daarin wat titels van Van der Meulen meende te herkennen, sloeg ik toe. En met succes: voor een luttele 10 euro (exclusief veilingkosten) waren deze boeken van mij. 

Rimmer van der Meulen

Maar wie was deze Rimmer van der Meulen ook alweer?  Ik herhaal hier een stukje van zijn levensbeschrijving uit mijn blog uit 2007:

Rimmer Reinders van der Meulen werd 28 december 1850 te Bolsward geboren als oudste zoon van Reinder Rimmers van der Meulen en Sibbeltje Rientses Dijkstra, zo lees ik in zijn levensbericht. Hij werd opgeleid tot werk in de boekhandel en heeft onder meer jarenlang de jaarlijkse catalogus van in Nederland uitgegeven boeken verzorgd (Brinkman's catalogus). Overigens trouwde hij met de dochter van Brinkman.  Over de liefhebberij voor boeken verscheen dus in 1896, "het plan daartoe", zegt de schrijver in zijn Voorbericht, was "reeds geruimen tijd geleden opgevat", maar "nam een vasteren vorm aan, toen de uitgever mij uitnoodigde tot een Nederlandsche bewerking van Otto Mühlbrecht's Die Bücherliebhaberei am Ende des 19. Jahrhunderts". De bedoeling van den schrijver was echter meer iets te geven in den trant van Henri Bouchot's Le Livre en Percy Fitzgerald's The book fancier; al erkent hij "gaarne de verplichting die ik aan Mühlbrecht's arbeid heb", in zijn geheel heeft het Hollandsche werk een van het Duitsche afwijkend karakter gekregen. Fitzgerald's boek is trouwens hier te downloaden. Van der Meulen publiceerde nog enkele boeken over het boekenvak en het drukkerswezen. Hij overleed in 1825. Zijn zoon schrijft: "Den 30sten September 1925 verzond hij zijn laatste proef van de September-aflevering der Nederlandsche Bibliographie; den 23sten October overleed hij aan een ziekte, waarvan de eerste verschijnselen zich in de eerste helft van het jaar hadden geopenbaard. Toen Van der Meulen op den stillen herfstmiddag van den 26sten October naar zijn laatste rustplaats werd geleid, werd aan zijn graf stil en in woorden getuigd van de dankbaarheid en waardeering voor den bibliograaf, den bibliothecaris en den schrijver over het boek, zij die het meest in hem verloren, betreurden den mensch." Van der Meulen werd 74 jaar.

In het kavel dat ik kocht zat onder meer een tweede exemplaar van Over de liefhebberij voor boeken, maar in slechte staat dus geen waardige vervanger van het exemplaar dat ik al had. Interessanter waren daarom de andere boeken. Allereerst was daar een bijzonder fraai exemplaar van het boek Boekhandel en Bibliographie uit 1905 (de derde herziene druk). een stevig exemplaar, met een smetteloze rug, prachtig bewerkt en met hele frisse letters. Ook het omslag is nog heel fraai, licht geschaafd maar eerlijk gezegd bijna als nieuw. De eerste druk van dit boek verscheen in 1883. Boekhandel en Bibliographie werd door boekhandelaren beschreven als "een handboek, welks degelijke bewerking van het grootste nut kan zijn tot het verkrijgen van een grondige kennis van ons vak". Van der Meulen schreef het omdat er destijds verschillende handboeken over boekhandel en bibliografie in het Duits, Frans en Engels bestonden maar niet in het Nederlands. In de woorden van Van der Meulen: "voor de aspirant-boekverkoopers nu, voor wie deze bronnen om verschillende reden niet of moeielijk toegankelijk zijn, bestaat er in onze taal geen handleiding, die hun ook maar voor een klein gedeelte dit gemis kan vergoeden." In ruim 700 rijk geïllustreerde pagina's doet Van der Meulen een moedige poging het gemis ongedaan te maken. Uiteindelijk leidde dit dus tot minstens drie drukken van dit boek, waarbij uit het voorwoord blijkt dat de tweede druk tot ongenoegen van de "aspirant-boekverkoopers" een wat afgeslankt exemplaar was. Deze derde druk is daarom weer zo compleet mogelijk gemaakt.

Boekhandel en Bibliographie

Het boek kent twee afdelingen, niet verrassend heten die Boekhandel en Bibliographie. In de eerste afdeling staan tal van praktische hoofdstukken die inzicht moeten geven in hoe je een boekhandel opzet. Zo zijn er bijvoorbeeld hoofdstukken over het boek zelf ("de letters en het zetten", "het corrigeeren van drukproeven" en "het stereotypeeren"), over de meest logische inrichting van het magazijn van de boekhandelaar maar ook over boekhouden, correspondentie met o.a. schrijvers en uitgevers en een onderdeel over relevante wetgeving voor de boekhandel. Al deze praktische hoofdstukken worden voorafgegaan door een "beknopt geschiedkundig overzicht van den boekhandel in het algemeen en van den Nederlandschen in het bijzonder". In zo'n 70 pagina's geeft Van der Meulen een stortvloed van jaartallen en namen weer. Aangezien dit boek toch als een soort van instructieboek is bedoeld, kreeg ik acuut medelijden met degenen die hierover een examen moesten afleggen: ik hoop voor hen dat de hoofdlijnen van de ontwikkeling genoeg waren en niet alle genoemde boekhandelaren in de Lage Landen van elkaar onderscheiden hoefden te worden..

De afdeling Bibliographie neemt de lezer verder bij de hand om de kennis over boeken zelf te vergroten. Allereerst gaat Van der Meulen in op de verschillende wetenschappen, zoals Wijsbegeerte, Natuurwetenschappen en "Wetenschappen met betrekking tot den mensch". Deze indeling kwam ook al terug in het hoofdstuk over de inrichting van het magazijn, waarin er bij de boekverkoper op wordt aangedrongen het magazijn systematisch per wetenschap in te richten. "Evenals een geleerde de werken over zijn wetenschap moet kennen en kunnen beoordeelen, zoo wordt terecht bij den bedreven boekhandelaar verondersteld, dat hij wete wat er over de verschillende wetenschappen is uitgekomen, vooral als hij zich op het debiet van nieuwe en evenzeer als hij zich op den handel in oude boeken toelegt. Hij kan aan dien eisch alleen dan voldoen, wanneer hij naast een uitgebreide bibliographische kennis een helder begrip der wetesnchappen zelve bezit, dat hem tot classificeeren en schiften in staat stelt." Dat de door Van der Meulen samengestelde Brinkman daarbij tot steun kan zijn ligt voor de hand, al wordt dat niet expliciet gezegd.

Het laatste deel gaat uitvoerig in op de verschillende aspecten van het boek die de boekverkoper in staat moeten stellen te beoordelen of een boek al dan niet de moeite waarde is. In dit deel staan prachtige afbeeldingen, soms in kleur, met voorbeelden van boekdrukkunst vanaf de middeleeuwen tot de grens van de 20e eeuw. Het onderdeel ""Practische of mercantiele boekenkennis" begint met deze nuancerende alinea:

Boeken bezitten eigenlijk geen werkelijke, onvergankelijke, het voorwerp bijblijvende waarde. Daardoor is het moeielijk den weg te vinden op het veld der practische , mercantiele boekenkennis. Het snuffelen in catalogussen van oude boeken en het nagaan der prijzen op verkoopingen moeten de basis vormen, terwijl ondervinding en nauwgezet achtgeven op den loop der letterkunde en ook de wisselende smaak en inzichten der boekenliefhebbers tot richtsnoer moeten strekken. (..) De handelswaarde hangt hoofdzakelijk af van de plaats, die het wetenschappelijk gehalte der boeken in verband met het oogenblikkelijk standpunt van de ontwikkeling der menschelijke kennis en der letterkunde inneemt, of van toevallige omstandigheden, zoals van tijdelijk gezochtheid ven van de richting, waarin de verzamelzucht der liefhebbers op dat oogenblik beweegt.

Een waarheid als een koe, en de paar honderd stukjes in dit blog laten meer dan genoeg van deze "toevallige omstandigheden" zien. 

Het boek in onze dagen

Het tweede boek ziet er eveneens prachtig uit. Hier is vooral de voorzijde van het omslag de blikvanger. Het prachtig bewerkte leer geeft het boek een luxe uitstraling. Ook op dit exemplaar heeft de tijd nauwelijks vat gehad: omslag en rug zijn keurig, nauwelijks gesleten en alleen aan de hoekjes is wat slijtage. Alleen al om die reden een genot om in de kast te hebben staan, maar het gaat natuurlijk om de inhoud.

Het boek in onze dagen verscheen in 1892 en was bestemd "voor de bezoekers van de Internationale Tentoonstelling voor Boekhandel en aanverwante vakken en eveneens voor hen, die dat voorrecht niet genoten, maar toch genoeg belang stellen in een tak van industrie, welke in de beschaafde maatschappij een voorname plaats inneemt". In tien hoofdstukken neemt Van der Meulen de lezer mee langs verschillende aspecten van het boekenvak. We herkennen hoofdstukken die ook al terugkwamen in Boekhandel en Bibliographie: "de letter en het zetten", "de pers en het drukken" en "het formaat en de lettersoorten". Is Het boek in onze dagen dan niet meer dan een heruitgave van een deel van Boekhandel en Bibliographie? Nou, dat is het inderdaad. Vergelijking van de teksten in de twee boeken laat zien dat ze voor 99% identiek zijn. In een enkel geval is in Het boek in onze dagen een voetnoot toegevoegd ten opzichte van Boekhandel en Bibliographie en ook zijn er meer illustraties toegevoegd. Verder is de volgorde van de hoofdstukken wat gewijzigd. 

Toch heeft dit het boek niet minder aantrekkelijk gemaakt, mogelijk omdat het op een ander publiek was gericht dan Boekhandel en Bibliographie. In het "voorbericht" van Over de liefhebberij voor boeken schrijft Van der Meulen namelijk: "De gunstige ontvangst in 1892 aan "Het boek in onze dagen" ten deel gevallen, deed uitgever en schrijver de meening koesteren, dat zij voor een tweede proeve op hetzelfde gebied, doch in andere richting, ook wel op eenige belangstelling zouden mogen rekenen". Op de titelpagina van dit boek staat dan ook onder de auteursnaam "schrijver van Het boek in onze dagen", wat kennelijk al voldoende aanprijzing was om de lezer te overtuigen.



 


Een verschil tussen de twee boeken is verder dat Het boek in onze dagen zoals gebruikelijk bij boeken uit die tijd een aanhangsel heeft bestaande uit een grote hoeveelheid advertenties van allerlei relevante bedrijven: machinebouwers, drukpersleveranciers, papierhandelaren en overzichtslijsten van verschillende uitgeverijen. In totaal een advertentiebijlage van zo'n 90 pagina's achter een boek dat zelf net 180 pagina's tekst heeft: zomaar 50% extra volume. Boekhandel en Bibliographie heeft zo'n bijlage niet - waarschijnlijk omdat dit echt een soort van lesboek is. Over de liefhebberij voor boeken heeft echter wel weer een dergelijk aanhangsel, zo'n 80 pagina's lang.


Hoewel "advertentiebijlage" op zich aangeeft wat het is, doet dit het aanhangsel eigenlijk tekort. Voor de lezer van nu is het een fascinerend kijkje in het fin-de-siècle en de manier waarop producten toen werden aangeprijsd. Wat opvalt is dat Duits- en Franstalige advertenties gemeengoed zijn. Ook zijn er veel advertenties van bedrijven uit Leipzig, destijds kennelijk een belangrijk centrum van boekproductie. Al met al is het een bonte mengeling van artikelen voor het grote publiek ("Mooie boeken te schrijven is moeielijk / mooi te schrijven met een Perry-pen is gemakkelijk"), producten voor de boekproductie en diverse afbeeldingen ("De nieuwe beurs te Brussel"). Daarmee is de advertentiebijlage voor de lezer van vandaag bijna net zo interessant als de boeken zelf. Het geeft een inkijkje in een wereld die al lang verdwenen is. En dat terwijl de inhoud van de boeken van Van der Meulen in de kern nog behoorlijk actueel is: de boeken laten zien dat de liefhebberij voor boeken en boekhandel van alle tijden is en dat de focus en de mogelijkheden wellicht wijzigen, maar de passie die ermee gepaard gaat niet.

Geen opmerkingen: