05 december, 2023

348 - Het niet bestaande juweeltje en het einde van een (saaie) reeks

Het verzamelen van reeksen, ik schreef er al vaker over. Verzamelen van reeksen is wat mij betreft een aangename prikkel in het leven van de verzamelaar: toch dat laatste deeltje toevoegen aan de reeks, zodat uiteindelijk compleetheid wordt bereikt (sowieso het hoogste doel van elke verzamelaar). En het maakt niet uit of dat nu prestigieuze reeksen betreft, zoals de Russische Bibliotheek, de Gouden Reeks of alle uitgaven van Stichting de Roos of minder prestigieuze reeksen. Zoals boekenweekgeschenken, Salamanders of Zwarte Beertjes.

Eerder schreef ik al over de series Vertellingen voor één nacht en de Slibreeks. Jammer genoeg is de Slibreeks, waar elke keer een uitgave in verrassende vormgeving en met bijzondere teksten in verscheen, beëindigd. Ook Vertellingen voor één nacht was een tijdelijke reeks, hoewel deze qua inhoud nauwelijks bijzonder te noemen was.

Dit keer wil ik het hebben over de alomtegenwoordige Literaire Juweeltjes die al sinds 2006 maandelijks verschijnen en inmiddels in grote hoeveelheden kringloopwinkels binnenstromen. Ik vrees dat ze dezelfde kant opgaan als de boekenweekgeschenken: ze zullen vanwege de overdaad in grote hoeveelheden in de papierbak verdwijnen. Op Catawiki doen de boekjes het trouwens nog wel aardig: regelmatig verschijnen er kavels met enkele tientallen exemplaren tegelijk die dan gemiddeld een euro per stuk opbrengen. Dat was ook de oorspronkelijke prijs per stuk bij de introductie, later werd die prijs in stapjes verhoogd naar de 2,50 die het nu is.

De alomtegenwoordige Literaire Juweeltjes - wat is er nou zo interessant aan het verzamelen van een massaproduct? Deze maand liet de uitgever weten dat het laatste deeltje is verschenen. Wat de reden is wordt niet gezegd, maar ik had zelf al het idee dat de belangstelling terugliep. Ik had een paar vaste Bruna's waar ik steevast het nieuwe deeltje ophaalde, maar de één na de ander stopte met verkopen van de reeks. Toen ik naar de reden vroeg, kreeg ik als antwoord dat ze de boekjes per tien moesten inkopen en dat ze die niet meer verkochten en dus met overtollige exemplaren bleven zitten. 

Ik moet ook zeggen dat het verzamelen van de reeks steeds saaier werd. Het was meer kwestie van discipline om elke maand een deeltje te kopen dan dat er een inhoudelijke uitdaging was. Echt verrassend waren de teksten ook niet, meestal heruitgaven van verhalen uit andere bundels, met af en toe een verhaal dat speciaal voor de serie geschreven was en daarmee uniek werk bevatte. Maar dat was een minderheid. Ook de kwaliteit van de inhoud wisselde sterk: dan weer een literaire tekst, dan weer een thriller, dan weer iets wat leek op chicklit. Op zich goed om regelmatig nieuwe lezers te trekken en een breed publiek aan te trekken, maar zo kreeg de serie inhoudelijk geen identiteit. Dat was ook niet het doel: in elk deeltje stond een voorwoord dat inging op het gevaar van ontlezing, en dat deze juweeltjes bedoeld waren om het lezen te stimuleren. Lezers van een Literair Juweeltje moesten vooral meer werk van de auteur oppakken. De kortingsbon die standaard achterin stond afgedrukt gaf daarom korting op een boek van de betreffende auteur. Ik heb overigens tweedehands nog nooit een deeltje gezien waaruit die kortingsbon was verdwenen, ik vraag mij af hoeveel er hiervan werden gebruikt.

Inmiddels heb ik vier plankjes van een Billy gevuld en het ziet er wellicht mooi en uniform uit (behalve dat ene deeltje van Dorinde van Oort uit 2009, waarbij het logo een paar millimeter hoger op de rug staat), maar het is moeilijk om iets bijzonders van de collectie te maken. Ook omdat de oplage per deeltje waarschijnlijk behoorlijk hoog is, die moet zeker in het begin in de tienduizenden hebben gelopen.

Het niet bestaande juweeltje

Toch zitten er nog wat interessante kanten aan deze reeks. Misschien wel de meest interessante is het "niet bestaande juweeltje", dat ik onlangs via Marktplaats opdook. In het eerste jaar verscheen een literair juweeltje van Joost Zwagerman met de titel Winnie en de onschuld. Het was het vierde deeltje in de reeks en verscheen in april 2006. Met dit deeltje was iets bijzonders aan de hand. Het gerucht ging dat er een nog andere versie van was gemaakt, maar het fijne wist ik er niet van. Ik meen dat ik een keer in de twitterfeed van @bibliofilie (sowieso het volgen waard) voorbij zag komen dat het ging om Fijne meisjes en zoals ik wel vaker doe zette ik deze titel in de zoeklijst van Marktplaats in de hoop dat er ooit een hit zou zijn. 

Er gingen heel wat jaren voorbij - vijf, misschien wel tien (@bibliofilie is sinds 2013 actief) totdat ik opeens een bericht van Marktplaats kreeg dat Fijne meisjes werd aangeboden. En inderdaad: in een advertentie met meerdere Zwagerman boeken werd ook Fijne meisjes genoemd. Op dat moment wist ik niet meer precies waarom ik deze titel nou ook alweer zocht, maar het leek mij beter om 'm subiet te kopen en voor nog geen zeven euro (inclusief verzendkosten) was het van mij.

Maar wat was er ook alweer mee? Ik besloot het aan @bibliofilie te vragen en die wist gelukkig nog de achtergrond van het deeltje. Ook Kees Schafrat, de eigenaar van Broekhuis boekhandels en verwoed verzamelaar en propagandist voor Nederlandse literatuur, haakte in en hij kon nauwelijks geloven dat Fijne meisjes via Marktplaats was gekocht. Zie het gesprek met hem op Twitter hiernaast.

Of dit nu echt de heilige graal is van de Zwagerman-verzamelaars (en misschien ook wel van de Literaire Juweeltjes-verzamelaars) is moeilijk te zeggen. En of er echt minder dan tien van zijn ook. Maar dit is hoe dan ook een boekje wat de saaie reeks ineens een stuk interessanter maakt.

Andere zeldzame uitgaven in de reeks zijn er niet. Toen de serie net was gestart had ik een blogje geschreven over Niemand op heel Vlieland (verschenen in maart 2006) en dat deze toen tamelijk onvindbaar was. Die opmerking heeft destijds nog de Wikipedia-pagina over Literaire Juweeltjes gehaald alsof het een feit was dat dit een zeldzaam deeltje was. Die opmerking is verdwenen, maar een paar zinnen uit mijn blog zijn nog steeds herkenbaar terug te vinden op Wikipedia. Voor de goede orde: ik heb het er niet opgezet. Later heb ik mij nog verbaasd over de heruitgave van Het bosgraf van Simone van der Vlugt dat in 2006 verscheen, maar in 2013 werd heruitgegeven omdat er volgens de uitgever "zoveel vraag naar was in het antiquarische circuit". Alsof er een actief circuit van verzamelaars van deze boekjes is, die zich smekend tot de uitgever wendden voor dat specifieke deeltje. En als dat zo was, hoeft het niet meer. Zowel Niemand op heel Vlieland als Het bosgraf  zijn op dit moet moment ruimschoots via Boekwinkeltjes.nl beschikbaar, startprijs 75 cent. Recent zag ik trouwens nog een heruitgave van het Literair Juweeltje van Anjet Daanje, Dromen van mijn moeder, dat door B for Books eveneens wegens de grote vraag opnieuw was gepubliceerd. Maar nu als reguliere uitgave voor de boekhandel. Kennelijk was dit keer de vraag echt groot genoeg om een aparte uitgave te rechtvaardigen. De nieuwe prijs is dan ook € 8,49 in plaats van de € 2,50 van het Juweeltje.

De onechte Juweeltjes

Zoals in elke reeks zijn er de delen die bij de reeks horen, en allerlei publicaties die er op lijken maar dan toch geen onderdeel van de reeks zijn. In mijn bijdrage over de serie "Vertellingen voor één nacht" liet ik verschillende extra uitgaven zien. Bij de Literaire Juweeltjes speelt net zo iets. Omdat het een herkenbaar format is, zijn er verschillende uitgaven geproduceerd die sterk lijken op de serie, maar bij bijzondere gelegenheden zijn verschenen. Soms gemaakt met/door B for Books zelf, maar soms ook door andere partijen.

Een voorbeeld is de uitgave De jongste van Arnon Grunberg, geproduceerd door Boekhandel Los in Bussum, ter gelegenheid van de 60e verjaardag van Cor Wiersma. Wiersma werkte al sinds 1987 bij Boekhandel Los, en was van 2001 tot 2021 eigenaar. Dit verhaal van Grunberg (de oerversie van Tirza) verscheen in coronatijd in een oplage van 1500 en speelt in Bussum. Een ander voorbeeld is De boekenbaron van Joep Scheffer, verschenen ter gelegenheid van het 150-jarig bestaan van Boekhandel Broekhuis. Dit boekje uit 2017 gaat over het leven van Gerard van der Maar, oud-eigenaar van de boekhandel en is een voorpublicatie uit het later verschenen boek met de geschiedenis van de boekhandel. Merk op dat beide boeken de karakteristieke grijze band missen met de tekst "literaire juweeltjes". Voor het overige zijn ze identiek aan de serie, inclusief het B for Books logo op de rug.

Soms gaven Bruna's in een regio eigen Juweeltjes uit. Zoals de "Westlandse Juweeltjes" die een aantal Bruna-winkels in het Westland in 2009 en 2011 lieten verschijnen, met verhalen van auteurs uit de regio. De oplage daarvan was naar verluid 3000 exemplaren. Uitgeverij B for Books varieerde zelf ook op het thema. Zo verschenen vier delen in de serie "Kroonjuwelen", met korte biografieën van de Nederlandse koninklijke familie, twee delen in de serie "Biografietsjes" over de wielrenners Tom Dumoulin en Chris Froome en één deeltje in de serie Sportjuweeltjes, geschreven door Toon Gerbrands. Hoewel je je kan afvragen of een serie met één boekje wel een serie genoemd mag worden.

Wellicht zijn er nog meer van deze onechte Juweeltjes gemaakt door individuele boekhandels of in een andere serie. Ik ben ze nog niet tegengekomen, maar zoals het gaat met dit soort randzaken: uiteindelijk weet je niet wat je niet weet en kan je altijd weer verrast worden door een bijzondere vondst.

De serie een beetje opleuken

Zoals ik al zei, de Literaire Juweeltjes zijn leuk gemaakte boekjes maar het verzamelen ervan is niet echt een uitdaging en meer een kwestie van discipline dan van het aanwenden van verzamelaarstalenten. Behalve de eerdergenoemde Fijne meisjes zijn er bij mijn weten geen bijzondere versies verschenen of auteursexemplaren die als zodanig herkenbaar zijn (zoals met boekenweekgeschenken nog wel gebeurt). Toch zijn er opties om de serie een beetje op te leuken, bijvoorbeeld door de boekjes te laten signeren als dat kan. De meeste auteurs van wie Literaire Juweeltjes verschijnen leven nog, zodat het verkrijgen van handtekeningen mogelijk moet zijn. Op dit moment zijn 40 van mijn Juweeltjes gesigneerd, oftewel 18,5% van dit totaal. Meer dan ik dacht, hopelijk gaat dat aantal de komende jaren nog groeien.
Een andere mogelijkheid om het verzamelen wat leuker te maken is om de verzamelboxen te kopen die zijn verschenen. Een paar jaar lang verscheen de hele serie van dat jaar aan het eind van het jaar in een aparte box, en later verscheen ook een box ter gelegenheid van 10 jaar Literaire Juweeltjes met daarin 10 deeltjes. Zelf ben ik daar nooit aan begonnen (ik had alle deeltjes immers al, het zou dan alleen om de dozen gaan), maar voor degene die echt alles compleet wil hebben is dat natuurlijk wel een must.

07 oktober, 2023

347 - Bibliofiel achter de feiten aanlopen

Ik heb al vaker geschreven over mijn behoefte om complete collecties van schrijvers in de kast te hebben staan. Ik ben zoals dat heet een completist, hoewel ik vooral eerste drukken zoek en niet élke druk en elke variant van een bepaald werk zoek. Ik wil alle boekuitgaven van mijn favoriete auteurs hebben. En als ze nog leven, graag ook gesigneerd. Deze ambitie is al ingewikkeld genoeg als het gaat om reguliere uitgaven, maar het wordt nog lastiger om zicht te houden op bibliofiele uitgaven van mijn favoriete auteurs. De afgelopen weken heb ik een paar bibliofiele uitgaven toegevoegd aan mijn collectie, waarvan ik stomtoevallig achter het bestaan kwam. Doordat ik zo afhankelijk ben van toeval, zullen er nog verschillende uitgaven rondzwerven waarvan ik helaas het bestaan niet ken. Maar van drie van mijn favoriete Nederlandse schrijvers is de collectie weer iets completer geworden: Adriaan van Dis, Tommy Wieringa en Margriet de Moor.

Adriaan van Dis

Jaren geleden heb ik lezers van dit blog op de hoogte gehouden van mijn vorderingen om mijn Adriaan van Dis-collectie compleet te krijgen. De ene na de andere uitgave hengelde ik naar binnen en ook toen struikelde ik wel eens over een onverwachte bibliofiele vondst. Al in 2005 meldde ik triomfantelijk dat ik compleet was en een paar jaar later herhaalde ik tegen beter weten in die claim. Met de verschijning van zijn nieuwste roman Naar zachtheid en een warm omhelzen volgde er natuurlijk een serie lezingen annex signeersessies. Ik tekende in voor een zondagmiddag in Paagman, voorzien van een stapeltje recente aankopen. Naast de nieuwe roman had ik bijvoorbeeld de luxe editie van zijn boekenweekessay uit 2004, twee versies van De wandelaar t.g.v. Nederland Leest (de grote letter-uitgave en de eenvoudig-lezen uitgave) en zo nog wat. Terwijl ik bij de lezing zat zag ik verderop in de rij iemand die ook een werk van Van Dis bij zich had om te signeren, maar het was een voor mij totaal onherkenbaar boek. Was mij weer eens iets ontgaan? Ik kon de titel gelukkig lezen en snel googlen leerde mij dat het om de uitgave Een beetje gek ging, een bibliofiele uitgave van Galerie Christian Ouwens, waarin Van Dis verslag doet van zijn ervaringen met psychiaters en psychoanalyse. Terwijl ik in de rij stond voor het signeren haalde Van Dis diezelfde uitgave uit zijn tas en gaf die aan een dame voor mij in de rij, kennelijk een bekende van hem. Het leverde mij een steek van jaloezie op, maar even later was ik als pleister op de wonde wel zes handtekeningen rijker in evenzovele boeken. Desondanks moest ik nu op zoek naar het onbekende boek.

Na afloop van de signeersessie volgde een fijne mailwisseling met Christian Ouwens die gelukkig nog gesigneerde exemplaren had liggen. Hij vertelde dat hij ook bij de sessie in Paagman was geweest, maar toen was ik nog onwetend van het moois dat hij had gemaakt. Het toeval wilde dat mijn geliefde de dag erop letterlijk om de hoek van de galerie een opleiding volgde, zodat ik een dag later alsnog een gesigneerd exemplaar in mijn kast kon zetten. Ik kende Galerie Christian Ouwens niet, maar hij geeft bij tijd en wijle bijzondere literaire uitgaven uit die met veel zorg zijn gemaakt. Gelukkig was deze niet zo kostbaar als de portfolio van Ilja Leonard Pfeijffer en Hans Wilschut, waar €950 voor moet worden neergeteld. 

Als gevolg van dit kleine avontuur zocht ik nog wat verder naar eventuele Van Dis-uitgaven en wie schetst mijn verbazing toen ik ontdekte dat er nóg een bibliofiele uitgave rondzwierf. Ter gelegenheid van de Bakenesser Avond 2007 van de Stichting Haarlem Boekenstad bleek de uitgave Le Chien verschenen, een paar fragmenten uit De wandelaar. In een oplage van 165 bij de Augustijn Pers, van de helaas overleden Hans Rombouts.

Ook die moest ik natuurlijk hebben, en wel onmiddellijk, maar het werkje bleek nergens te worden aangeboden. Na lang zoeken vond ik bij Antiquariaat Meilof een setje Augustijn-uitgaven waar deze Van Dis bijzat. Ik checkte nog even of dat echt zo was, rekende 30 euro af en Le Chien was van mij. Met nog ruim 20 andere drukjes van deze pers, die ik niet per se hoefde (behalve eentje, waarover later meer). Het restant heb ik daarom op Catawiki gezet en dat leverde mij vervolgens 62 euro op (minus veilingkosten uiteraard). In feite waren er zo een paar gratis werkjes voor mij, en zelfs geld toe. Welk geld ik overigens onmiddellijk opnieuw heb geïnvesteerd via Catawiki, door de luxe genummerde editie van de beelduitgave Familieziek, getekend door Peter van Dongen, op een veiling te kopen. De nieuwprijs van deze uitgave uit 2017 is €150, maar voor €91 mocht ik 'm nu hebben. Waarmee de derde bibliofiele Van Dis in een week mijn eigendom werd.

Voor zover ik weet ben ik nu weer compleet als het gaat om Van Dis maar ik heb daar weinig zekerheid over. Le Chien bleek immers ook al 16 jaar geleden verschenen te zijn voordat ik het bestaan er van ontdekte. Jammer is wel dat ik nu weer naar een signeersessie moet gaan, want Le Chien is nog ongesigneerd. Het zou signatuur 102 van Van Dis in mijn collectie moeten worden.

Tommy Wieringa

Het zal bekend zijn dat Tommy Wieringa’s nieuwe roman Nirwana is verschenen. Met veel tromgeroffel gelanceerd en verschillende boekhandels boden gesigneerde eerste drukken van het boek aan. Een mooie service om mijn Wieringa-collectie up to date te houden. Ware het niet dat ik op diverse socials zag dat ter gelegenheid van de lancering een speciale "nulde druk" was verschenen, uitgedeeld aan boekhandelaars. Overigens niet voor het eerst, van De heilige Rita is ooit ook een nulde druk verschenen, die ik nog niet bezit. En nu alweer een nulde druk, in beperkte oplage… ik ben geen boekhandelaar, maar deze hoort natuurlijk in mijn kast. Dus wat te doen?

Ik besloot het erop te wagen bij de uitgeverij zelf. Als eigenaar van een van de meest complete Wieringa-collecties in Nederland meende ik wel enig recht van spreken te hebben, dus ik schreef een bedelmail in de hoop dat er nog een exemplaar van de nulde druk zou zijn. En ik kreeg goed nieuws: de nulde druk bleek beschikbaar en plofte een paar dagen later in mijn bus.

Deze nulde druk heeft een afwijkend omslag van de reguliere uitgave, veel simpeler van uitvoering en er staat ook met grote letters “0e druk” op. Op de titelpagina staat: "De oplage van deze geschenkuitgave bedraagt 200 exemplaren”. Uiteraard zullen er boekhandelaars zijn die hun exemplaar van de hand doen, er zal vast binnenkort een exemplaar op Catawiki verschijnen. Ik ben benieuwd wat die dan oplevert. 

Het probleem was alleen dat deze speciale editie ongesigneerd was. Gelukkig deed ook Wieringa mee aan het signeercircus bij de verschijning van zijn nieuwe roman, en zo toog ik met mijn stapeltje recente Wieringa-aankopen van de laatste jaren naar Utrecht, waar vervolgens niet alleen Nirwana, maar ook nog een paar anders schaarse werkjes werden gesigneerd. Deze stapel was iets kleiner dan de berg Wieringiana die ik zes jaar geleden liet signeren. Het interview in Broese leverde mij sowieso een paar inzichten op over de thema’s in de nieuwe roman. Maar daarna was er tijd om te signeren. Het fijne aan Tommy Wieringa is dat hij voor iedereen de tijd neemt. Net als een paar jaar geleden werd ook dit keer elk boek bewonderd (“dit is een bijzondere”, “dat je deze ook hebt”) en van een persoonlijke opdracht voorzien. Het fijne van een avond met boekenliefhebbers is dat er ruimte is om echt even door te praten over het boek. Bij het verlaten van Broese raakte ik aan de praat met een van de organisatoren van de avond en deelden we onze inzichten over Nirwana. Zelfs de massale treinuitval op die avond kon daarna mijn uitstekende humeur niet meer bederven.

Margriet de Moor

In het stapeltje uitgaven van de Augustijn Pers bleek naast de gezochte van Dis ook nog een mooie uitgave van Margriet de Moor te zitten, een fragment uit haar prachtige roman De verdronkene, ook nog eens heel mooi vormgegeven: een gevouwen drukwerkje, dat als het ware in de blauwe golven van het kartonnen hoesje verzinkt, waarbij ook een peilstok is te zien. Hier is zichtbaar hoe creatief Hans Rombouts was. Ik wist niet van het bestaan van dit werkje en wist niet dat het in het stapeltje zat, maar nu kon ik het mooi toevoegen aan mijn De Moor-collectie. Net als dat ik een paar jaar geleden een stapeltje boeken op Marktplaats kocht, slordig aangeduid als ‘nieuwjaarsgeschenken’, waar het nieuwjaarsgeschenk Handgeschreven van Margriet de Moor tussen bleek te zitten, uitgegeven door De Bezige Bij t.g.v. jaarwisseling 2016-2017. 

Bij nader inzien bleken zowel het fragment van De verdronkene als Handgeschreven niet heel zeldzaam en gewoon op boekwinkeltjes.nl te koop. Maar ja… dan moet ik wel weten dat ze daar staan. Natuurlijk heb ik zojuist weer eens langs alle De Moor-uitgaven gescrolld en niks nieuws gevonden, maar dat kan ik niet elke dag doen. Wie weet brengt het toeval mij over een tijdje ook van Margriet de Moor weer een onbekende uitgave.

Hoewel ik inmiddels een forse collectie De Moor in eerste druk heb, is alles nog ongesigneerd. Ik hoop Margriet de Moor ooit nog ergens tegen te komen zodat zij al mijn uitgaven van haar ongetwijfeld fraaie handtekening kan voorzien.

Het waren een paar hectische weken die ik kon afsluiten met goed nieuws over publicaties van deze drie schrijvers. Maar al met al realiseer ik mij dat het mijn lot als verzamelaar is dat ik bibliofiel achter de feiten blijf aanlopen. En dus dat ik mijn ogen open moet houden en erop vertrouwen dat het lot mij van tijd tot tijd de boeken brengt die ik nodig heb...

25 augustus, 2023

346 - Een Elzeviertje in mijn bibliotheek

Onder boekenverzamelaars hebben de zogenaamde 'Elzeviers' heel lang een bijna mythische status gehad. Er is vrijwel geen boek over boekgeschiedenis of over het verzamelen van boeken waarin niet een passage over Elzeviers, hun betekenis voor de boekgeschiedenis en de verzamelwoede ervan is opgenomen. Dit uitgevershuis moet trouwens niet verward worden met de huidige uitgeverij Elsevier, die op geen enkele manier verbonden is met Elzevier. De Elzeviers waren zó populair, dat sprake was van een heuse Elzevieromanie (inclusief recordprijzen op veilingen). In die lijn publiceerde de Stichting Desiderata al weer twee jaar geleden De bibliomaan van Charles Nodier met daarin ook een uitvoerig betoog van Ed Schilders over o.a. Elzeviers, de Elezevieromanie en het meten van de marges. Er werd dan ook een Elzevierometer bij dit
boek geleverd, die ik helaas niet kon gebruiken bij gebrek aan een eigen Elzevier. Tot overmaat van ramp kocht ik onlangs van Garrelt Verhoeven de gelegenheidsuitgave De vreemde zaak van het quasi onvindbare Elzeviertje. Een bibliografische cold case in tijden van corona. Dit boekje verscheen in 2020 ter gelegenheid van het afscheid van Paul Hoftijzer als hoogleraar boekwetenschap in 600 genummerde exemplaren (ik heb nummer 571) . Het is een verslag van een gelukkige vondst van Verhoeven op een Franse antiekmarkt, waar hij een bij nader inzien zeer zeldzame Elzevieruitgave kocht waarna hij langzaam maar zeker de publicatiegeschiedenis ervan ontsluit. Maar hij vertelt ook uitvoerig over verzamelaars van Elzeviers door de eeuwen heen en de Elzevieromanie die hen in de greep had. Binnenkort verschijnt een nieuwe uitgave van dit werk bij de Walburg Pers, waar eerder ook het mooie boekje Ik zoek geluk in druk te vinden van Verhoeven verscheen, waarin hij meer boekenavonturen beschrijft.

Al dit lezen over Elzeviers heeft het gemis hiervan in mijn kast uiteindelijk onverdraaglijk gemaakt. Gelukkig was er - net zoals ik eerder schreef over uitgave van Elias Luzac - nu ook weer Marktplaats als redder in nood. Voor een luttele 25 euro kocht ik een Elzevier uit 1677, namelijk Opera quaee extant van Claudianus, met een voorwoord van Nicholas Heinsius. Weliswaar wat beschadigd (de eerste pagina's missen) maar goed genoeg voor mij. Eindelijk kon ik mijn Elzevierometer eens echt gebruiken.

Voordat ik jullie meeneem naar een beschrijving van dit boek, eerst iets over Elzeviers en wat daar zoal over geschreven is in diverse boeken over boeken uit mijn eigen kast.

Werken over Elzevier uit mijn eigen bibliotheek

Voor mijn vorige post sneupte ik in mijn eigen bibliotheek op zoek naar Laurens Janszoon Coster. Dit keer gaat het mij om informatie over Elzeviers. Ik mis in mijn bibliotheek de echte standaardwerken over de Elzeviers, zoals de Elzevier-bibliografie van Alphonse Willems waar Garrelt Verhoeven veel uit put  (Les Elzevier: histoire et annales typographiques, 1880) of het boek van Paul Hoftijzer Boekverkopers van Europa. Het Nederlandse zeventiende-eeuwse uitgevershuis Elzevier (2000). Ik moet het doen met wat meer algemene beschrijvingen over de Elzeviers.
  • In het klassieke werk van Piet Buijnsters, Geschiedenis van de Nederlandse bibliofilie (2010) staat een heel hoofdstuk over Elzeviers (en een heel hoofdstuk over Laurens Janszoon Coster trouwens). Buijnsters grijpt vrijwel meteen terug op Rimmert van der Meulen (zie hieronder) en diens melding van "elsevier-maatstokjes" die werden gebruikt om de marges te meten (hoe meer marges, hoe beter en hoe waardevoller). Daar is de Elzevierometer van Stichting Desiderata dan ook op geïnspireerd. Buijnsters stelt dat deze maatstokjes nooit zijn aangetroffen en hij vraagt zich af of deze überhaupt hebben bestaan. Buijnsters geeft verder een schets van het uitgevershuis Elzevier, de vertakkingen in Den Haag, Utrecht, Amsterdam en Leiden en de gezichtsbepalende familieleden daaruit. Het hoogtepunt van de uitgaven kwam rond en net voor 1650 op de markt. Elzeviers werden in een handig klein formaat geproduceerd, in hoge oplagen en met goede kwaliteit papier en letters. En ze hadden de beste auteurs uit een breed scala aan vakgebieden in hun fonds. Met als gevolg dat Elzevier-uitgaven bij alle grote geleerden in heel Europa op de plank stonden en dientengevolge gezocht én verzameld werden.
    Maar er waren ook heel veel "valse" Elzeviers op de markt, en het kwam er op aan de valse van de echte te onderscheiden. Het boekje van Garrelt Verhoeven gaat hier ook over. Er verschenen verschillende standaardwerken met uitgebreide commentaren op de vraag of bepaalde uitgaven vals of echt waren. Dit waren de handboeken die verzamelaars gebruikten in hun speurtocht naar Elzeviers. Buijnsters beschouwt J.J.W.R. van Dijck als de laatste Nederlandse Elzevier-verzamelaars. Zijn imposante collectie werd in 2005 in 685 kavels bij Bubb Kuyper geveild. Buijnsters constateert: "voor het overige lijkt het Elzeviervirus onder de Nederlandse particuliere verzamelaars voorgoed te zijn verdwenen."
  • Ik noemde al de Stichting Desiderata-uitgave van Charles Nodier's verhaal De bibliomaan (2021). Het gaat hier om een door het Elzevier-virus aangetaste verzamelaar die ontdekt dat een concurrent  een Elzeviereditie met bredere marges dan zijn exemplaar bezit, en vervolgens overlijdt door de schok:
    "'U ziet nu,' zei hij tegen mij, 'de ongelukkigste aller mensen! Dat boek is de Vergilius van 1676, op grootformaat papier, waarvan ik dacht het reuzenexemplaar te bezitten, het overtreft het mijne met een derde linie. (...)  Een derde linie! Ach! Bagatelliseert u een derde linie van de priem die uw haart doorboort?' Zijn lichaam sloeg geheel achterover, zijn armen verstijfden en zijn benen kwamen in de greep van een spijkerharde kramp."
    In de uitgebreide toelichting van Ed Schilders komen al de elementen die Buijnsters noemt terug, waarbij Schilders toch een aantal vraagtekens zet bij de stelligheid dat de zogenaamde maatstokjes nooit bestaan zouden hebben.
  • Het boek van Rimmert van der Meulen, Over de liefhebberij voor boeken (1893) werd door Buijnsters al aangehaald. Van der Meulen schrijft over de verzameldrift van Elzeviers, maar constateert ook dat de inventarisatielijsten van bestaande Elzeviers de verzamelwoede wat temperden (en de prijzen ook) omdat bleek dat veel titels helemaal niet zo zeldzaam waren. Veel Elzeviers werden namelijk in zeer hoge oplagen geproduceerd. Mede hierdoor doofde de Elzevieromanie in de vroege twintigste eeuw wat uit.
  • De memoires van Leona Rostenberg en Madeleine Stern heb ik al vaker aangehaald. In verschillende uitgaven vertellen zij hoe zij hun antiquariaat hebben opgebouwd en hoe zij tal van bijzondere boeken vonden in hun speurtochten door Europa en Noord-Amerika. In Old books, rare friends (1997) vertellen zij hoe Leona Rostenberg startte met het verkopen van oude boeken en dat hun tweede catalogus uit 1947 volledig was gewijd aan "The house of Elzevier". Deze catalogus staat integraal afgedrukt in Bookman's quintet. Five catalogues about books (1980). Ik heb nog even gecheckt: mijn Claudianus stond niet tussen de 165 nummers, die overigens in no-time waren uitverkocht. Rostenberg vertelt de anekdote dat deze tweede catalogus was voorbereid, maar twee weken lang bij het postkantoor was blijven liggen terwijl de dames zich afvroegen waarom niemand een bestelling uit deze catalogus deed... Toen de catalogus alsnog werd verzonden was deze in no-time uitverkocht, wat het bedrijf van de dames een welkome boost gaf. Deze zelfde anekdote werd trouwens al eerder verteld in Old and rare. Thirty years in the book business (1974)
  • John Herbert Slater (1854-1921) was een Engelse bibliofiel en auteur van verschillende boeken over boekenverzamelen. In Book collecting (1892, in een genummerde oplage van 500 waarvan ik nr. 437 heb) staat een apart hoofdstuk voer "The Elzevir Press". In How to collect books (1905) staat een verkorte versie van dit hoofdstuk. De beschrijving van de Elzeviers is onderdeel van zijn beschouwing over "celebrated presses". Eerst schrijft Slater in dat verband over Aldus en daarna over Elzevier. Hij zegt:
    "Compared to this grim old editor-printer of a bygone age, the Elzevirs one and all were literary children, playing with ther master's text - children, who never grew old, and whose many liberties were not only endured, but excused out of consideration for their engaging ways. They were pirates too, without exception, but they turned you out well. If they mutilated your text, they at any rate supplied you with the best of paper, ornaments and type: from their hands you emerged a well-dressed gentleman, a little ignorant perhaps, but decidedly aristocratic."
    Slater geeft een stukje van de genealogie van Elzevier en beschrijft dan kort de hoogtepunten van de persen. Hij gaat uit van 1608 verschillende titels, waarvan 1213 de naam of het merk van de firma dragen. De meeste in Latijn, een flink aantal Frans en dan nog wat publicaties in Grieks, Duits, Italiaans, Hebreeuws en Nederlands. En eentje in het Engels.
    Ook Slater noemt trouwens het meetstokje als een gegeven:
    "The enthousiastic collector carries with him an ivory rule on which the French measures are marked. (...) Anything below 125 millimetres is hardly worth loooking at.".
    Vervolgens beschrijft Slater hoe twee exemplaren van Le Pastissier Francois werden verkocht: eentje van 128 millimeter hoog voor 6o pond en een onafgesneden exemplaar voor 400 pond. Waarbij het verschil 2, maximaal 3 millimeter was. Deze specifieke uitgave werd vanwege de schaarste overigens wel als de kroon op elke Elzevier-collectie beschouwd. Ook vertelt Slater over Charles Nodier, die zijn hele leven zocht naar een eerste druk van de door Elzevier gedrukte Vergilius uit 1636 ondanks dat dit een slecht geproduceerd exemplaar was dat vol met fouten stond. Toen hij het boek vond, paste het precies in de ruimte die hij al die tijd in zijn boekenkast ervoor had vrijgehouden. Drie jaar geleden werd overigens een exemplaar van geveild voor $600.

Elsevier en Elzevier

Ik zei al dat het huidige uitgevershuis Elsevier en de 16e/17e-eeuwse Elzevierfamilie niets met elkaar te maken hebben, behalve dat de oprichters van Elsevier de naam eraan ontleenden. Maar er is meer dan alleen de naam geleend: in de loop van de tijd is binnen het tegenwoordige Elsevier een collectie van uitgaven opgebouwd van het originele uitgevershuis. Deze collectie staat inmiddels bekend als "The Elsevier Heritage Collection" en bestaat uit circa 1000 titels in zo'n 2000 delen. 

Uitsnede uit het schilderij "Een promotie bij de universiteit"
ca. 1650 geschilderd door Hendrick van der Burgh.
Rechts van de poort van het Leidse Academiegebouw had
de firma Elzevier haar boekwinkel en drukkerij /
uitgeverij. Vermoedelijk zijn daar wat aankondigingen
van nieuwe boeken te zien.
(afbeelding: Stedelijk Museum De Lakenhal).
In het Jaarboek 2014 van het Nederlands Genootschap van Bibliofielen schrijft Sjors de Heuvel een bijdrage over de herkomst van een deel van de Elzeviers in the Collection: "De Elzevier-bibliotheek van de hertog van Chartres. Een negentiende-eeuwse bibliofiel in de Elsevier Heritage Collection". Na een algemene beschrijving van de Elzevier-familie en de Elzevieromanie vanaf de 17e eeuw gaat De Heuvel in op Robert d'Orleans, de hertog van Chartres, en diens bibliofilie. Een deel van zijn collectie Elzeviers - ongeveer 700 stuks - werd in 1952 door Elsevier aangekocht. Samen met andere aankopen maakte dit The Heritage Collection tot wat het nu is.
Eerder schreef De Heuvel al een artikel in De Boekenwereld (2015, te lezen via DBNL), waarin hij de bredere historie van de EHC schetst én beschrijft waar de collectie zoal vandaan kwam en welke bijzondere exemplaren erin te vinden zijn.

Overigens schreef Jan Paul Bresser ooit in een tijdschrift van Elsevier een artikel over Elzevier, waarin de historie van de historische uitgeverij wordt beschreven. Hij haalt daarbij het schilderij van Van der Burgh hier rechts aan.

Mijn Claudianus uit 1677

Na de ontvangst van mijn Elzevier heb ik als eerste daad mijn Elzevierometer langs Claudianus gelegd. Uitslag: 114 millimeter. Volgens het criterium van Slater dus een exemplaar "hardly worth looking at". Ook omdat het boekje niet compleet is: de titelpagina en de eerste drie bladen ontbreken. Daardoor is het ook lastig om te bepalen van welke pers het boekje is gekomen. Gelukkig zijn er meerdere exemplaren digitaal beschikbaar, en daaruit wordt duidelijk dat mijn boekje is gedrukt in Amsterdam door Daniel Elzevier (1626-1680). Daniel behoorde tot de tweede generatie drukkers. Hij opende in 1638 een drukkerij in Amsterdam, waar hij volgens Slater 260 titels produceerde (en na zijn dood zijn weduwe nog 7).
Als ik kijk naar complete exemplaren van deze Claudianus dan worden daar geen absurde prijzen voor gevraagd, zij het wel veel meer dan de 25 euro die het mij kostte. Echt zeldzaam is deze titel niet.
 
Het boekje is gebonden in een beschadigd perkamenten bandje. Het is duidelijk intensief gebruikt / gelezen. De laatste paar pagina's hebben in het midden van de zijkant een beschadiging, het lijkt alsof door het bladeren met een natte vinger er uiteindelijk een halfrond stukje uit het papier is gesleten. Overigens zijn er verder geen aantekeningen in het boekje gemaakt (gelet op de afgesneden marges was daar ook geen plek voor), wel zijn er hier en daar ezelsoren in pagina's aangebracht. Dat lijkt erop te wijzen dat het vooral intensief gelezen is. En dat het veel is meegedragen, want aan de randen van de pagina's zijn butsen en vochtplekken te zien. Alsof deze Elsevier mee op reis is geweest - precies de reden waarom dit soort boekjes in een dergelijk klein formaat werden gemaakt.

Afbeelding uit het boek van Buijnsters (p. 75)
Je kan je afvragen waarom ik toch zo tevreden ben met deze beschadigde, ondermaatse, niet al te zeldzame Elzevier in mijn bibliotheek. Voor mij is het de iconische waarde van het boek, of liever: waar het symbool voor staat. Elzeviers zullen nooit mijn verzamelgebied worden; het ontbreekt mij simpelweg aan de middelen. Maar ik vind dat in mijn bibliotheek een aantal iconische boeken thuishoren. Zoals een Elzevier, net zoals ik een incunabel wilde hebben. Ik probeer nog mijn hand te leggen op een Aldus-uitgave en ik wil ook nog een Leidse Plantijn-uitgave. Als eerbetoon aan al die drukkers van vroeger, die hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van het boek. Natuurlijk zal ik toekomstige veilingen in de gaten houden: ik wil zeker nog wel een paar Elzeviers erbij, liefst van verschillende persen. Ik heb er nu één uit Amsterdam, ik wil nu ook Elzeviers uit Leiden, Den Haag en Utrecht. Die zal ik dan naast deze eersteling zetten. Hopelijk heb ik over een tijd een mooi rijtje Elzeviers staan. Het aantal zal waarschijnlijk echter nooit ook maar in de buurt komen van die van Van Dijck (zie afbeelding hiernaast).

10 juli, 2023

345 - Een feestbundel voor Laurens Janszoon Coster (1824)

Dit bericht wordt op een historische dag en een historisch moment gepubliceerd. Op 10 juli 2023, exact om half tien gaat/ging het bericht live. Een datum en een moment die nu betrekkelijk anoniem voorbij gaat, maar dat was 200 jaar geleden wel anders. Op 10 juli 1823, om half tien 's morgens, was het moment dat het startschot klonk voor een grootse nationale viering van de uitvinding van de boekdrukkunst. Met als centrale figuur daarbij Laurens Janszoon Coster

De uitvinding van de boekdrukkunst

Als je tegenwoordig vraagt wie de uitvinder was van de boekdrukkunst, dan krijg je daarop een eensluidend antwoord: Gutenberg. Of meer precies, Johannes Gensfleisch zur Laden zum Gutenberg (1400-1468) met de Gutenberg-Bijbel (1455) als bekendste publicatie van zijn hand. Deze uitspraak kan op zichzelf al wat genuanceerd worden: Gutenberg was niet zozeer de uitvinder van de boekdrukkunst, maar hij ontdekte een effectieve manier om met losse letters te drukken, in plaats van het al langer bestaande blokdrukken. Blokdrukken doe je door volledige pagina's in een blok te snijden en die te gebruiken om te drukken. Maar met losse letters zijn correcties veel sneller aan te brengen en is überhaupt een pagina veel sneller te zetten, en dus is de boekproductie veel hoger. Los daarvan bestond het drukken met losse letters waarschijnlijk al langer, mogelijk vanaf het jaar 1000 in China, waarvoor Bi Sheng de eer krijgt.

In Nederland was echter heel lang sprake van een andere opvatting: niet Johannes Gutenberg, niet Bi Sheng maar Laurens Janszoon Coster was degene die de eer toekwam als uitvinder van de boekdrukkunst. Deze opvatting heeft eeuwen standgehouden en bibliotheken zijn volgeschreven met bewijzen dat Coster toch echt een paar jaar voor Gutenberg het drukken met losse letters had ontwikkeld. Het verhaal is dat Coster zijn uitvinding deed, maar dat een van zijn knechten met de kennis naar Mainz trok en daar aan Gutenberg overdroeg, die zijn 'uitvinding' vervolgens wereldkundig maakte. Tegenwoordig is algemeen de opvatting dat dit verhaal niet waar is en dat het nog maar de vraag is of Laurens Janszoon Coster echt bestaan heeft, of dat hij wellicht een boekdrukker was maar niet de uitvinder (zie bijvoorbeeld de uitgave Laurens Janszoon Coster was zijn naam van Lotte Hellinga en Clemens de Wolf). De claim dat Coster de uitvinder is van de boekdrukkunst, was vooral ook ingegeven door ambities van de stad Haarlem en van sommige inwoners van de stad. Het versterkte de positie van de stad en haar inwoners als Coster als uitvinder kon worden neergezet. Los van de persoon Coster waren er wel altijd verschillende aanwijzingen dat er 'iets' was gebeurd in Haarlem: In de Keulse Kroniek uit 1499 vermeldt de eerste Keulse drukker Ulrich Zell dat de boekdrukkunst in 1450 in Mainz werd toegepast, maar dat voor die tijd al Vurbyldung in de Nederlanden was geweest. En dan zijn er nog verschillende ongedateerde drukwerkjes uit Holland (of mogelijk Utrecht) waarvan lang is gedacht dat ze uit de periode voor 1450 stammen, en dus een bewijs dat er voor Gutenberg als in Haarlem (of Utrecht) werd gedrukt met losse letters.

De strijd met Mainz is lang gevoerd. Het bekende standbeeld van Coster op het marktplein in Haarlem is in 1856 mede neergezet omdat in Mainz eerder een standbeeld van Gutenberg werd opgericht en men vond dat het bestaande standbeeld van Coster daarbij te mager afstak. Toch was in die tijd al sprake van twijfel over de Coster-claim. In de jaren daarna is overvloedig aangetoond dat het toch echt Gutenberg is die met de eer mag strijken. Helemaal uitsluiten dat Coster echt heeft bestaan én dat hij in 1423 daadwerkelijk de geclaimde uitvinding deed kan niet, maar er bestaat ook geen echte steun meer voor de Coster-claim, omdat elk feitelijk bewijs ontbreekt. Hoewel Jan Poortenaar nog in 1947 een boekje publiceerde met de veelzeggende titel Coster - niet Gutenberg (Naarden: In den Toren). Dat de herinnering aan Coster nog altijd levend is bewijst Renate Dorrestein, die in haar boekje Katten en de kunst van het boekenonderhoud (1992) schrijft: "Ik woon zelf namelijk óók in Haarlem, waar overigens, wat de Duitsers ook mogen beweren over hun Gutenberg, de boekdrukkunst is uitgevonden. We hebben een standbeeld van Laurens Janszoon Coster met de letter in zijn hand die hij rond 1440 in de Haarlemmer Hout uit een boom sneed, en toen begon de victorie."

Het blijft fascinerend om in wereld van de Coster-legende te duiken. Een paar namen spelen daarin een grote rol: Hadrianus Junius (1511-1575) die de legende overtuigend in de wereld bracht en Antonius van der Linde (1833-1897) die de legende uiteindelijk vakkundig om zeep hielp. Hadrianus Junius beschrijft in zijn boek Batavia (1588) uitvoerig hoe Coster tijdens een wandeling in de Haarlemmerhout van beukenschors letters sneed, waarna van het één het ander kwam. Perkamentus kocht een exemplaar van Batavia in 2020 en schreef er hier een bijdrage over. Een mooie analyse van Joost Robbe over de verhalende structuur van de mythe van Junius is geplaatst in het tijdschrift Internationale Neerlandistiek en is hier te lezen. Het verhaal van Junius is tot ver in de 19e eeuw de drager geweest van de Coster-claim. Antonius van der Linde, geboren in Haarlem, maakte een eind aan Haarlems aanspraken op de uitvinding van de boekdrukkunst. Hij publiceerde in 1869-1870 een reeks artikelen in De Nederlandsche Spectator, waarin hij de Coster-mythe ontkrachtte en stelde dat Gutenberg de echte uitvinder van de boekdrukkunst was. Hij haalde zich daarmee zoveel woede en hoon op de hals dat hij daarom naar Duitsland moest verhuizen.

De feesten van 1823

Waarom vertel ik dit nu allemaal? Nou, vooral omdat ik tijdens jongste veiling van Burgersdijk en Niermans de hand wist te leggen op het boek Gedenkschriften wegens het vierde eeuwgetijde van de uitvinding der boekdrukkunst door Laurens Janszoon Koster, van stadswege gevierd te Haarlem den 10. en 11. julij 1823, onder redactie van Vincent Loosjes. Precies 400 jaar na de vermeende uitvinding van Coster vond alles plaats wat in deze bundel is opgetekend, die onmiskenbaar middenin in de Costermythe staat. En precies 200 jaar daarna - in het jaar dat we eigenlijk opnieuw grootse Costerfeesten hadden moeten vieren in ons land - kocht ik dit boek. Het boek markeert wat mij betreft een hoogtepunt van de Costertraditie. Maar zoals ook de toewijzing van de uitvinding van de boekdrukkunst een zaak van stedelijke identiteit was, gold dat eigenlijk ook wel voor de feesten in 1823. Ik las een boeiende scriptie van Carolien Boender uit 2014 waarin ze laat zien dat de festiviteiten van 1823 ook een zaak van nationale identiteit waren: Nederland was nog maar kort een politieke eenheid en had die identiteit nodig. De feesten rondom de uitvinding van de boekdrukkunst pasten prima in die behoefte.

De inhoud van de feestbundel

Deze uitgave van Vincent Loosjes onderstreept het nationale karakter. Het boek start met een lijst intekenaren op de uitgave, die 41 pagina's lang is. Als eerste op de lijst staat de Koning der Nederlanden, die goed was voor 6 exemplaren (2 op drukmediaan, 2 op schrijfmediaan en 2 op velin). Ik ging natuurlijk op zoek naar bekende namen in die lijst. Allereerst mijn eigen achternaam, en ik vond inderdaad een naamgenoot op de intekenlijst die destijds student theologie in Leiden was. Verder was C.P.E. Robidé van der Aa één van de intekenaren, hem kennen we als auteur en mede-oprichter van het tijdschrift De Gids (zijn mede-oprichter Potgieter behoort trouwens niet tot de intekenaren).  Van de drukkersfamilie Enschedé uit Haarlem tekenen er verschillende leden in. En we vinden ook baron W.H. van Westreenen Tiellandt, de mede-naamgever van het Museum van het Boek van wie ik een handgeschreven briefje bezit waar in in 2016 over schreef. Ik heb de catalogus van de bibliotheek van het Museum gecheckt waarin onder andere de boeken van Van Westreenen staan vermeld,  en vond inderdaad twee exemplaren van deze bundel. Opvallend is ook de lijst met tientallen leesgezelschappen (van Almkerk tot Zwolle) die hebben ingetekend op een exemplaar

Na de lijst met intekenaren volgt een uitgebreide weergave van de aanloop naar, en de viering van, het feest van de boekdrukkunst, in “Haarlem, derzelver wieg en bakermat”. De tekst start met een uitvoerige bespreking van het onderzoek van Jacobus Koning die uiteraard bewees dat de Costerclaim feitelijk juist was. Er was nog wel wat twijfel over het precieze moment van de uitvinding. Maar men was overtuigd dat het tijdvak 1420-1425 was en dus werd 1823 geprikt als feestjaar - en daarmee het jaar van de uitvinding op 1423 gezet. Dit mede omdat het al 1822 was en dus te kort dag om in dat jaar een feest te organiseren. Dit besluit werd genomen door een commissie, waarvan de samenstelling en beraadslagingen ook uitgebreid worden weergegeven. Ter voorbereiding op het feest werden diverse dichters gevraagd om een lofzang in te sturen, waarmee een prijs kon worden gewonnen. De gouden medaille ging naar Hendrik Tollens, de zilveren naar Johannes Nierstrasz jr. en de bronzen naar Adriaan Beeloo. Voor zover ik kan zien hebben zij alledrie ook ingetekend op een exemplaar van deze bundel.

De aankondiging van het ringsteken.
Afbeelding uit de veilingcatalogus
van Bubb Kuyper (veiling 78, kavel 57)
Uiteindelijk ging het feest van start, op donderdag 10 juli 1823 begon de dag met 21 kanonschoten, waarna vlaggen in de hele stad verschenen. Om half tien ‘s morgens - op de minuut af 200 jaar voor dit blog verscheen - zette de stoet (“met ongedekten hoofde”) zich in beweging van het Raadhuis naar de Bavo, die geschikt was gemaakt om 4.000 gasten te herbergen. Een lange opsomming van notabelen, vertegenwoordigers van provincies, kerken, schutterijen, gemeenteraden, waterschappen, genootschappen en stichtingen, universiteiten en andere onderwijsinstellingen laat zien hoe nationaal deze viering was. Hierbij paste uiteraard een lofdicht: “De eeuw van twijfel is verdwenen / Haarlem zegeviert, dees stad / Mag, door Koster zich beroemen / Als der kunsten bakermat”. Na onder meer een voordracht van Johannes van der Palm en het voorlezen van het lofdicht van Hendrik Tollens, ging het gezelschap terug naar het Raadhuis. Na wat verversingen ging het gezelschap naar de Haarlemmerhout om de onthulling van het Costermonument in de Haarlemmerhout, waar de eerste letters waren gesneden.

Natuurlijk waren er in de stad allerlei activiteiten. Zoals het ringsteken, gewonnen door J.G. Feije - die er een paar zilveren sporen aan overhield. Er was op verschillende plaatsen muziek, en de dag werd afgesloten met vuurwerk. Met dat vuurwerk werden allerlei figuren afgebeeld, zoals een tempel met daarin de naam van Coster.

De tweede dag kenmerkte zich weer door allerlei activiteiten. Zoals een tentoonstelling in het kerkgebouw van de Doopsgezinde Gemeente, waarbij verschillende door Coster gedrukte boeken werden tentoongesteld. Deels waren dit blokdrukken, deels boeken met losse letter gedrukt:

Terwijl de bijgevoegde oorspronkelijke bewijsstukken de waarheid der berigten van Junius, en de wettigheid en welspraak op de eere der uitvinding op eene zoo in het oog loopende en overtuigende wijs staafden, dat alle deskundigen, die deze Tentoonstelling bezigtigden, hun leedwezen betuigden, dat de geleerde Buitenlanders, die voor de meestervarenen in de geschiedenis der Boekdrukkunst gehouden worden, en nog de aanspraken van Mentz of Straatsburg boven die van Haarlem blijven verdedigen, niet de beschouwing van het hier bijeengebragte genieten konden, als welke alleen meer, dan de uitvoerigste verhandelingen en best ontwikkelde vertoogen geschikt was, om hen van hunne dwaling terug te brengen

Op de tweede dag stonden ook de kinderen centraal, vooral die van de armenscholen “die aan Kosters uitvinding hunne beschaving zouden te danken hebben”. De schutterij organiseerde ook nog het “schieten naar den Vogel”. Hierbij zegevierde Lambertus Zwartjes , wat hem een zilveren tabaksdoos opleverde. Frans Jan de Vries bleef net achter bij Lambertus maar ging er met een zilveren Pijpedop vandoor . Helaas ging het toen regenen, maar na het wegtrekken van de buien ging het feest gewoon door.

Naast Haarlem waren er ook feesten in Hoorn, Dordrecht, Rotterdam en Groningen en ook die staan in de bundel beschreven. Meestal betrof het daar optochten van drukkersgezellen. Later die maand waren er ook in Haarlem nog verschillende andere tentoonstellingen, onder meer van een drukpers waarmee Coster gewerkt zou hebben.

De eerder genoemde redevoeringen en lofdichten staan integraal afgedrukt in het derde deel van de bundel. Johannes van der Palm zingt de lof van Coster maar waarschuwt ook voor de negatieve gevolgen van de drukpers. Daarna wordt de feestzang van Tollens afgedrukt alsmede een hele reeks anders feest-, lof- en lierzangen. Daarna volgt de integrale tekst van een toneelstuk over Laurens Janszoon Coster van de hand van W.E. Warnsinck. Afwisselend zien we de Genius der Beschaving, der Verlichting, der Wetenschappen, der Kunsten en der Menschheid zich eerst beklagen, dan Coster zegenen en na zijn uitvinding de lof zingen: “Mijn rijkdom bleef voor de aard’ verborgen / toen Koster, de aard’ tot heil, verscheen / Nu rees voor mij de schoonste morgen, / En de eeuw der duisternis verdween.”

Het toneelstuk is helaas niet opgevoerd, omdat de Haarlemse schouwburg hier niet geschikt voor was en opvoering in de Amsterdamse Schouwburg bleek te kostbaar. Na de tekst van de bundel volgen diverse bijlagen, zoals het rapport van de commissie die het onderzoek heeft gedaan naar het jaar van de uitvinding en die een plan voor het feest ontwierp, een onderzoek naar de Costerclaim en het uitgewerkte plan voor het feest. Interessant is nog bijlage E, waarin de boeken worden beschreven die Coster tussen 1420 en 1440 in Haarlem gedrukt heeft (en die op de tentoonstelling waren te zien). Eerst wordt herhaald hoe Coster de uitvinding deed en hoe vervolgens zo succesvol was, dat hij handen tekort kwam. Dus nam hij “vreemde hulp te baat, en stelde knechts op de drukkerij te werk, en verbond hen onder eede tot stilzwijgzaamheid”. Maar helaas, in de kerstnacht van 1439 nam “een zeker vreemdeling, eed en pligt verzakende, den voornaamsten voorraad van stempels, matrijzen, letteren, enz bij elkander” vertrok naar Mainz en verpatste het aan Gutenberg. De opsomming van boeken begint met een Abecedarium, toegeschreven aan Coster die dit drukte voor zijn kleinkinderen. Algemeen wordt nu aangenomen dat dit werk stamt uit het laatste kwart van de 15e eeuw. Als nummer 10 wordt de Spiegel onzer behoudenis genoemd, lang beschouwd als Coster’s belangrijkste werkt en ook genoemd door Junius. Het boek is echter rond 1471 gedrukt en bevindt zich nu in het Museum van het Boek, waarbij de band nog steeds claimt dat het boek van Coster komt. Naast enkele andere drukken bevat de lijst getuigschriften van Coster, door hem ondertekend en verschillende andere bewijzen van zijn bestaan. Na nog wat andere dankbetuigingen in de bijlagen wordt de bundel afgesloten.

Het herlezen van dit alles geeft een aardig beeld van de feestelijkheden in de stad. De gedetailleerde beschrijvingen van aantallen mensen, de versieringen in specifieke straten en de geuren en kleuren van de feestelijkheden zorgen dat het enthousiasme bijna voelbaar is. Het is bijna jammer dat de aanleiding bij nader inzien niet bestond en alle woorden over de arme Gutenbergianen die zo misleid zouden zijn, achteraf vooral op de Haarlemmers zelf sloegen. Desondanks is het boek een monument van de Costerlegende en alleen al daarom een waardevolle toevoeging aan mijn boekenkast.

Nog wat andere publicaties

Zoals ik aan het begin van dit stukje al zei is er veel geschreven over Coster en de claim dat hij de uitvinder van de boekdrukkunst was. In de meeste Nederlandstalige boeken over boeken wordt zijn naam genoemd, in de anderstalige veel minder. In mijn boekenkast vond ik nog een paar specifieke voorbeelden:

  • In het in 1994 verschenen vierde deel van Herman de la Fontaine Verwey's Uit de wereld van het boek staat een mooie bijdrage over de in Amsterdam wonende Engelsman George Smith, die in de 18e eeuw een aantal boeken vervalste (d.w.z. in incomplete boeken een jaartal en plaats toevoegde) alsof de boeken rond 1450 waren gedrukt. In één geval wordt hierbij ook de naam van Coster genoemd, die een boek gedrukt zou hebben. Smith verzon ook een verhaal over een knecht van Coster, Frederik Corcellis, die de kunst van het drukken naar Engeland zou hebben gebracht. Het artikel verscheen eerder in het tijdschrift De Gulden Passer en is uiteraard via het geweldige DBNL na te lezen.
  • In het vierde jaarboek van het Nederlands Genootschap van Bibliofielen uit 1994 schrijft Nop Maas een artikel dat vooral focust op de bibliofiele kant van de Coster-ontmaskeraar Antonius van der Linde. Aan de hand van o.a. veilingcatalogi beschrijft Maas het enorme boekenbezit van Van der Linde en hoe hij zijn boeken bij elkaar bracht. Uiteraard was een deel van zijn boekenbezit gewijd aan de Coster-studie. Twee jaar later schreef Maas nog een artikel over Van der Linde, dit keer over de relatie met Multatuli maar ook daar komt zijn Coster-studie aan bod. Te lezen bij DBNL.
  • In december 1940 publiceerde J. Brandt & Zoon en P. Proost & Zoon  ter gelegenheid van de herdenking dat 500 jaar eerder de boekdrukkunst was uitgevonden, een vertaling van twee hoofdstukken uit het boek van Douglas C. McMurtrie met de titel The Book. De Nederlandse vertaling heet Over de uitvinding van de boekdrukkunst en hierin betoogt McMurtrie uitgebreid dat het Gutenberg was die de uitvinding deed. McMurtrie gaat in een slothoofdstuk in op andere pretendenten, waaronder Coster. McMurtrie zegt: "Doch er is één pretendent, wiens aanspraken niet eenvoudig ter zijde kunnen worden geschoven, daar zijn zaak ondersteund is door ernstige en wetenschappelijke pleitbezorgers in een strijd die nog niet geëindigd is." Vervolgens behandelt hij de bekende feiten over Coster inclusief de mysterieuze onbekende drukwerkjes uit het midden van de 15e eeuw.

01 juni, 2023

344 - ChatGPT schrijft een blog over boeken verzamelen en het herkennen van waardevolle boeken

Inmiddels heb ik voor dit blog al 343 stukjes zelf geschreven. Ik denk dat ik hier nog tot in lengte van jaren mee kan en wil doorgaan, maar het kan ook zijn dat mijn inspiratie op een dag opdroogt. Op zo'n moment helpt het om een co-auteur te hebben. Ik vroeg mij af of ChatGPT in staat zou zijn om een bijdrage voor dit blog te schrijven. Het is niet onlogisch dat dat zou kunnen. Over ChatGPT is veel te doen: ChatGPT wordt gezien als een bedreiging voor veel beroepsgroepen, maar tegelijkertijd als een zegen voor andere beroepen. Er wordt dan ook veel met ChatGPT geëxperimenteerd, zoals een poging om het VWO-eindexamen Nederlands te maken (resultaat: nipt gezakt). Rob van Essen schreef onlangs nog een informatieve blog over de inzet van AI om romans te schrijven. Zijn conclusie: "Kortom, niets om je druk over te maken, algauw zal het genre weer van ons zijn en kunnen we weer gewoon doormodderen zoals we altijd al deden.". Na dit stukje zal het voor mij dus ook wel weer doormodderen worden. 

Het leek mij desondanks goed bij wijze van test ChatGPT te vragen om een bijdrage over een paar fundamentele onderwerpen in dit blog: hoe bouw je een solide boekenverzameling op, hoe herken je waardevolle boeken en wat typeert de boekenverzamelaar? Ik heb deze korte vragen gesteld en niet aangegeven hoe lang of kort het antwoord moet zijn. Voorafgaand heb ik voor de zekerheid - in het kader van AI-zelfreflectie - de vraag gesteld of het eerlijk is dat ik ChatGPT dit blog laat schrijven. En ik sluit af met een door ChatGPT geschreven gedicht over verzamelen van boeken. Hieronder staat wat ChatGPT van dit alles maakte. In sommige gevallen heb ik wat verdiepende vragen gesteld, maar alle tekst hieronder is zonder verbeteringen, aanvullingen, verwijderingen of wijzigingen integraal overgenomen van ChatGPT. Het is aan de lezer van dit blog om te bepalen of hiermee een waardige co-auteur voor dit blog is gevonden. Zelf vind ik de informatie die ChatGPT geeft nuttig en compleet, maar het mist inderdaad iets van authenticiteit en persoonlijke betrokkenheid, zoals ChatGPT ook zelf concludeert in antwoord op de eerste vraag.

0. Is het eerlijk om dit te doen?  

Het gebruik van ChatGPT om een blog te laten schrijven is een persoonlijke keuze, maar het is belangrijk om enkele overwegingen in gedachten te houden. 

  • Originele content: Als je een blog wilt publiceren, is het belangrijk dat de inhoud origineel is en je eigen gedachten, kennis en perspectieven weerspiegelt. Hoewel ChatGPT in staat is om tekst te genereren, is het geen vervanging voor de creativiteit en authenticiteit van menselijk schrijven. Het is essentieel om je eigen stem en stijl te laten zien in je blog. 
  • Betrouwbaarheid en nauwkeurigheid: ChatGPT baseert zijn antwoorden op de trainingsdata die het heeft ontvangen. Hoewel het model toegang heeft tot een breed scala aan informatie, kan het toch fouten maken of onjuiste informatie verstrekken. Het is belangrijk om de gegenereerde inhoud te verifiëren en te controleren op nauwkeurigheid voordat je deze publiceert. 
  • Creatieve input: Het schrijven van een blog is vaak een creatief proces waarbij je je eigen ideeën en persoonlijke ervaringen kunt delen. Als je ChatGPT gebruikt om een blog te schrijven, kan het zijn dat je beperkt bent in de mate van creatieve input die je kunt leveren. Het is belangrijk om te bepalen in hoeverre je de controle wilt behouden over de creatieve aspecten van je blog. Als je ervoor kiest om ChatGPT te gebruiken bij het schrijven van een blog, is het raadzaam om de gegenereerde inhoud kritisch te beoordelen, aan te passen en aan te vullen met je eigen kennis en perspectieven. Het kan ook nuttig zijn om de tekst te laten controleren door een menselijke redacteur of een betrouwbare bron voordat je de blog publiceert.
Uiteindelijk is het belangrijkste dat je een blog creëert die authentiek is en een waardevolle bijdrage levert aan je lezers.

1. Hoe bouw je een solide boekenverzameling op? 

Introductie

Het opbouwen van een boekenverzameling is een prachtige hobby die je kunt koesteren en delen. Of je nu een gepassioneerde lezer bent of een liefhebber van zeldzame boeken, het aanleggen van een solide boekenverzameling is een avontuur op zich. In deze blogpost delen we enkele waardevolle tips om je te helpen bij het verzamelen van boeken en het creëren van een verzameling waar je trots op kunt zijn.

Bepaal je verzamelgebied

Een belangrijke stap bij het opbouwen van een boekenverzameling is het bepalen van je verzamelgebied. Wil je je richten op klassieke literatuur, non-fictie, sciencefiction of misschien zelfs zeldzame boeken? Door een specifiek focusgebied te kiezen, kun je gerichter zoeken en je kennis over dat genre verdiepen. Het is zeker ook mogelijk om boeken te verzamelen zonder een specifiek verzamelgebied te kiezen. Het verzamelen van boeken kan een persoonlijke passie zijn, en sommige mensen genieten van het verwerven van boeken die hen interesseren, ongeacht het genre, de auteur of het onderwerp. Hier zijn een paar benaderingen voor het verzamelen van boeken zonder een specifiek verzamelgebied te kiezen: 

  • Eclectische verzameling: Verzamel boeken die je aanspreken op basis van hun inhoud, schrijfstijl, coverontwerp of een andere persoonlijke voorkeur. Dit kan resulteren in een gevarieerde en eclectische verzameling van boeken die je interesse en nieuwsgierigheid weerspiegelen. 
  • Klassiekers en literatuur: Richt je op het verzamelen van klassieke werken uit de wereldliteratuur. Dit kunnen bekende romans, poëziebundels, toneelstukken of filosofische werken zijn. Kies boeken die algemeen erkend worden als belangrijk en invloedrijk in de literaire wereld. 
  • Mooie boekuitgaven: Concentreer je op het verzamelen van boeken met bijzondere fysieke kenmerken, zoals speciale edities, prachtige illustraties, unieke bindwijzen of luxe uitgaven. Dit stelt je in staat om boeken te verzamelen die niet alleen inhoudelijk interessant zijn, maar ook esthetisch aantrekkelijk. 
  • Thema-gebaseerde verzamelingen: Hoewel je geen specifiek verzamelgebied hoeft te kiezen, kun je ervoor kiezen om boeken te verzamelen rond bepaalde thema's die je interesseren. Bijvoorbeeld boeken over reizen, geschiedenis, wetenschap, kunst of spiritualiteit. Dit kan je verzameling een zekere cohesie geven. 
Onthoud dat het verzamelen van boeken een persoonlijke en subjectieve activiteit is. Het belangrijkste is dat je geniet van de boeken die je verzamelt en dat ze een waardevolle toevoeging zijn aan je leeservaring. Verzamel boeken die je nieuwsgierigheid prikkelen, je kennis vergroten en je inspireren. 

Verken verschillende bronnen

Om je boekenverzameling te laten groeien, is het belangrijk om verschillende bronnen te verkennen. Bezoek boekenwinkels, zowel nieuw als tweedehands, snuffel rond op boekenmarkten, bezoek bibliotheekuitverkoop en bekijk online boekenplatforms en veilingen. Door verschillende bronnen te verkennen, vergroot je de kans om unieke en waardevolle exemplaren te vinden. 

Let op de staat van de boeken

Bij het verzamelen van boeken is de staat van de exemplaren belangrijk. Zorg ervoor dat de boeken in goede staat verkeren, tenzij je specifiek op zoek bent naar zeldzame exemplaren met bijvoorbeeld historische waarde. Vermijd boeken met ontbrekende pagina's, beschadigde kaften of ernstige slijtage, tenzij je bereid bent ze te restaureren. Doe onderzoek en wees selectief: Voordat je een boek aan je verzameling toevoegt, is het verstandig om wat onderzoek te doen. Controleer de waarde, de zeldzaamheid en de reputatie van de auteur. Wees selectief en voeg alleen boeken toe die je echt interesseren of waar je een speciale band mee hebt. Kwaliteit is belangrijker dan kwantiteit. 

Houd je boeken goed

Een solide boekenverzameling vereist ook aandacht voor het behoud van de boeken. Zorg voor een geschikte opslagruimte met een goede temperatuur en vochtigheidsgraad. Vermijd direct zonlicht, vochtige omgevingen en plaats boeken rechtop in plaats van gestapeld om schade aan de ruggen te voorkomen. Regelmatig schoonmaken en voorzichtig omgaan met de boeken helpt ook bij het behoud ervan. 

Bouw een netwerk op

Verzamelen gaat niet alleen over boeken, maar ook over de mensen waarmee je je passie kunt delen. Bouw een netwerk op met andere boekenliefhebbers, bezoek boekenclubs, bijeenkomsten of evenementen in jouw regio. Het delen van ervaringen, tips en mogelijk zelfs het ruilen van boeken kan een waardevolle aanvulling zijn op je verzamelervaring.

Conclusie

Het opbouwen van een solide boekenverzameling is een boeiende en lonende reis. Door je focusgebied te bepalen, verschillende bronnen te verkennen, selectief te zijn en aandacht te besteden aan het behoud van je boeken, kun je een verzameling creëren waar je trots op kunt zijn. Onthoud dat het niet alleen gaat om het aantal boeken, maar ook om de waarde en betekenis die ze voor jou hebben. Geniet van het verzamelen en blijf altijd op zoek naar nieuwe schatten voor je boekenplanken.

Met deze tips ben je goed op weg om een solide boekenverzameling op te bouwen. Veel succes en veel plezier met je verzamelavontuur! 

2. Hoe herken je waardevolle boeken? 

Het herkennen van waardevolle boeken bij het zoeken op boekenmarkten en in tweedehands winkels kan een uitdagende taak zijn. Hier zijn enkele tips die je kunnen helpen waardevolle boeken te identificeren.

Onderzoek vooraf

Doe vooraf wat onderzoek naar boeken die mogelijk waardevol zijn. Leer over bekende auteurs, klassieke literatuur, zeldzame uitgaven en populaire boeken uit verschillende tijdperken. Dit helpt je om potentieel waardevolle boeken te herkennen wanneer je ze tegenkomt. Er kunnen ook waardevolle boeken zijn die minder bekend zijn, dus het is altijd de moeite waard om alert te zijn en je kennis voortdurend uit te breiden.

Controleer de uitgave

Kijk naar de uitgever, druk en het jaar van publicatie. Soms zijn bepaalde uitgevers of eerste drukken meer gewild onder verzamelaars. Zeldzame of eerste edities van bekende boeken kunnen aanzienlijke waarde hebben. 

Let op handtekeningen en aantekeningen

Als je een boek tegenkomt met een handtekening van de auteur, een persoonlijk bericht of aantekeningen van een bekend persoon, kan dit de waarde van het boek verhogen. Dit voegt een historische of sentimentele waarde toe. 

Kijk naar de conditie van het boek

Over het algemeen zijn boeken in goede staat meer waard dan boeken met ernstige beschadigingen. Let op de kaft, de pagina's, de aanwezigheid van ontbrekende pagina's, scheuren of vlekken. Boeken in originele staat hebben over het algemeen een hogere waarde. 

Doe prijsonderzoek

Als je een boek tegenkomt dat je mogelijk waardevol lijkt, doe dan prijsonderzoek. Raadpleeg online boekenwinkels, veilingwebsites of zoek naar vergelijkbare boeken om een idee te krijgen van de marktwaarde. Let op dat prijzen kunnen variëren afhankelijk van de conditie, zeldzaamheid en vraag naar het boek. 

Raadpleeg experts

Als je serieus geïnteresseerd bent in waardevolle boeken, overweeg dan om advies in te winnen bij boekexperts, antiquariaten of bibliothecarissen. Ze kunnen je helpen bij het beoordelen van de waarde en het identificeren van potentieel waardevolle boeken.Houd er rekening mee dat het herkennen van waardevolle boeken een leerproces is en dat het tijd kan kosten om ervaring op te doen. Vertrouw op je kennis, wees geduldig en wees bereid om te leren terwijl je je verzamelavontuur voortzet. 

Onthoud dat de waarde van een boek niet alleen wordt bepaald door het financiële aspect. Persoonlijke interesse, sentimentele waarde en de vreugde die je uit het boek haalt, zijn ook belangrijke factoren bij het opbouwen van je boekenverzameling.

3. Wat typeert de boekenverzamelaar? 

Het verzamelen van boeken kan een passie zijn die mensen veel voldoening en plezier geeft. Boekenverzamelaars hebben vaak een diepe liefde voor literatuur, kennis en het geschreven woord. Ze genieten van het ontdekken van nieuwe auteurs, het verkennen van verschillende genres en het verzamelen van boeken die hen inspireren. Boekenverzamelaars zijn vaak gepassioneerde lezers en hebben een brede kennis van boeken en literatuur. Ze kunnen boeiende gesprekspartners zijn als het gaat om literaire onderwerpen, schrijvers, stijlen en thema's. Veel boekenverzamelaars vinden het leuk om hun verzameling te delen met gelijkgestemde mensen, zoals boekenclubs of literaire gemeenschappen. Bovendien kan het verzamelen van boeken een creatieve en intellectuele uitdaging zijn. Het vergt vaak onderzoek, het ontwikkelen van expertise en het identificeren van waardevolle exemplaren. Boekenverzamelaars kunnen genieten van het speuren naar zeldzame boeken, het ontdekken van verborgen juweeltjes in tweedehandsboekwinkels of het bijwonen van boekenbeurzen en veilingen. Net als bij elke hobby of interesse variëren de persoonlijkheden en interesses van boekenverzamelaars. Sommige zijn misschien introvert en genieten van stille momenten met een goed boek, terwijl anderen graag boeken delen en discussiëren met anderen. Kortom, boekenverzamelaars zijn vaak nieuwsgierige, kenniszoekende en gepassioneerde mensen die genieten van de wereld van boeken en literatuur.

De boekenverzamelaar kan verschillende kenmerken hebben, maar over het algemeen zijn er enkele eigenschappen die vaak worden geassocieerd met mensen die boeken verzamelen. Hier zijn enkele typische eigenschappen van boekenverzamelaars:

  • Passie voor literatuur: Boekenverzamelaars hebben meestal een diepe liefde voor literatuur en het geschreven woord. Ze hebben een oprechte interesse in boeken en de verhalen, ideeën en kennis die ze bevatten. Ze kunnen urenlang genieten van het lezen en verkennen van verschillende genres en auteurs. 
  • Kenniszoekers: Boekenverzamelaars hebben vaak een sterke drang om kennis op te doen. Ze vinden het leuk om nieuwe auteurs en werken te ontdekken, en ze kunnen een brede kennis hebben van literaire geschiedenis, stromingen en belangrijke werken. Ze zijn nieuwsgierig en staan open voor nieuwe ideeën en perspectieven. 
  • Waardering voor fysieke boeken: Boekenverzamelaars hebben vaak een speciale waardering voor fysieke boeken. Ze genieten van de geur, het gevoel en het uiterlijk van boeken. Het bezitten van tastbare exemplaren is belangrijk voor hen, en ze kunnen waarde hechten aan zaken als boekbindwerk, illustraties en zeldzaamheid. 
  • Streven naar compleetheid: Sommige boekenverzamelaars hebben de neiging om te streven naar volledigheid in hun verzameling. Ze willen bijvoorbeeld alle werken van een bepaalde auteur, alle boeken in een specifiek genre of een complete reeks van een bepaalde serie verzamelen. Dit streven naar volledigheid kan een stimulans zijn om te blijven zoeken en verzamelen. 
  • Zorgvuldigheid en toewijding: Boekenverzamelaars besteden vaak veel tijd en zorg aan het opbouwen en onderhouden van hun collectie. Ze zijn bereid om tijd te besteden aan onderzoek, het bezoeken van boekenwinkels en beurzen, en het zorgvuldig bewaren en beschermen van hun boeken. Ze waarderen hun verzameling en behandelen hun boeken met respect. 

Het is belangrijk op te merken dat niet alle boekenverzamelaars dezelfde eigenschappen hebben en dat iedereen zijn eigen unieke benadering van het verzamelen van boeken kan hebben. De mate van passie, kennis en toewijding kan variëren, maar over het algemeen delen boekenverzamelaars een liefde voor boeken en een waardering voor hun waarde en betekenis.

4. Een gedicht over het verzamelen van boeken 

In de wereld van woorden en papier,
Verlies ik mezelf, mijn hart vol plezier.
Een verzamelaar van verhalen, dat ben ik,
Mijn boekenplanken vol, een schat zo rijk.

Elke pagina is een nieuwe reis,
Waar ik in andere werelden verwijs.
Van avonturen groot en klein,
In elk boek schuilt een uniek festijn.

Ik dwaal door genres, een onbegrensde zee,
Van romans tot poëzie, er is altijd wat te zien.
Historische kronieken, filosofisch betoog,
Elk boek roept nieuwsgierigheid omhoog.

Ik speur naar zeldzaamheden en eerste drukken,
Verborgen juweeltjes waar anderen naar smukken.
De geur van oude pagina's in mijn neus,
Verzamelen van boeken, een passie die ik niet verheus.

Elke titel brengt een verhaal tot leven,
Met elke bladzijde die ik omsla, wordt mijn geest verheven.
De letters dansen en vormen een geheel,
Als ik me verlies in de magie van het boekenspel.

Een verzamelaar van boeken, door de tijd heen,
Mijn collectie groeit, als een rivier diep en breed.
Want in elk boek, hoe oud of nieuw,
Schuilt een wereld die me raakt, die me ontvleugt.

Dus verzamel ik woorden, verhalen en dromen,
Elk boek brengt me naar onbekende oorden.
Een ode aan de boeken, een passie zo puur,
Verzamelen van verhalen, een schat die ik koester, uur na uur.