27 januari, 2006

90 - Goede oogst op gedichtendag

Het begint al een goede gewoonte te worden om tijdens gedichtendag aanwezig te zijn in boekhandel Verwijs, ik schreef er vorig jaar ook al over. Los van het feit dat het een schitterende boekhandel is op een prachtplek, de Haagse Passage, was er tijdens deze gedichtendag ook genoeg te doen. Er werden namelijk prijzen uitgereikt door Poetry International voor de beste gedichten van het jaar, zie hier de gedichten. Juryvoorzitter Femke Halsema deed een praatje en daarna mochten de drie prijswinnaars, Koenraad Goudeseune (zie ook hier), Piet Gerbrandy en Erik Jan Harmens, hun winnende gedicht voordragen aan de ongeveer 25 gasten. Met name de voordracht van Erik Jan Harmens was indrukwekkend: een duidelijke, welluidende stem die met kracht een gedicht voordroeg uit zijn bundel “Underperformer” over een autistische jongen. Indrukwekkend mooi. Harmens geselde de toeschouwers met zijn gedicht.

Maar de held van de dag was toch wel Menno Wigman. Wigman is de schrijver van de speciale gedichtendagbundel, die voor de zevende keer verschijnt. Ik had nog nooit van Wigman gehoord, ja het is schandalig, maar nadat ik op de site van Poetry International zijn gedicht “Tot besluit” uit de bundel “Dit is mijn dag” (2004) had gelezen was ik verkocht. Wat een indrukwekkend gedicht! Nu al een klassieker. 

Tot besluit
 
Ik ken de droefenis van copyrettes, 
waar holle mannen met vergeelde kranten, 
bebrilde moeders met verhuisberichten,
 
De geur van briefpapieren, bankafschriften, 
belastingformulieren, huurcontracten, 
de inkt van niks die zegt dat we bestaan. 

En ik zag Vinexwijken, pril en doods, 
waar mensen roemloos mensen willen lijken, 
de straat haast vlekkeloos een straat nabootst. 

Wie kopiëren ze, wie kopieer 
ik zelf? Vader, moeder, wereld, DNA, 
daar sta je met je stralend eigen naam, 

Je hoofd vol snugger afgekeken hoop, 
op rust, promotie, kroost en bankbiljetten. 
En ik, die keffend in mijn canto´s woon, 

had ik maar iets nieuws, iets nieuws te zeggen. 
Licht. Hemel. Ziekte. Liefde. Dood. 
Ik ken de droefenis van de copyrettes.  

“Tot besluit” staat niet in de speciale bundel, maar Wigman las drie gedichten voor die wel in de bundel staan. Het was bijzonder om bij deze performance te zijn. Het was ook bijzonder om de gedichtendagbundel daarna door Wigman te laten signeren. Tot slot was het bijzonder om de speciaal voor vandaag bedrukte zakdoek met een dichtregel van Wigman te ontvangen. Kortom, Verwijs was weer eens een winkel vol lekkernijen waar ik gretig van geproefd heb. 

Dat signeren was trouwens nog een ervaring apart. Ik schreef al eerder over een signeersessie van Hugo Claus waar ik bij was en waarbij ik mij verbaasde over de toch wat onbeschaamde houding van iemand in de rij die zijn hele bibliotheek had meegenomen en tassen vol boeken van Claus liet signeren, met achter hem een steeds meer groeiende en licht geïrriteerde rij. Vandaag was het niet anders. Direct voor mij stond een man, Harry heette hij, die vijftien exemplaren van Wigman’s bundel had gekocht en deze allemaal liet signeren. Hij leverde er een briefje met namen bij en of Wigman de juiste bundel met de juiste naam wilde vullen. Dat deed de dichter, want waarom zou je dat ook weigeren? Maar irritant was het wel. Ik hield het op twee te signeren bundels en heb toen de dichter gecomplimenteerd met zijn gedicht “Tot besluit”, wat hij kennelijk erg op prijs stelde. Ik ben een tevreden mens, die heel tevreden verontrustende poëzie van Wigman tot mij neemt. 

22 januari, 2006

89 - Klein maar zijn

Wanneer een collectie eenmaal min of meer up-to-date is, wordt het vooral een kwestie van bijhouden: scherp opletten wanneer een bijpassende uitgave op de markt komt, en dan toeslaan.  Zo kocht ik het laatste boek uit de stal van Hugo Brandt Corstius, "klein maar zijn", dat wordt gepubliceerd onder de naam "Batticus", het pseudoniem waaronder hij tegenwoordig stukjes in Het Parool schrijft. Een mooi vormgegeven uitgave, dat kennelijk bedoeld is als een soort overzicht van zijn schrijverschap. Want op de achterkant schrijft hij: "De laatste zestig jaar heb ik onder dertig namen in veertig bladen tienduizend stukken geschreven. De zeventig kortste staan in de boekje". Ik weet niet wat ik er van moet denken. De zeventig kortste uit al die jaren zijn dit in elk geval niet, want diverse bijdragen zijn langer dan één pagina en ik kan moeiteloos uit mijn eigen bibliotheek diverse kortere teksten van Brandt Corstius aanleveren dan in dit boekje staan. De zeventig beste zijn het helaas ook niet. Er staan goede stukken in, maar bijdragen die ik mij herinner als de beste staan hier niet in. Ik heb betere politieke columns van Grijs gelezen, betere woordspelletjes van Battus en betere wetenschappelijke uiteenzettingen van Brandt Corstius. Het lijkt alsof er geen gedachte achter dit boek zit, geen thema. En dat is vreemd voor iemand die in staat is met mathematische precisie een boek te maken (zoals Opperlans!) waarin het aantal pagina's en onderwerpen onderworpen is aan allerlei correcte vermenigvuldigingen en vergelijkingen. Ik ben niet de enige die dit opvalt. Een recensie van Jurgen Tiekstra eindigt met "Maar voor de rest: is dit nou onze grote columnist?". En dat ben ik met hem eens. Kees Fens is milder in zijn recensie voor de Volkskrant. Achterop het boek worden de pseudoniemen van Brandt Corstius genoemd. De meeste ken ik wel, maar de pseudoniemen Christiaan Brood, Al Brahms Cantar, Balthasar Gerards, Maria Mulder, Manneke Pik, G. Prijs, Ed Reveil, Trui Schandborst, Celina Smits, Hugh Stairs, Cees Stam, Juha Tanttu, Jozef Trapjes, Margriet Vermeer en Joris de Waal lees ik voor eerst. Het is ook niet zo dat van al deze pseudoniemen een voorbeeld in het boek staat, dat zou dan wel weer aardig zijn geweest. Cees Stam, Joris de Waal en Jozef Trapjes staan er wel in, maar de rest niet. Het pseudoniem Ed Reveil wordt op deze pagina toegeschreven aan de politicus Anne Vondeling en in het boek "... Honderd, ik kom!" van een aantal pseudoniemen van Brandt Corstius wordt dat gek genoeg ook gezegd. Overigens komt in datzelfde boek een verwijzing naar Hugh Stairs voor als auteur van een aantal boeken over vogels, muziek en taal (of iets dergelijks), maar deze fictieve literatuurverwijzing heeft Brandt Corstius nu kennelijk als pseudoniem gekaapt. Christiaan Brood heeft een recensie geschreven over Opperlans!, maar als dit een pseudoniem is, dan is door Brandt Corstius in NRC een recensie geschreven over zijn eigen boek! (n.b. in het in 2020 verschenen boek "Het beste van Hugo Brandt Corstius" staat dat dit inderdaad HBC zelf was die deze recensie bij NRC inleverde met de mededeling "Hierbij een aanval op mijzelf". 

De Electrologica X8
In het boek staat een bijdrage dat eigenlijk een computerprogramma is. Die bijdrage is ondertekend met "Electrologica X8". Dat moet dan ook een pseudoniem van Brandt Corstius zijn, hoewel die niet op het omslag wordt aangekondigd. In feite is het ook geen pseudoniem, maar een heuse computer uit het Mathematisch Centrum in Amsterdam, waar Brandt Corstius jaren heeft gewerkt. Er is bij het 25-jarig bestaan van het Mathematisch Centrum zelfs een lied over het apparaat gemaakt: 
oh wat een X8 
oh wat een X8 
hij's snel en langzaam tegelijk
als i stuk is een oud lijk 
machien waar iedereen om lacht 
't is onze X8. 
Zie hier een beschrijving van al dit fraais.  Zo beschouwd is "Klein maar zijn" toch wel weer een aardig boekje: het levert een bijdrage voor het weblog op, er zijn één of twee opmerkelijke pseudoniemen onthuld die een valse recensent en een mogelijk ten onrechte beschuldigde politicus blijken te zijn, een computer is aan de vergetelheid ontrukt en bovendien ziet het boekje er toch wel mooi uit. Uiteindelijk brengt elk boek dus wel iets goeds. 

21 januari, 2006

88 - Uitverkoop

 bijna niet meer de winkel van Van Stockum
Boekhandel Van Stockum
in Den Haag houdt uitverkoop in haar winkel in de Venestraat. De hele voorraad, oude en nieuwe boeken, gaat met 50% korting de deur uit. Helaas is het voor alle lezers van dit blog nu te laat, want de winkel sluit op maandag 23 januari. Gelukkig blijven de andere filialen open, want Van Stockum is een fantastische winkel. En dus heb ik natuurlijk veel te veel boeken gekocht. Ik had nog geluk dat ik pas aan het einde van de drie weken uitverkoop ontdekte dat er überhaupt uitverkoop was, anders was ik definitief aan de bedelstaf geraakt, maar nu scheelde het ook niet veel. Het mooie van deze uitverkoop was enerzijds dat een deel van de nieuwe voorraad werd uitverkocht - dus kocht ik een gloednieuw, geseald, exemplaar van "Adonis/Bel-Ami" van Guy de Maupassant niet voor 32,50 euro maar voor 16,25 euro (zoals ik hier schreef stond die al een tijd op mijn zoeklijst). Maar tegelijkertijd werden de kelders leeggeruimd waardoor onafzienbare stapels romans, kookboeken, kunstboeken werden aangeboden, maar dat was niet de gebruikelijke rotzooi die in de witte boekenhandels staan en die overal hetzelfde kosten. Hier ging het om kelderrestanten die je eigenlijk nergens anders ziet. Ik heb een paar boeken gekocht waar nog prijsstickers in guldens opzaten. Boeken die dus al minstens vijf jaar in de winkel lagen, of ergens in een kelder, maar die nu een waardige plek krijgen in mijn boekenkast. Zoals de verhalenbundel "Oudergewoonte", een bundel verhalen in de Joodse traditie van onder meer Marcel Möring, Frans Pointl, Arnon Grunberg en Rogi Wieg uit 1999. Het moest destijds 25 gulden kosten (omgerekend 11,34 euro), was ooit afgeprijsd naar 5 euro en kreeg een foeilelijke oranje sticker met die prijs opgeplakt en mocht dus nu met mij mee voor 2,5 euro. Ook de lezing van Rudi van Dantzig, "De armoede die niet verdwijnt" (een toespraak gehouden ter gelegenheid van de Dodenherdenking in 1999) kostte ooit 7,50 gulden en toen 3,40 euro maar was uiteindelijk voor 1,70 euro voor mij.  Even nazoekend blijkt hier een overzicht te staan van de toespraken t.g.v. de Dodenherdenking en hier t.g.v. Bevrijdingsdag. Handig overzichtje om te zien welke ik nog mis! Het allermooiste was eigenlijk wat ik vond in een bijna vergeten doos. Een luxe exemplaar van de Dake Annotated Reference Bible, dat is een Bijbel in de King James vertaling, voorzien van een onvoorstelbare hoeveelheid verklaringen, toelichtingen, overzichten, etc. Een feest om te lezen en in te studeren. een voorbeeld van een dichtbedrukte pagina in Dake Ooit koste deze Dake 84,20 euro. Maar hij was al afgeprijsd naar 9,95 euro. Dus met de korting heb ik de Dake gekocht met 80 euro korting ten opzichte van de originele prijs. Ik ben drie keer in Van Stockum teruggeweest en ben geheel verzadigd. Klaagde ik rond de jaarwisseling nog over mijn gemiddelde boekenaankoop in 2005 dat minder dan één per week was, tot op heden is het gemiddeld bijna één per dag. Het wordt een mooi jaar. 

16 januari, 2006

87 - Scheurkalender

Ik heb een literaire scheurkalender voor 2006 gekregen. Elke dag een kort verhaaltje, speciaal voor deze uitgave geschreven door "51 gerenommeerde Nederlandse en Belgische auteurs". Die verhaaltjes variëren van een paar regels, tot een paar alinea's.

Op de voorkant van elk blaadje leer ik welke auteur er jarig is of was. Vandaag is dat Nel Benschop, die helaas vorig jaar overleden is. Nel ken ik wel, maar de afgelopen dagen heb ik geleerd dat Johannes Kinker (†1845), Tjits Veenstra (†1999), Jan Walch, Gerard Diels (†1956), Peter Ghyssaert, Herman Portocarero, Werner Pauwels, Lucienne Stassaert, Arita Baaijens, Marcel Mathijs (†1964) en Alain Teister (aka Jacob Martinus Boersma, †1979) jarig zijn geweest. Die ken ik allemaal niet.

Carry van Bruggen (†1932), Rascha Peper, Anton van Duinkerken (†1968), Dirk Ayelt Kooiman, Aart Romijn (†1996), Anja Meulenbelt, Frans Kellendonk (†1990), Ivo Michiels, Thomas Rosenboom, Johannes Kneppelhout (aka Klikspaan, †1885), Frida Vogels, Wessel te Gussinklo, Theodor Holman, Bas Heijne, Mies Bouhuys, Jacques Hamelink, Isaac da Costa (†1860), F.C. Terborgh (aka Reijnier Flaes, †1981) en Bernlef waren ook jarig maar die ken ik gelukkig wel.

Op 5 en 13 januari was niemand jarig, althans niet een gerenommeerd auteur die een plekje op de scheurkalender verdient volgens Ed van Eeden en Jan Luitzen, de samenstellers. Maar denken we wel aan de verjaardag van de voor mij volslagen onbekende Loeki Zvonik morgen, 16 januari dus? Loeki wordt 71 volgens de scheurkalender, maar volgens deze link is ze in 2000 overleden en dus niet ouder geworden dan 65. Hier wat meer informatie over haar.
Dit wetende leef ik de rest van het jaar in twijfel: zijn de door de scheurkalender als levend benoemde auteurs nog wel onder ons, zoals Albert Bontridder (moet 85 worden op 4 april)?

Vandaag werd ik in elk geval verblijd met een verhaaltje van Walter van den Broeck, onder de titel "Rommelmarkt". Van den Broeck is ook een sneuper, naar boeken en naar taal.

Ik ben verzot op rommelmarkten. Schatten hoop ik er niet te vinden, maar wel boeken die al lang niet meer in de handel zijn. Maar ik ga ook voor de taal. Met wijd open oren loop ik langs de standjes. Soms ben ik echt jaloers. Dialogen waar ik soms een dag lang op zit te zwoegen, vliegen je daar om de oren.
Op zondag zie ik een hoogrode en heel dikke vrouw - ik heb het nu over minstens honderdvijfentwintig kilogram - langs de standjes waggelen met een piepklein hometrainertje.
Eén van de standhouders roept: "Amai, Mariette, we gaan je niet meer herkennen!".
Ze brengt een ietwat moedeloze glimlach voort en waggelt haars weegs.
"We gaan je niet meer herkennen!"
Kijk, dit is nu een schoolvoorbeeld van een raccourci of verkorting. Wat hij eigenlijk zegt is: "Amai, Mariette, als je elke dag een half uurtje op dat ding peddelt, ben je binnenkort zo slank dat we je niet meer zullen herkennen." (Eigenlijk is het een heel charmant compliment.)
Het moedeloze glimlachje dat erop volgt, zegt misschien nog meer: "Ach, ik heb al van alles geprobeerd. Pillen, peperdure dieetproducten. Niets helpt. En dit was voor een prikje te koop. Baat het niet, schaden zal het ook wel niet, zeker."
Hoe het dat ook weer in de schrijverij? Less is more. Precies.

Bedankt Walter, voor deze bijdrage vandaag. Morgen is A.F.Th. van der Heijden aan de beurt in een rancuneus stukje (contra Arnon Grunberg en Michaël Zeeman). Ik heb het stiekem al gelezen. Foei!

08 januari, 2006

86 - Vrouwenhaar en andere kleine oplages

Erg gelukkig ben ik met de jongste Bordewijk-loot aan mijn verzameling: het minibundeltje “Vrouwenhaar”, uitgegeven door de Bosbespers in samenwerking met de Ravenbergpers en totstandgebracht door Rody Chamuleau. 

De Bosbespers - een mooie naam voor wat ook wel een “margedrukker” heet, oftewel een drukker die uit liefhebberij schitterende boekjes in kleine oplages maakt - kende ik wel. Ik bezit verschillende uitgaven van deze uitgeverij, die allemaal uit de jaren ’80 stammen. Zo heb ik de Bosbespers-uitgaven “De hoogten van Doyle, de trog van Bordewijk” (1988, thematische vergelijking tussen verhalen van Doyle en Bordewijk in een oplage van 150), “Schaduw, Stemming en Stil Water” (1989, voorstellen voor straatnamen van Bordewijk aan de Haagse straatnamencommissie in een oplage van 150) en “Vijf kleine verhalen” (1983, verhalen die in diverse bladen stonden opnieuw gepubliceerd). Overigens zijn die straatnamenvoorstellen van Bordewijk in nog een andere uitgave gepubliceerd, het boekje “Straatnamen” uit 1984 van de Avalon Pers in Woubrugge (oplage: 100), die - het houdt niet op - ook het verhaal “De publieke fotolach” van Bordewijk in 1984 hebben uitgegeven in een oplage van 125.

Gelet op het tijdsverloop sinds de uitgaven van de Bosbespers had ik niet op nieuw werk gerekend. Een artikeltje van Arjan Peters in de Volkskrant over deze uitgave zette mij op scherp: een nieuwe van de Bosbespers! En: dit soort uitgaven komt in kleine oplages, zo rond de 100, 150 stuks. Ik moest dus snel handelen. Dat snelle handelen viel nog niet mee. De internetpagina’s van De Bosbespers bleken onbereikbaar, in de telefoongids komt de drukker niet voor en ik heb geen idee of de boekjes in een boekhandel te koop zijn en welke dan. Gelukkig bracht googlen op een combinatie van termen “Bosbespers” en “Oosterbeek” een hit op van een pagina waar een telefoonnummer stond. Na enkele vergeefse pogingen kreeg ik iemand van de Bosbespers zelf aan de lijn. We spraken plezierig over mooie boekjes, verheugden ons in de - naar wij hoopten toegenomen - Bordewijk-belangstelling (onder meer blijkend uit de “Parelduiker”-uitgave van zomer 2005 over Bordewijk) en ik werd op de hoogte gesteld van mogelijk toekomstige Bordewijk-uitgaven omdat er de weduwe van de zoon van Bordewijk nog meer nagelaten werk had vrijgegeven (naast datgene wat al in “de Parelduiker” was verschenen). Het gesprek was ook voor hem kennelijk zo plezierig, dat mij de verzendkosten van het boekje werden kwijtgescholden.  

Twee dagen later bezat ik “Vrouwenhaar”. Drie verhalen van Bordewijk, voorafgegaan door een inleiding van Rudy Chamuleau. Toen bleek ook de Ravenbergpers een rol te hebben gespeeld. Die kende ik nog niet. Op de site van de margedrukkers komen zij voor en deze drukker blijkt recent onder meer naam te hebben gemaakt met Rechter Tie-uitgaven (zie hier en hier). Het is een klein maar mooi verzorgd boekje. Naast de verhalen en de inleiding een paar foto’s van Bordewijk, een speciaal voor deze uitgave getekende cartoon van Stefan Verwey en een afbeelding van een pagina van een manuscript van Bordewijk. Bij die afdruk staat echter geen herkomst. Van welk boek is dit een pagina uit het manuscript? Ik kan er niet tegen dat ik dat niet weet. Naar de boekenvoorraad dus, en bladeren in de meters Bordewijk. Op de pagina van het manuscript staat het getal “27”, het is dus waarschijnlijk een pagina uit het begin van het boek. In het boekje staat een foto van Bordewijk die een exemplaar van “Tijding van ver” krijgt, dat is de eerste optie. Ik zag in het manuscript een zin die begint met de naam “Leontien” en even verder zie ik “Aurora” staan. Leontien en Aurora? In “Tijding van ver” komen deze namen niet voor. Vaag herinner ik me Aurora uit een boek over een schilder…”Bloesemtak”!! En inderdaad, in “Bloesemtak” heet één van de personen Aurora en uiteindelijk blijkt de foto van het manuscript bladzijde 34 uit de eerste druk van “Bloesemtak” te zijn. Mijn geheugen blijkt nog uitstekend, want ik heb Bloesemtak ruim een decennium geleden voor het laatst gelezen. Wie ook een gelukkige bezitter wordt van “Vrouwenhaar” hoeft deze puzzel in elk geval niet meer op te lossen en kan zich volledig richten op het genieten van dit boekje. 

03 januari, 2006

85 - Terugblik 2005

Het is voor mij persoonlijk een wisselvallig boekenjaar geweest. Voor de tweede keer - waarmee dus een traditie is geboren - geef ik een terugblik op het afgelopen jaar, bkeeken vanuit het perspectief van mijn boekencollectie.

Als ik kijk naar het aantal ingeslagen boeken, dan is het een ronduit matig jaar geweest. Afgelopen jaar heb ik 49 boeken aan mijn collectie toegevoegd, dat is gemiddeld minder dan één boek per week. In 2004 heb ik nog 61 boeken gekocht. Ik heb het eenvoudigweg te druk gehad met andere dingen om mij volop te kunnen concentreren op de boekencollectie. En ik heb natuurlijk niet gescoord bij de laatste veiling van Bubb Kuyper, dat had het jaar in één klap goed kunnen maken.

Mijn eerste boek in 2005 kwam op 20 januari aan en was van Toon Tellegen, “Is er dan niemand boos?” (2004: op 14 januari kocht ik “Oblomow” van Gontsjarow).

Het laatste boek in 2006 werd op 28 december gekocht, namelijk “Klein maar zijn” van Batticus (2004: op 20 december kocht ik “Pater Noster”, het Onze Vader in negen verschillende talen, gekalligrafeerd door Pieter Wetselaar). Daartussen lagen de 47 andere titels.

Mijn belangrijkste bibliofiele (misschien zelfs bibliomane) voornemen is dan ook dat ik in 2006 meer boeken ga kopen, liefst nog (veel) meer dan in 2004. Aan dat goede voornemen heb ik inmiddels een begin van uitvoering gegeven door op 2 januari mijn eerste aanschaf te doen (een bijzondere uitgave van Bordewijk), waarover in een volgende bijdrage meer.

Was het kwantitatief een mager jaar, kwalitatief was het gelukkig toch in veel opzichten bevredigend. Ik heb, zoals in twee afleveringen van dit weblog beschreven, mijn Van Dis-collectie compleet gemaakt door in totaal twee titels van Van Dis en twee titels over Van Dis te kopen, sommige na jarenlang zoeken. Ook was het een goed Büchjaar: ik heb in totaal vier titels van de hand van Büch gekocht die allemaal eerst in zijn eigen bezit waren (Geluk, Bladeren in het hemelruim, De wereld in een vitrinekast, Onder dit schrijven vallen mij de oogen toe). Bijzonder was ook dat ik drie “books on books” heb kunnen kopen; Angelsaksische literatuur over en door boekenverzamelaars: Basbanes, Collins en Goldstone zijn aan mijn voorraad auteurs toegevoegd. Bijzonder was verder mijn zomerse uitstapje naar Weimar waar ik mij heb vergaapt aan de Goethe-industrie. Verder blijk ik bij nader inzien mijn bestand aan Argentijnse titels bijna verdubbeld te hebben. Na drie titels van Borges die ik al langer had is mijn Argentijnse bezit inmiddels uitgebreid met Dominquez (Het papieren huis) en Manguel (Een geschiedenis van het lezen). Twee boeken over boeken, het blijkt dat Argentijnen goed over boeken kunnen schrijven, ook Borges wist daar wel raad mee. Terzijde: van Abdelkadar Benali kocht ik het boek “De Argentijn”, dat overigens niet over boeken en ook niet echt over Argentijnen gaat.
Helaas was 2005 een mager Nescio-jaar. Alleen het luisterboek van “Titaantjes” is aan mijn collectie toegevoegd. Dat moet beter, de eerste Nescio-bestelling is dan ook inmiddels de deur uit (waarover in een latere bijdrage meer).

Dan dit weblog. 2005 was het eerste volle jaar dat het weblog in de lucht was. Ik heb 52 bijdragen geschreven, een gemiddelde van één per week dat ik minimaal wil volhouden en liefst opvoeren. Er zijn in 2005 volgens mijn Nedstattellers 13746 of of 13965 bezoekers geweest. Waarom twee tellers op één en dezelfde pagina verschillende uitkomsten geven is mij overigens een raadsel. Hoe dan ook is bijna 14.000 bezoekers een mooi aantal, met 85 pageviews op 9 november als fraai record. Het betekent dat ik vanaf nu ook vergelijkingen per maand kan maken van de bezoekersaantallen: hoe verhoudt januari 2006 zich tot januari 2005? De periode voor 2005 reken ik niet mee, omdat dit weblog toen nog in opbouw was en de bezoekersaantallen laag. Tussen november 2004 en november 2005 heb ik bijvoorbeeld een stijging van 199% gezien, maar dat is geen realistische vergelijking.
Mijn pagina met boekenlinks suddert netjes door, met gemiddeld zo’n 8-10 bezoekers per dag, maar voor mij vooral een handig online naslagwerk. Hoewel, sudderen: tussen november 2004 en november 2005 was een stijging van 4214% zichtbaar (van 7 naar 302 bezoekers in een maand). Maar ook voor deze pagina reken ik de periode voor 2005 maar niet mee.

Al met al was 2005 kwalitatief goed voor mijn bibliotheek, maar kwantitatief minder. Voor het weblog was 2005 kwalitatief én kwantitatief goed. Maar voor beide is de ambitie er een tandje bij te zetten in 2006, en als het goed is plukken jullie, lezers, daarvan de vruchten.