Schreef ik eerder al over efemeer drukwerk dat ik opdook bij de voorjaarsveiling van Bubb Kuyper, deze keer een stukje over een nieuwe stapel efemere uitgaven. De stapel kwam dit keer niet van een veiling, maar gewoon van Marktplaats.
Scrollen door advertenties op Marktplaats vraagt veel geduld, maar levert bij tijd en wijle mooie dingen op. Zo viel mijn oog onlangs op een advertentie met de titel "klein archief Haagse Comedie" voor de verbluffende prijs van 1 euro. In de beschrijving werd aangegeven dat het ging om een soort van historisch archief van producties van de Haagse Comedie (en een paar andere gezelschappen). Ik schreef al eerder over de Haagse Comedie waar ik ooit een jaar op kantoor werkte, en daarna nog een tijd als verkoper van tekstboekjes tijdens voorstellingen. Ook vorige keer was sprake van een mooie Marktplaatsvondst. Vanuit jeugdsentiment blijf ik echter geïnteresseerd in dit historische gezelschap, en zo kwam het dat ik deze advertentie zag.De deal met de aanbieder was supersnel gemaakt: ik hoefde uiteindelijk alleen maar de verzendkosten te betalen voor deze collectie, verder wilde ze er niks voor hebben. Niet eens de ene euro dus. Dit maakte mij natuurlijk wel nieuwsgierig: wat was het verhaal achter deze advertentie? Was dit afkomstig van een oud-medewerker van het gezelschap? Was er nog meer materiaal beschikbaar? En waarom voor zo'n laag bedrag op Marktplaats?
Het klein archief bleek afkomstig te zijn van een recent overleden familielid van de aanbieder. Dit familielid had altijd een passie voor theater gehad. Zij had de programmaboekjes en informatie over voorstellingen die zij bijwoonde al die jaren bewaard en dat werd zo een indrukwekkende stapel. Dat deze bezoeker een passie voor theater had bleek ook wel uit de enorme hoeveelheid folders en boekjes. Nadat ik het op jaar had gesorteerd, zag ik dat zij meerdere keren per seizoen een voorstelling bijwoonde. Dat was eenvoudig te achterhalen omdat op de programma’s vaak met pen de datum had geschreven waarop ze de voorstelling had bijgewoond. Op verschillende plekken waren krantenknipsels ingevoegd met de recensie van het stuk. Bij het opruimen van de boedel vonden de nabestaanden deze stapel en was het idee eerst om het weg te gooien. Maar de aanbieder vermoedde dat er nog wel iemand interesse in zou kunnen hebben, en dat was goed gedacht: ik ben blij dat deze programma’s nu bij mij in de kast staan.
Intermezzo: een Haagse verhalenbundel
Terwijl ik deze Haagse theaterherinneringen aan het sorteren was, herinnerde ik mij een passage uit het boek dat ik op dat moment aan het lezen was: Het verdriet van Eline van Jan Paul Bresser (een mooi gesigneerd exemplaar). Dit boek is een bundeling verhalen over levens van (oudere) mensen in de Haagse binnenstad en staat vol met verwijzingen naar kenmerkende Haagse plaatsen en gebeurtenissen. De verhalen zijn een feest van herkenning en bevatten allerlei terloopse opmerkingen die je alleen herkent als je uit Den Haag komt. Onvermijdelijk komen de hoofdpersonen dan natuurlijk ook in de mooiste schouwburg van Nederland, de Koninklijke Schouwburg. In het titelverhaal staat de volgende passage (p. 60):Vlak na haar huwelijk op 9 mei 1960, op de dag dat ze twintig werd, had Eline met de grote liefde van haar leven, Karel van Nieuwenhuyzen, een mooi huis in de Juffrouw Idastraat betrokken. Ze waren jong en wilden in het oude centrum wonen, dicht bij het Lange Voorhout en de Hofvijver en de Koninklijke Schouwburg, waar ze alles van de Haagsche Comedie probeerden te zien en genoten hadden van De Kersentuin met die ontroerende Ida Wasserman en die prachtige Paul Steenbergen. Ze waren heimelijk verliefd op hun favorieten, de jeune premier Guido de Moor en de veelbelovende Anne Wil Blankers.
Het is niet helemaal duidelijk naar welke uitvoering van De Kersentuin Bresser verwijst. Uit de online theaterencyclopedie leer ik dat dit stuk met deze bezetting meerdere keren is opgevoerd in die periode: allereerst in 1953 (maar toen was de hoofdpersoon 13, dat lijkt mij onwaarschijnlijk gegeven het verhaal) en ook nog in 1960 en 1961. Die laatste uitvoeringen passen mooi in dit verhaal.
Programma’s uit de jaren ‘60 en ‘70
In het stapeltje programma’s dat ik kreeg zat helaas niet die van de Kersentuin uit begin jaren ‘60. Dat zou wel een heel mooi toeval zijn geweest: de aanwezigheid van deze toneelliefhebber bij dezelfde voorstelling als een fictief romanpersonage. Of misschien was ze er wel, maar bewaarde ze toen nog niet de programma’s van voorstellingen waar ze was geweest.
Het oudste exemplaar uit de stapel stamt uit het seizoen 1964/1965 en is van de voorstelling Er is een moord gepleegd van Jack Popplewell. Ook in dat stuk speelde Ida Wasserman, maar zonder Paul Steenbergen. De ‘jeune premier’ Guido de Moor en de ‘veelbelovende’ Anne-Wil Blankers speelden niet mee in die voorstelling zodat de verliefde Eline en Karel ze die avond hebben moeten missen. Hoewel Guido de Moor al vanaf 1962 aan de Haagsche Comedie was verbonden, kom ik hem voor het eerst tegen in het programma van de voorstelling Cactusbloem van Pierre Barillet en Jean-Pierre Grédy uit seizoen 1964/1965. Anne-Wil Blankers (door Bresser ten onrechte zonder koppelteken geschreven) kom ik voor het eerst tegen in het programma van het blijspel School voor vrouwen van Molière uit seizoen 1966/1967, Hoewel ook zij dan al een aantal jaar voor de Haagsche Comedie actief is.In de eerste paar jaren van de stapel kende de Haagsche Comedie nog geen eigen programma’s. Het programma was een vouwblad in een algemeen programma van het seizoen van de Koninklijke Schouwburg, waar de gezelschappen in werden genoemd die dat seizoen in Den Haag te zien zouden zijn. In 1964/1965 waren dat naast de Haagsche Comedie onder meer de Nederlandse Comedie, Toneelgroep Ensemble en de Nieuwe Komedie. Daarnaast bevatte het boekje advertenties van typisch Haagse bedrijven, zoals voor de Elizabeth Arden-salon aan de Plaats in Den Haag (Le charme souverain d’une coiffure nouvelle!) en voor de modieuze bontmantels en stola’s van Reimer in de Annastraat (passend bij uw persoonlijkheid). Aan de advertenties is duidelijk te zien dat het beoogde publiek de Haagse notabelen zijn die geacht worden een goede en dure smaak te hebben als het gaat om eten, kleding en uiterlijke verzorging.
De programma’s veranderden in seizoen 1967/1968. In het programma voor Zo is het van Luigi Pirandello (ter gelegenheid van diens honderdste geboortedag) lees ik:Met ingang van het seizoen 1967/1968 gaat De Haagse Comedie haar programma’s zelf exploiteren. Het ligt in de bedoeling ons publiek via deze publikatie zo uitgebreid mogelijk te informeren omtrent de activiteiten van ons gezelschap, het repertoire en alles wat daarmee samenhangt.
Sowieso is dat seizoen er een van grote veranderingen. Er lijkt namelijk ook definitief afscheid te worden genomen van de ch in de naam (Haagsche wordt Haagse). In de jaren daarna verandert het programma regelmatig van vorm: eerst een langwerpig boekje, dan een paar jaar een nog langwerpiger (en erg onhandig) vouwblad en vervolgens nog een paar jaar een vierkant boekje. Het laatste programmaboekje in de stapel stamt uit 1977 en is van Carlo Goldoni’s De Waaier. In die 13 jaar zijn er programma’s van 51 voorstellingen aanwezig - gemiddeld zo’n 4 per seizoen. Grappig genoeg start mijn eigen collectie tekstboekjes van de Haagse Comedie in 1978, met het tekstboekje Julius Caeasar van Shakespeare. Zo sluiten beide collecties mooi op elkaar aan: van 1964-1977 programma's en van 1978-1988 tekstboekjes. Nog een grappig toeval: het laatste tekstboekje is ook weer van Carlo Goldoni, dit keer het stuk Wie trouwt de weduwe?. Dat was trouwens niet de laatste voorstelling van de Haagse Comedie. Het gezelschap sloot af met het stuk Happy End. En daarna werd het opgeheven en werd het stokje overgepakt door Het Nationale Toneel, dat nog steeds bestaat.
25 jaar Haagse Comedie
In de periode waar ik nu de programma's van heb, viel ook het 25-jarig jubileum van de Haagse Comedie - in 1972. Ik had het jubileumboek uit die periode al staan, maar nu heb ik ook het programma van de jubileumvoorstelling Ter ere van van David Storey. Niet alleen was dit het 25-jarig jubileum van het gezelschap, maar ook van de carrière van Ida Wasserman bij het gezelschap: een dubbel jubileum dus. Ida Wasserman speelde dan ook met Ko van Dijk de hoofdrollen in het stuk. In het stapeltje programma\s zaten ook nog twee folders met informatie over de beide hoofdrolspelers die waren uitgegeven ten tijde van deze jubileumvoorstelling.
Wie goed naar het omslag van het jubileumboek 25 jaar Haagse Comedie kijkt ziet daar het aanplakbiljet voor de voorstelling van Ter ere van. Bijzonder is ook dat Jan Paul Bresser - die in het citaat hierboven de hoofdpersonen in zijn verhaal naar voorstellingen van de Haagse Comedie liet gaan - een bijdrage aan dit jubileumboek heeft geleverd. Hij schreef een hoofdstuk over Carl van der Plas. Andere hoofdstukken in het jubileumboek zijn geschreven door Hella Haasse, Simon Carmiggelt en Pierre H. Dubois.Volgens een aantekening op het programma ging de toneelliefhebster op 30 september 1972 naar de jubileumvoorstelling. Het was volgens het weerbericht een licht bewolkte maar droge dag geweest, met een temperatuur van zo'n 10 graden. Of het een fijne theateravond is geweest is niet helemaal zeker. Ik lees namelijk in het jubileumboek Haagse Comedie 40 jaar dat het niet zo'n beste uitvoering was (p. 70):
Met Ter ere van werd het vijfentwintigjarig bestaan van de Haagse Comedie gevierd. Sober. En ironisch. Het stuk ging ook over een jubileum - een veertigjarig huwelijk, maar werd het tegendeel van een feest. Bovendien viel de kwaliteit van het stuk - niet het peil van het spel, met Ida Wasserman en Ko van Dijk - tegen na de hoge verwachtingen die in 1971 zijn Mooi weer vandaag gewekt had.
Met die première werd ook gevierd dat Ida Wasserman behalve vijftig jaar aan het toneel, ook vijfentwintig jaar bij de Haage Comedie was. Zij kreeg de zilveren legpenning van Den Haag.
Overige voorstellingen
Programma van de voorstelling Droom van een midzomernacht |
Een gelukkiger keuze kan men zich voor deze gelegenheid nauwelijks voorstellen: een feestelijk blijspel over jonge liefde, gespeeld door jonge mensen, ter ere van een jong paar.
Deze uitvoering ging in februari 1966 in première, een maand voordat het huwelijk tussen Beatrix en Claus werd gesloten. Bij de spelers staan een paar namen die later veel bekendheid kregen door TV-series: Manfred de Graaf (als Demetrius) kreeg later grote bekendheid door Zeg ‘ns AAA en Gaston van Erven (als Knus de schrijnwerker) had later rollen in de series als Medisch Centrum West en Vrienden voor het leven.
Bladerend door al deze programma’s blijkt nog maar eens wat een legendarisch toneelgezelschap de Haagse Comedie is geweest. Zoveel grote namen hebben daar gespeeld en zoveel talent is daar doorgebroken om later bij andere gezelschappen, in films en TV series te spelen. En zoveel klassiekers uit de theatergeschiedenis zijn door het gezelschap op de planken gebracht. Het fijne van al deze programma’s uit de pre-Wikipedia-periode is dat je niet alleen informatie krijgt over wie er speelt, maar ook achtergrondinformatie over de auteur en het stuk. Een vaste bezoeker van het theater kreeg zo door de jaren heen een behoorlijke hoeveelheid theatergeschiedenis mee. Niet verwonderlijk dus dat al deze programma’s bleven bewaard - als herinnering aan een mooie avond maar zeker ook als naslagwerk voor informatie over talloze auteurs, acteurs en toneelstukken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten