24 juli, 2025

Oogst op een regenachtige boekenmarkt in Dordrecht

Dit jaar toog ik met mijn dochter naar de boekenmarkt in Dordrecht, en heus niet alleen omdat we verhinderd zijn om naar Deventer te gaan dit jaar (nou ja, een beetje speelde dat wel mee). Maar ook omdat Dordrecht een mooie grote boekenmarkt in een prachtig centrum heeft. Dus sowieso de moeite waard om te bezoeken.

(c) Dordt Centraal, www.dordtcentraal.nl
Met angst en beven keken we naar de weersverwachting op weg naar de zondag, en we besloten toch te gaan ondanks de grote regenkans. Hoe erg kon het worden, dachten we? De buien waaien vast wel over Nou, het werd erg. Zoveel regen op zo’n dag heb ik niet vaak meegemaakt. Doodzonde voor de handelaren, voor de boeken natuurlijk en uiteindelijk voor de markt als geheel. Boudewijn Büch wist in Boekenpest al smakelijk te vertellen over vocht als één van de vijanden van boeken. Hij had heel wat inspiratie voor dat hoofdstuk op kunnen doen op deze boekenmarkt. Veel bezoekers besloten al helemaal niet meer te komen en ook verschillende handelaren bleven weg: diverse kramen bleven leeg. Maar zij die er waren hadden een mooi aanbod! De volhouders moesten beloond worden, en wij gingen op weg.

Het viel niet mee om toch nog boeken te bekijken omdat veel kramen afgedekt werden. En als ik dan wat had gekocht, dan viel het niet mee om de boeken droog te houden, want de watervloed kwam uiteindelijk overal doorheen. Het meeste heb ik droog thuisgekregen, maar een enkel boek heeft uiteindelijk toch wat waterschade opgelopen helaas.

Desondanks was het een mooie dag, met een mooie oogst.

De vondsten

Allereerst was ik op zoek naar een mooie druk van de debuutroman van Lize Spit, Het smelt. De reden is dat we met de leesclub hebben afgesproken dit boek te lezen, en dan wil ik natuurlijk niet aankomen met een willekeurige zoveelste druk. En gelukkig: ik kon het speciale exemplaar kopen dat was verschenen bij de lancering van uitgeverij Das Mag. Destijds, bij de start van Das Mag, konden supporters de nieuwe uitgeverij financieel steunen en iedereen die dat deed (voor minstens 50 euro) kreeg een exemplaar van Het smelt - met een bijzonder omslag. Eén van die exemplaren heb ik nu ook. Achterin het boek staat een hele lijst met de namen van degenen die de start hebben ondersteund. Een indrukwekkende lijst met talloze bekende en onbekende namen, zoals Arie Boomsma, Aaf Brandt Corstius, Adriaan van Dis, Ingmar Heytze, Herman Koch, Arjen Lubach, Connie Palmen, Felix Rottenberg, Georgina Verbaan en talloze anderen. Uiteindelijk waren er zo’n 3.000 sponsors. En Lize Spit had haar eerste bestseller te pakken.

Het bakje W. de Graaf

Naast Lize Spit was ik natuurlijk op zoek naar boeken uit mijn vaste aandachtsgebieden: boeken over boeken, bibliofiele uitgaven, uitgaven van drukkerij Trio en papierhandel Corvey - kortom: genoeg om mijn ogen en handen bezig te houden. En tussendoor greep ik hier en daar nog een boek mee dat ik beslist moest lezen, zoals een mooie gebonden Joseph Roth (Zipper en zijn vader) en Rob van Essen’s Miniapolis in eerste druk en een Paul Auster die ik nog niet had.

Maar ik vond ook verschillende uitgaven van margedrukkers, die ik altijd graag meeneem. De eerste was een boekje met de titel Ik ben maar zelden goed bij stem, een verzameling aforismen van Antony Kok. Dit werk werd in 1981 uitgegeven bij Bubb Kuyper's de Lojen Deur Pers in 175 genummerde exemplaren (ik heb nummer 67). Een toelichting bij deze aforismen werd geschreven door W. de Graaf. Antony Kok  (1882-1969) was mede-oprichter van het tijdschrift De Stijl en levenslang bevriend met Theo van Doesburg. Ook gold hij als een mecenas voor Piet Mondriaan. Als liefhebber van het werk van de Stijl, in het bijzonder van Bart van der Leck en Piet Mondriaan, was ik hier bijzonder blij mee. De aforismen zijn vrij algemeen van aard en gaan niet per se over zijn relatie met de kunsten: "Naarmate ik ouder word, interesseren mijn eigen meningen me steeds minder".

Even later pakte ik een volgende verzameling aforismen op, dit keer van de hand van Karl Kraus, de Oostenrijkse dichter (1874-1936). Dit keer bleek het een uitgave van de Avalon Pers uit 1991, in een oplage van 49 ongenummerde exemplaren. Ook in deze uitgave is de hand van W. de Graaf zichtbaar, die de vertaling verzorgde. Deze aforismen zijn wat bijtender dan die van Kok: "Wanneer het culturele zonnetje laag staat, werpen zelfs dwergen lange schaduwen" en "De aanspraak op een plekje onder de zon is bekend. Minder bekend is, dat deze ondergaat zodra het plekje veroverd is".

Een derde vondst was het werkje Kinderboeken, een tekst van Lizzy Ansingh (1875-1959), de Nederlandse kunstschilderes die ik kende van het door geschreven boek Tante Tor is jarig, dat in 1950 werd uitgegeven door Stichting de Roos. Hoewel Ansingh zelf beeldend kunstenaar was, schreef zij de tekst en werd dat boek geïllustreerd door Nelly Bodenheim. Dat Ansingh wel meer schreef, blijkt uit deze tekst over het karakter van kinderboeken dat eerder verscheen in Het Parool in 1958. Ansingh verbaast zich over de gruwelijkheden in oudere kinderboeken die zij las (kinderen raken daarin verminkt, vermist, overlijden, etc.) en vraagt zich af: "Kan een kind met zulke lectuur een vrolijke jeugd beleven en daarna een opgewerkt en gelukkig leven leiden?". Deze herdruk verscheen bij Houtpers van Niek Smaal in Haarlem in 1982, in 150 genummerde exemplaren (ik heb nummer 81). Grappig genoeg stond in deze uitgave een vermelding van de vorige eigenaar. Meestal heb ik daar een bloedhekel aan en is dat reden om een boek te laten liggen - ik begrijp werkelijk niet waarom mensen hun naam in een boek willen krassen, doe dan tenminste een behoorlijk ex-libris. Maar in dit geval stond er: "Geschenk van de heer W. de Graaf", gedateerd 23 oktober 1982. De ondertekening kan ik helaas niet lezen. Ook in deze uitgave is dus de hand van W. de Graaf zichtbaar. Ik heb dus kennelijk in een bakje staan graaien dat afkomstig was uit kringen waarin deze W. de Graaf actief was.

Met W. de Graaf wordt Wim de Graaf bedoeld, die uitgever, antiquaar en publicist was. De Graaf was een kenner van kunststromingen De Stijl en Dada, en in het bijzonder het werk van o.a. Kurt Schwitters, Theo van Doesburg en Antony Kok. Niet zo vreemd dus dat zijn hand zichtbaar was in de uitgaven die ik in Dordrecht kocht en wie even zoekt tussen de uitgaven van de Avalon Pers en andere marge-uitgevers, of overige De Stijl-gerelateerde publicaties, vindt talloze vermeldingen van vertalingen, toelichtingen of andere bijdragen van Wim de Graaf. 

Nog meer marginaal

Naast werk dat gerelateerd is aan Wim de Graaf nam ik nog een paar mooie drukwerken mee. Eén ervan stond op mijn lijstje desiderata. Ik vertelde eerder dat ik een mooie collectie boeken van Jan van Herreweghe had gekocht, die in zijn beschouwingen over de wereld van het boek steevast naar allerlei interessante titels verwijst. In Aankomen in Boekzele verwijst hij naar het mij onbekende boekje Een boekverkoper in St. Petersburg omstreeks 1860 van Andreas Wolff. De schrijver vertelt daarin over de boekhandel van zijn grootvader, die op goede voet stond met de literaire grootheden uit de Russische literatuur in die tijd: Toergenjev, Gonstjarov, Tolstoj en Dostojevski. Geen namen om je voor te schamen als boekhandelaar. De geschiedenis gaat niet zozeer alleen over de boekhandel, maar vooral ook over het literaire klimaat in Rusland in de tweede helft van de 19e eeuw. Dit werk was in beperkte oplage verschenen bij de Mouette Press in Oxford, in 1969, in een oplage van 376 (+5) exemplaren. Tot mijn verrassing stond één van die exemplaren in Dordrecht op mij te wachten.

De Mouette Press is de pers van Wim Meeuws, die in Oxford Nederlandstalige werken publiceerde (zie hier een briefwisseling van Wim Meeuws). Mijn exemplaar is ongenummerd. Uit het colofon leer ik dat er verschillende varianten zijn verschenen:
- 5 exemplaren in half kalfsleer, gesigneerd door auteur, illustrator en vertaler
- 95 exemplaren op Van Gelder papier, met de houtsneden op Japans Ouda papier in hard kartonnen omslag. Gesigneerd
- 276 exemplaren op Burgundia, ingenaaid
- 26 exemplaren op Burgundia, genummerd A-Z en niet in de handel
Mijn exemplaar is niet gesigneerd, maar wel in hard kartonnen omslag. Ik kan niet onderscheiden of het gedrukt is op Burgundia of Van Gelder, maar ik zie wel dat de houtsnede op afzonderlijk papier is gedrukt en gesigneerd is. Ik vermoed dat ik één van de 95 exemplaren heb gekocht.

Een volgende vondst was het werkje Een brandstichting in Ruinen 1877 van C. van Dijk. Dit is een verhaal op basis van een krantenbericht, over de brandstichting in de titel. Het verscheen bij de Klencke Pers in Oosterhesselen in een oplage van 60, bij wijze van jaarwisselingsgeschenk. Het is gesigneerd door “Loek en Kees”. C. van Dijk is Cees/Kees van Dijk, die drukte bij de Tuinwijkpers, Agri Montis en de Klencke Pers nadat hij eerst de Carlinapers startte. Grappig genoeg zat in de mooie kavel bibliofiele uitgaven die ik eind 2024 bij Bubb Kuyper kocht (ik schreef er hier over) ook werk van de Carlinapers. 

Een ander boeiend werkje is De kattenmoord van Erich Wichman (1890-1929), de excentrieke Nederlandse kunstenaar, graficus en beeldhouwer die later in zijn leven fascist werd. Hij was de broer van de bekende juriste en voorvechtster van vrouwenrechten Clara Wichmann (met dubbel n). Dit gedicht verscheen eerder in het blad van het Utrechts Studenten Corps in 1913, en is door de Bucheliuspers (de Utrechtse drukkerij van Arjaan van Nimwegen) in 1983 opnieuw uitgeven in 125 exemplaren (ik heb nummer 36). Van Erich Wichman bleek ik al een ander werk te hebben, namelijk het essay Stijl onder vuur dat als Reigercahier verscheen bij uitgeverij Kwadraat in beperkte oplage (ik heb nummer XXIX van XXX uit een totale oplage van 230). Zie mijn stukje over Pierre Kemp over andere Reigercahiers. Dit bevat trouwens een inleiding van Arjaan van Nimwegen. Wichman zet zich in dit essay af tegen De Stijl, hoewel hij zelf wel bevriend was met Theo van Doesburg en samen met hem nadacht over het starten van een tijdschrift. Van Nimwegen licht toe hoe Wichman's "opvattingen over kunst en maatschappij tussen 1913 en 1920 een majestueuze ommezwaai maakten", waarbij hij veel vrienden liet vallen. Rond 1915 stonde de opvattingen van Van Doesburg en Wichman zich het dichtst bij elkaar, aldus Van Nimwegen, "maar de artistieke verwijdering voltrok zich snel. (...) Van Doesburg vatte het gelaten op". Deze verwijdering leidde tot het tamelijk rancuneuze stuk over de Stijl.  Het zou mij gelet op de thematiek trouwens niet verbazen als ook het werkje De kattenmoord uit “het bakje W. de Graaf" kwam, maar ik heb het verband niet kunnen achterhalen. 

Nauwelijks Corvey of Drukkerij Trio

Ik had gehoopt nog wat uitgaven te kunnen toevoegen aan mijn collecties Corvey-uitgaven of de uitgaven in de serie Van Trio aan zijn Zakenvrienden. Helaas was Dordrecht mij op dat punt niet zo gunstig gezind als Deventer vorig jaar. Desondanks kon ik toch nog wat aardigheden meenemen.

Zo kocht ik een boekje met een nogal lange titel: Waerachtige Historye vant gene geschiet ende gepassert is, van tijt tot tijt, geduirende de gevanckenisse van mijnen heere Johan van Oldenbarnevelt, van Johan Francken. Dit werkje verscheen bij Kroonder in Bussum in 1945, net wel of net niet een illegale uitgave. Maar ik wilde het graag hebben omdat de typografie en vormgeving in handen was van Johan van Eikeren, die de reeks Corvey-uitgaven verzorgde. Ik heb hier drie uitgebreide blogs over geschreven. Van Eikeren heeft voor verschillende boeken bij verschillende uitgeverijen de typografie verzorgd maar was in de naoorlogse jaren vooral actief bij Kroonder. Deze mag daarmee ook bij mijn Corvey/Van Eikeren-collectie.

Een tweede aardige vondst was de Voorrede uit het manuale tipografico van Giambattista Bodoni. Het handboek typografie van Bodoni verscheen postuum in 1818 en geldt als standaardwerk voor typografie. Frans A. Janssen schreef in 2005 in De Boekenwereld  een artikel over dit voorwoord, en hoe het hem tijd kostte om het te doorgronden.  Hij schrijft: 

Bodoni's voorwoord bleek pas bij nader inzien een boeiende tekst. De grote typograaf toont al aan het begin dat hij kind van zijn tijd is, wanneer hij zegt dat hij zich gewijd heeft aan de vervolmaking (‘perfezione’) van de boekdrukkunst. (...) Wat Bodoni niet zonder trots meldt, is in feite dat hij de typografie op twee manieren heeft verrijkt: door het beter te doen en door meer te doen. Deze twee zaken bepalen de indeling van het voorwoord. Hij meent dat zijn ontwerpen van drukletters en van lay-out de schoonheid beter dienen, en hij definieert schoonheid als een samengaan van goede harmonie en goede verhoudingen. De elementen die de schoonheid van een lettertype uitmaken, worden geanalyseerd en er worden aspecten van vormgeving van het gedrukte boek in detail besproken, zoals de keuze van het papier, het satineren (gladmaken) van het papier na de druk, het terugdringen van ornamenten en de felle zwarting van de inkt. Leidraad bij het typografisch ontwerpen is eenvoud (‘semplicità’). (...) Bodoni toont zijn ijdelheid opnieuw als hij in het tweede gedeelte van zijn voorwoord zijn bijdragen aan de boekdrukkunst opsomt (het meer): duizenden stempels en matrijzen voor honderden lettertypen en andere tekens ten behoeve van het drukken van westerse en niet-westerse alfabetten.

Dit werkje is vertaald door F. Kerdijk en verscheen in 1943 bij drukkerij Trio. Van de uitgaven van drukkerij Trio in de serie “Van Trio voor zijn zakenvrienden” is niet zo’n samenhangende biografie gemaakt als van de Corvey-uitgaven. En hoewel in dit werkje die vermelding dan ook niet staat, mag het toch beschouwd worden als een relevante Trio-uitgave. Die mag dus in die collectie, en is daarmee een van mijn oudste Trio-uitgaven.

Een laatste relevante vondst is het werkje Over de uitvinding der boekdrukkunst van G. Benders, uitgegeven door boekdrukkerij G.J. van Amerongen in circa 1925. Drukkerij van Amerongen heeft in de jaren daarna talloze Corvey-uitgaven geproduceerd. Van Eikeren maakte gebruik van meer drukkerijen, omdat Corvey als papiergroothandel natuurlijk vele klanten wilde bedienen, maar Van Amerongen is een tijdje de ‘huisdrukker’ geweest van Corvey. Daarom vond ik dit werkje toch relevant, en stop ik het ook bij de Corvey-collectie.

Ik zal jullie niet vermoeien met alle andere titels, maar het zal duidelijk zijn dat het een welbestede dag was en dat de regen een grote dreiging was voor de boeken, maar niet voor ons humeur. Ook dochterlief ging met een volle tas naar huis toe. Het is nog niet bekend welke boekenmarkt(en) wij volgend jaar gaan bezoeken - Deventer, Dordrecht, Tilburg, Utrecht of allemaal - maar ook dit bezoek smaakte als vanouds naar meer!

Geen opmerkingen: