Vandaag was het een superieure gedichtendag. Zoals elk jaar toog ik ter gelegenheid van gedichtendag naar Verwijs in de Passage in Den Haag. Verwijs is de plek waar ik twee jaar geleden een indrukwekkende performance van Menno Wigman zag en waar ik drie jaar geleden achter het net viste toen er op gedichtendag boeken werden uitgedeeld (wat de boekhandel later ruimschoots goedmaakte).
Enfin, genoeg herinneringen aan deze boekhandel en door de storm toog ik dus naar mijn traditionele gedichtendag-plek. In de winkel was een medewerker aanwezig die winkelende klanten toedichtte door hen een gedicht voor te lezen uit de bundel van Mark Boog, de auteur van de bundel van dit jaar.
Ik werd verblijd met het gedicht Wie, geniaal...
Enfin, genoeg herinneringen aan deze boekhandel en door de storm toog ik dus naar mijn traditionele gedichtendag-plek. In de winkel was een medewerker aanwezig die winkelende klanten toedichtte door hen een gedicht voor te lezen uit de bundel van Mark Boog, de auteur van de bundel van dit jaar.
Ik werd verblijd met het gedicht Wie, geniaal...
Wie, geniaal, genadeloos, heeft de spiegels opgehangenPiet Gerbrandy schreef in de Volkskrant al een lovende recensie over deze bundel, en terecht. Maar ik was verbaasd dat het me zoveel deed om toegedicht te worden. Ik stond daar in de winkel en tegenover mij stond iemand gepassioneerd een gedicht aan mij voor te dragen. Ik vond het indrukwekkend, ontroerend zelfs. Mijn eerste gedachte toen ik deze medewerker zag was: waarschijnlijk word ik weer over het hoofd gezien, net als toen en toen. Groot was mijn opluchting toen ik werd opgemerkt en toegesproken. Een optreden met één toeschouwer. Het was het meest indrukwekkende optreden dat ik ooit had meegemaakt.
in deze kamer? Wie haalt ze weg? Wie stoort zich eraan
behalve die gestoord wil zijn? Ik draai me naar je om
en daar ben je, precies waar ik dacht dat je zou zijn.
Ik reik en raak je. Geen glas. Geen gezichtsbedrog.
maar vingertop aan vingertop dat wat ik, bij gebrek
aan woorden, beschrijf als wij. Je knikt, glimlacht,
draagt stenen bij aan een heel ander huis dan voorzien,
bouwt de illusies op die de zin zijn van onze zintuigen.
Ik hef mijn oude loflied aan op de deuren en de muren.
Voorlopig niet op reis, zoveel is zeker. Geen doel
dat niet verbleekt in dit witte licht, geen oog dat ziet.
O ja, ik kreeg ook nog de gedichtendag-zakdoek, met een gedicht van Eva Gerlach. En ik kocht de bundel van Mark Boog natuurlijk. Dat is al de negende gedichtendagbundel die is verschenen en gelukkig heb ik ze allemaal (waarvan twee gesigneerd: Hugo Claus en Menno Wigman).
Het was een mooie dag, want ik ben toegedicht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten