Die
Nescio-mailinglist is dan niet zo heel druk,
Bert Rodiers weet toch altijd weer de belangrijkste berichten naar boven te halen. Zoals het belangrijkste boekennieuws van de afgelopen weken: Joost Swarte heeft na
Dichtertje en
Titaantjes nu ook De Uitvreter van Nescio geïllustreerd.
Direct na het bekend worden van dit nieuws heb ik de twee andere uitgaven van Swarte erbij gepakt. Het blijkt dat zijn Dichtertje alweer uit 1997 stamt en zijn Titaantjes uit 2002. Hij zit dus op een ritme van ongeveer één boek per vijf jaar. Bij het doorbladeren werd ik weer getroffen door de mooie tekeningen van Swarte. Hij weet de sfeer van de verhalen heel goed weer te geven. Tekst en tekeningen vullen elkaar goed aan, en dat is natuurlijk ook het knappe van deze kunstenaar.
Op maandag 11 september wordt het boek gepresenteerd in Haarlem, zie
hier de uitnodiging. Inmiddels is via de mailinglist ook bekend geworden dat Swarte het boek op 16 september signeert in Athenaeum, in de
Haarlemse vestiging. Jammer dat ik daar niet kan zijn. Anders kon ik het hele reeksje van drie laten signeren.
Overigens meldde diezelfde mailinlist een tijdje geleden het verschijnen van het boek van Bert Vanheste, Nescio in Nijmegen, bij
Uitgeverij Flanor. Dat boek bevat een leeswandeling door Nijmegen, want over die stad schreef Nescio veel. Bekend is natuurlijk de passage uit De Uitvreter, waarbij Japi van de Waalbrug stapt, "op een zomermorgen om half vijf, toen de zond prachtig opkwam".
Trouw schreef er ook over (en levert een handig kaartje erbij!). Ik ben benieuwd hoe Swarte deze passage heeft uitgebeeld.
Het zou mooi zijn als Swarte zich ook eens aan Nescio´s natuurdagboek zou wagen. De beschrijvingen van Nescio in dat dagboek lenen zich volgens mij voor tal van fraaie vergezichten. Ter gelegenheid van de boekpresentatie en als aanmoediging van Swarte, bijgaand een passage uit het Natuurdagboek van 11 september. 1950 wel te verstaan, toen was het trouwens ook een maandag.
"Maandagavond met de fiets. Tegen 7 uur weer aan den dijk van de Zuiderzee. Bewolkt, druilering, aanvankelijk in het Noorden nog iets gebroken met wat gouden streepjes. Sterke geur van riet en water. Zacht en melancholiek en troostend water. Links donker, midden wit, rechs weer donkerder. Beperkt zicht, slechts een flauw vermoeden van Muiden, Durgerdam en de IJdoorn. Water, streep van den strekdam, een smal streepje wit (water) en een flauw iets geaccidenteerd streepje (de IJdoorn) met den vuurtoren aan het oostelijk eind. Een heimachine lag te stoomen op het water en de donkere rook, een lange, dunne veeg, woei naar het Weten, langs het licht van den vuurtoren dat er door heen knipperde. Très fin de saison.
Beauté mourante in een wereld van plurken."
De IJdoorn is voor wie het niet weet een schiereiland bij Durgerdam, dat buitendijks ligt (omdat de Zuiderzee er te hard op beukte en men het stuk land "opgaf"), maar dat er toch nog steeds ligt en nu een vogelparadijs is.
Is het geen schilderijtje zo'n vertelling? Hier zou Swarte vast iets moois van kunnen maken.
1 opmerking:
sneuper,
Je moet dat boek over de Zuiderzeekust eens lezen. Het Schrale Eind. Vissers vertellen daar over hun landschap.
groetnis
Een reactie posten