Vorige keer schreef ik over een boek dat ik kocht, terwijl ik er al een exemplaar van had staan. Het zal ieder duidelijk zijn dat dit een vergissing was. Tenzij je erop uit bent om de hele oplage van een boek te kopen, is een dergelijke aanschaf overbodig.
Deze opmerking lijkt vreemder dan hij is. Er is in elk geval iemand die probeert de hele oplage van een boek in kaart te brengen, Owen Gingerich heeft er een fascinerend boek over geschreven.
Hij heeft elk bekend exemplaar van de eerste en tweede oplage van Copernicus’ boek "De revolutionibus orbium coelestium" uit de 16e eeuw in kaart gebracht. Hij heeft 580 exemplaren over de hele wereld bekeken en onderzocht wie de vroegere eigenaars waren en wat ze met het boek hadden gedaan.
Maar dat was ik niet van plan. In elk geval niet met het boek van Van Dis dat ik nu dubbel heb. Toch heb ik afgelopen weekend – toen ik het voorrecht had het antiquariaat in de kelder van boekhandel Donner in Rotterdam te bezoeken – weer een boek gekocht dat ik al had, maar dit keer bewust. Het is het tweede (en laatste) deel in de serie Nescio-cahiers: een bundeling van tien "Kronkels" van Simon Carmiggelt over Nescio. Ik had deze al, maar niet de uitgave zoals die bij Donner stond: de gebonden en genummerde eerste druk. Mijn exemplaar was een ingenaaid exemplaar en ongenummerd. En er is maar één echte eerste druk, en die stond bij Donner: een vlekkeloos exemplaar, als nieuw, gebonden en met stofomslag. Voor de statistiek: ik bezit nu nummer 159 van 200. Mocht een nieuwe Gingerich ooit op zoek gaan naar álle 200 exemplaren van deze Nescio-uitgave, dan kan hij of zij voor nummer 159 bij mij terecht. Maar wie de vorige eigenaar was - die het boek hardvochtig dumpte bij Donner - weet ik dan helaas niet.
Waarom koop ik een boek dat ik al heb? Voor het antwoord heb ik maar weer eens gezocht in Basbanes’ boek Among the gently mad. Daarin komen verschillende verzamelaars aan het woord die dezelfde afwijking hebben. "I always made it a point to move up in quality whenever I could", zo zegt één van hen. "It remains on my shelves, a hedge against the day I find a better copy I can afford" zegt een ander over een minder fraai exemplaar van een geliefd boek.
Ik ben in elk geval gelukkig dat ik weer een streep heb kunnen zetten door één van de boeken op mijn verlanglijst. Ik zet ze netjes naast elkaar, de twee Nescio-cahiers. Want ik doe mijn andere exemplaar natuurlijk niet van de hand.
Deze opmerking lijkt vreemder dan hij is. Er is in elk geval iemand die probeert de hele oplage van een boek in kaart te brengen, Owen Gingerich heeft er een fascinerend boek over geschreven.
Hij heeft elk bekend exemplaar van de eerste en tweede oplage van Copernicus’ boek "De revolutionibus orbium coelestium" uit de 16e eeuw in kaart gebracht. Hij heeft 580 exemplaren over de hele wereld bekeken en onderzocht wie de vroegere eigenaars waren en wat ze met het boek hadden gedaan.
Maar dat was ik niet van plan. In elk geval niet met het boek van Van Dis dat ik nu dubbel heb. Toch heb ik afgelopen weekend – toen ik het voorrecht had het antiquariaat in de kelder van boekhandel Donner in Rotterdam te bezoeken – weer een boek gekocht dat ik al had, maar dit keer bewust. Het is het tweede (en laatste) deel in de serie Nescio-cahiers: een bundeling van tien "Kronkels" van Simon Carmiggelt over Nescio. Ik had deze al, maar niet de uitgave zoals die bij Donner stond: de gebonden en genummerde eerste druk. Mijn exemplaar was een ingenaaid exemplaar en ongenummerd. En er is maar één echte eerste druk, en die stond bij Donner: een vlekkeloos exemplaar, als nieuw, gebonden en met stofomslag. Voor de statistiek: ik bezit nu nummer 159 van 200. Mocht een nieuwe Gingerich ooit op zoek gaan naar álle 200 exemplaren van deze Nescio-uitgave, dan kan hij of zij voor nummer 159 bij mij terecht. Maar wie de vorige eigenaar was - die het boek hardvochtig dumpte bij Donner - weet ik dan helaas niet.
Waarom koop ik een boek dat ik al heb? Voor het antwoord heb ik maar weer eens gezocht in Basbanes’ boek Among the gently mad. Daarin komen verschillende verzamelaars aan het woord die dezelfde afwijking hebben. "I always made it a point to move up in quality whenever I could", zo zegt één van hen. "It remains on my shelves, a hedge against the day I find a better copy I can afford" zegt een ander over een minder fraai exemplaar van een geliefd boek.
Ik ben in elk geval gelukkig dat ik weer een streep heb kunnen zetten door één van de boeken op mijn verlanglijst. Ik zet ze netjes naast elkaar, de twee Nescio-cahiers. Want ik doe mijn andere exemplaar natuurlijk niet van de hand.
2 opmerkingen:
Sneuper,
Ik lees je weblog al een tijd met veel plezier, nu kan ik jou misschien een plezier doen. Het boek van O. Gingerich is inmiddels ook in het Nederlands vertaald onder de fantasierijke titel 'Het boek dat niemand las' uitgegeven door Ambo.
Ohja ik lees momenteel 'The Gutenberg revolution' van John Man, is wel even doorbijten maar lijkt heel interessant.
Beste Erwin,
Dank voor je commentaar en voor de tip! Goed om te weten dat Gingerich zijn weg vindt naar het Nederlands taalgebied.
Ik ben ook wel benieuwd naar het boek van Man. Want eerlijk is eerlijk, zonder Gutenberg zou dit weblog toch een wat smalle basis hebben gehad (ervan uitgaande dat niemand anders op zijn briljante idee zou zijn gekomen)...
groet,
sneuper
Een reactie posten