Ed van Eeden vindt dat je die vraag niet mag stellen. In zijn prachtige boekje "Boekenwurmen en ander ongedierte. Over de omgang met boeken" uit 1992 (waarvan ik de luxe editie bezit, niet de handelseditie) schrijft hij: "Waarom verzamelt iemand boeken? Wie die vraag stelt is geen verzamelaar. Een verzamelaar verzamelt wat hem fascineert".
Boudewijn Büch heeft zich ook vaak het hoofd gebroken over zijn drijfveren. In "Bibliotheken" schrijft hij: "Toen ik in een der eerste dagen van het jaar 1984 het Amsterdamse Rijksmuseum bezocht en mijn oogpartij op twintig centimeter afstand zich bevond van het Book of Kells besefte ik op een bijna schokkende wijze hoe de schatten uit overheidsbibliotheken van een derderangsverzamelaartje een nederig mens maken". Büch een derderangs verzamelaartje? Hoeveelste rangs ben ik dan wel niet, met mijn bescheiden metertjes boek, en zonder botje van de dodo?
Büch schrijft ook: "Wanhoop is het centrale thema van iedere bibliofiel. De bibliofiel is een extreme boekenvriend. Hij houdt van boeken en bezit het liefst boeken waar hij een verhouding mee heeft."
Het principe van uitdijende verzamelingen, waar Bem over schreef en waar Büch ook slachtoffer van is geworden (en ik ook, als ik niet fors de rem op mezelf zet), wordt in Bibliotheken als volgt verwoord: "Wat boekencollectioneurs tot échte maniakken maakt is hun streven naar volledigheid, wat niet zelden de aanschaf van enorme hoeveelheden inhoudt."
Maar wanneer overschrijdt je de grens van liefhebber naar verzamelaar? Ook daar heeft Büch een antwoord op, in Bibliotheken uiteraard: "Als de boeken achter glazen deurtjes komen dan is het stadium van de boekenkast verlaten en het tijdperk van de bibliotheek aangebroken (p. 178)." Niet dat je daar blij mee moet zijn, want: "Het inrichten van een eigen particuliere bibliotheek heeft, afgezien van het prestigedoel slechts weinig voordelen. Het is een vermoeiend beroep onbezoldigd bibliothecaris van je eigen bibliotheek te zijn. Vooral omdat het boekbezit de gehele woning gaat terroriseren (p. 177)."
Maar hoe dan ook: "De best denkbare bibliotheek maak je zelf (p. 175)."
En zo is het maar net. Dus daar ga ik onverdroten mee verder. Ook al heb ik nog geen glazen deurtjes, ik noem het "mijn bibliotheek". En ik zal er verslag van blijven doen. Op deze plek.
Naschrift:
De vraag “waarom verzamelen” blijft fascineren. Deze inmiddels bijna 20 jaar oude post wordt nog regelmatig gelezen, kennelijk door medeverzamelaars die zich dezelfde vraag stellen.
Ook ik ben de afgelopen 20 jaar met deze vraag bezig geweest. Duidelijk is wel dat een eenduidig antwoord op deze vraag niet mogelijk is, al heeft Büch een aardige poging tot versimpeling gedaan.
Als leestip geef ik daarom graag nog het in 2009 verschenen boek van Jaco Berveling mee met de titel “Hebben is houden. Wat iedere verzamelaar en boekenliefhebber over zichzelf moet weten”. Uiteraard heb ik een gesigneerd exemplaar, maar dat doet er verder niet toe. Berveling beschouwt het fenomeen verzamelen, en in het bijzonder van boeken, vanuit verschillende perspectieven:
- Cultureel/historisch (De Nederlandse schraapzucht en het inzicht dat Nederlanders gemiddeld meer verzamelen dan andere nationaliteiten
- Psychologisch (waaronder de freudiaanse verstoorde vaderverhouding, die slechts voor weinig verzamelaars lijkt te gelden)
- Sociologisch (de invloed van de omgeving)
- Economisch (de verzameling als belegging)
- Biologisch (verzamelen als instinct, een overblijfsel uit de oertijd)
Berveling stelt dat iedere verzamelaar een andere mix van deze perspectieven kent, met een uniek ‘verzamelprofiel’ als gevolg. Hij zegt: “Geef tien verschillende koks dezelfde ingrediënten en je zult zien dat de maaltijden toch allemaal anders smaken. Ze zullen de ingrediënten anders combineren (…). Al die variatie levert een uniek gerecht. Zo is het ook met verzamelaars.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten