01 maart, 2023

341 - Vier eeuwen boekgeschiedenis in drie vuistdikke boeken

De afgelopen weken heb ik mij ondergedompeld in een paar dikke pillen waarin de rol van het boek in de Westerse samenleving uitvoerig aan de orde komt. En dat vanuit het perspectief van (soms individuele) drukkers en boekhandelaars, maar met uitgebreide vertakkingen naar de ontwikkeling van ideeën over de moderne samenleving en de politieke en maatschappelijke ontwikkelingen door de eeuwen heenb. Onbewust werd ik zo meegenomen langs een cultuurgeschiedenis van vier eeuwen - maar met tal van parallellen met de hedendaagse samenleving. Dat is het mooie van geschiedenis, het leert ons uiteindelijk iets over ons leven vandaag. Een mooie opfrisser kortom, niet alleen leerzaam als het gaat om de geschiedenis van de rol van het boek zelf maar vooral de ontwikkeling van de moderne samenleving zoals we die nu kennen. Waarbij de focus bij het lezen verschoof van Zuid-Europa naar het noorden, en uiteindelijk inzoomde op Leiden. Hieronder ga ik in op de drie boeken die ik las. Aanraders zijn het alledrie, maar de lezer moet wél van details houden. In elk van de boeken passeren bijvoorbeeld letterlijk honderden titels de revue, maar ook talloze namen van schrijvers, drukkers en hun tijdgenoten en en passant worden tal van historische feiten aangehaald (en meestal toegelicht). Een aantal van de genoemde titels heb ik nog nagezocht, maar daar ben ik uiteindelijk mee gestopt. Tenzij de aangehaalde titel om een of andere reden historisch interessant was, dan natuurlijk wel. Zoals deze of deze.

15e/16e eeuw

Het boek van King, met op het
omslag iemand die niet
Vespasiano is
Ik trapte af met het recente boek van Ross King, De boekhandelaar van Florence. De boekhandelaar uit de titel is de Florentijn Vespasiano da Bisticci (1421-1498) die uitgroeide tot één van de belangrijkste boekhandelaren uit de 15e eeuw. Hij opereerde op het snijvlak van de belangrijkste ontwikkeling van zijn tijd, de uitvinding van de boekdrukkunst met losse letters. Tot zijn dood bleef hij voorvechter van het maken van manuscripten, met de hand geschreven boeken, die wat hem betreft niet alleen mooiere maar ook inhoudelijk betere boeken opleverde dan boeken die met een drukpers werden geproduceerd. Maar Vespasiano was ook een man die een voorname rol speelde in het ontsluiten van werken van klassieke auteurs, uit de Griekse en Romeinse tijd dus. Hij had contacten met tal van vooraanstaande wetenschappers en machthebbers uit het Italië van die tijd en uit grote delen van Europa, die allemaal de weg naar zijn boekhandel wisten te vinden. Daardoor wist hij waar zich specifieke manuscripten bevonden en kon hij die laten reproduceren voor zijn klanten. Zoals werken van Cicero, Vergilius, Lucanus, Plinius (de Oude en de Jongere), Seneca, Plato of Aristoteles. Het was ook de tijd dat er in heel Europa actief werd gezocht naar verloren gewaande manuscripten omdat de lezers in de renaissance behoefte hadden aan die kennis  - en er werden er aardig wat teruggevonden in kloosters. Deze moesten vervolgens natuurlijk beschikbaar gemaakt worden voor lezers. Vespasiano had een heel bestand aan kopiisten beschikbaar en het proces van het maken van zo'n manuscript, inclusief het vinden van de juiste versie en het corrigeren van fouten, wordt door King uitvoerig uit de doeken gedaan. King maakt vele uitstapjes naar persoons- en plaatsbeschrijvingen, achterhaalt hoe Vespasiano zich staande hield in allerlei politieke intriges door machthebbers uit verschillende kampen te vriend te houden. Tegelijkertijd wordt ook het dagelijks leven in al zijn gruwelijkheid beschreven, waaronder moordpartijen in de openbare ruimte wanneer een machtsgreep faalt. Inclusief triomfantelijk rondgedragen hoofden. Om nog maar te zwijgen over de gevolgen van de pest. Maar ook de val van Constantinopel en de korte aanwezigheid van veroveraar Mehmet II op het Italiaanse vasteland worden uitvoerig besproken. Die Mehmet II blijkt trouwens een verzamelaar van manuscripten te zijn geweest, die niet toeliet dat waardevolle manuscripten werden vernietigd. Mooi is de beschrijving van Vespasiano's betrokkenheid bij het vullen van de bibliotheek die door Cosimo de' Medici werd gesticht: hij zou hiervoor ruim 200 (handgeschreven)  werken leveren. Dit was overigens slechts één van de prestigieuze opdrachten die hij uitvoerde, omdat hij bekend stond om de kwaliteit die hij leverde en dat was voor hooggeplaatste opdrachtgevers van essentieel belang wanneer ze een vooraanstaande bibliotheek wilden opbouwen. King schetst dat als er dan al gedrukte boeken bijkwamen, deze in een aparte ruimte werden bewaard (want minder van kwaliteit).

Wat ik leerde uit dit boek is dat er in de late middeleeuwen in Europa veel en veel meer manuscripten werden gepubliceerd (=geschreven) dan gedacht. Van de meer dan 10 miljoen exemplaren die tijdens de jaren 500-1500 werden geproduceerd, werden bijna de helft tijdens de vijftiende eeuw geschreven. Tussen 1400 en 1470 liet elk decennium een exponentiële stijging van geschreven manuscripten noteren (dus ook nog na Gutenbergs doorbraak). En ook dat het met de geletterdheid in de late middeleeuwen op zich wel meeviel, hoewel het opbouwen van een bibliotheek naast leesvaardigheid behoorlijk wat kapitaal vroeg. Duidelijk is ook dat het even duurde voordat de drukpers echt een succes werd en zich wijd verspreidde over Europa, ondanks dat boeken goedkoper werden. De techniek was nog jong en complex en de investeringen hoog. Het snijden van de matrijzen, het gieten van de letters en het vastzetten ervan in een raam – telkens rekening houdend met het spiegelschrift – vergden nauwkeurigheid en oplettendheid. Om twee à drie pagina’s te zetten rekende men op een werkdag van veertien uur. Het is dus niet verwonderlijk dat er na 1500 nog steeds boeken werden (over)geschreven. Pas vanaf het einde van de eeuw begon de boekdrukkunst het volledig over te nemen. Maar zelfs toen was het nog zo dat (over)schrijvers en illuminatoren nog steeds voldoende werk hadden omdat ze de gedrukte boeken nog altijd rubriceerden en verfraaiden met verluchte beginletters. Wat King ook schetst is dat veel van de eerste drukkers failliet gingen omdat het toch moeilijk was een winstgevend bedrijf op te zetten. In mijn beleving was het met manuscripten vrij snel afgelopen, maar het duurde dus enige decennia voordat het gedrukte boek het pleit won. Talloze titels die in de tweede helft van de 15e eeuw van de drukpers rolden bestaan overigens niet meer. De titels zijn te herleiden uit drukkerscatalogi en andere geschriften, maar de boeken zelf zijn er niet meer. De oplagen waren vaak ook laag: een oplage van 300 was al heel wat in die tijd. Eeuwen van oorlog en conflict hebben helaas tot grote verliezen van dit culturele erfgoed geleid, ook al was het bezit van zo'n gedrukt boek destijds best bijzonder. Niet zozeer voor de rijke bovenlaag (die zagen immers meer in manuscripten) maar vooral voor burgers die nu wellicht voor het eerst toegang kregen tot geschreven boeken. 

Natuurlijk besteed King vooral aandacht aan de situatie in Florence en daardoor komen de ontwikkelingen in andere steden - zoals Venetië, waar iemand als Aldus Manutius uiteindelijk een voorname rol speelde - maar beperkt in beeld. Desondanks is juist de keuze voor Florence en Vespasiano in het bijzonder goed te volgen. Vespasiano bevond zich op het kantelpunt van een historische ontwikkeling, op de plek waar de renaissance volop bloeide. Daardoor kan zowel gedetailleerd het komen en gaan van bezoekers in een boekwinkel worden geschetst, en tegelijkertijd het verhaal van de renaissance als geheel worden verteld. Ook wordt duidelijk dat Florence achterbleef op de ontwikkeling, en misschien kwam dat ook wel door Vespasiano. Waar in andere steden al snel drukkers hun plaats innamen (steden als Venetië, maar ook Bologna en Padua) was dat in Florence anders. Misschien wel omdat Vespasiano als geen ander in staat was zijn klanten te bedienen met de juiste boeken, van de juiste kwaliteit op het juiste moment. Ook al kostte het gedrukte boek 80% minder dan een manuscript, de belangrijkste afnemers van boeken waren kennelijk zo tevreden dat er nauwelijks prikkel was om over te stappen op het gedrukte boek. Maar uiteindelijk werd ook Vespasiano ingehaald door de tijd en toen de eerste drukkerij vanuit klooster San Jacopo di Ripoli voet aan de grond kreeg en succesvol werd, trok hij zich terug op het platteland om van zijn oude dag en zijn geschreven boeken te genieten.

Dit is niet het eerste non-fictie boek van Ross King over de renaissance. Hij schreef ook al boeken over Leonardo da Vinci en Michelangelo. Duidelijk is dat hij goed in de materie zit en hij is in staat het tijdperk levendig te beschrijven en tegelijkertijd is duidelijk dat hij grondig onderzoek heeft gedaan. Van de 525 pagina’s in het boek zijn er 74 gewijd aan eindnoten, bibliografie en index. Een fraaie bespreking van het boek van de hand Patrick Praet vind je hier.

16e/17e eeuw

Daarna last ik het boek van Andrew Pettegree en Arthur der Weduwen, De boekhandel van de wereld. Met dit boek richten zij de schijnwerper op de Gouden Eeuw in Nederland en proberen zij te achterhalen hoe groot de productie van de drukkers was in die tijd en wat de invloed was van deze productie in andere landen. Mede door dit boek werd Pettegree de winnaar van de Menno Hertzbergerprijs 2023. In het boek van King ging het ook al af en toe over de ontwikkelingen in het gebied dat we nu kennen als Nederland, maar nog wel in de zijlijn. De focus lag daar, naast Italië, meer op Duitstalige landen omdat daar de eerste ontwikkelingen op het gebied van drukpersen plaatsvonden. In dit boek wordt echter ingezoomd op de productie van boeken vanuit het Nederlands grondgebied. Niet alleen als het ging om de fraaie folio-uitgaven die we vandaag nog in allerlei bibliotheken vinden, maar vooral met het oog op al het inmiddels verdwenen drukwerk: schoolboeken, almanakken, schotschriften, pamfletten, aanplakbiljetten, religieuze literatuur en al dat soort producties. Hoeveel verschillende uitgaven werden gedrukt in welke oplages? Waarom werden deze gedrukt? Hoeveel was dit in totaal? Hoe verdienden drukkers hun geld en waar kwam dat geld vandaan? Wat had de gemiddelde burger op de plank staan en hoeveel werd besteed aan lectuur? Het levert een fascinerend inzicht op als het gaat om de publicaties die in de 17e eeuw het daglicht zagen. De auteurs komen tot duizelingwekkende getallen als het gaat om gepubliceerde titels, en de overgrote meerderheid daarvan is inmiddels verloren gegaan. Want heel veel van wat gedrukt werd, was bedoeld om intensief en kortstondig gebruikt te worden. Zoals schoolboeken en almanakken, maar ook de vele pamfletten in het politieke debat van die tijd. Het werd daarom niet bewaard en niet verzameld en is - uitzonderingen daargelaten - verdwenen. Toch weten de auteurs uit allerlei bronnen te herleiden wat er zoal gepubliceerd werd, en wat het effect daarvan was op de samenleving. De titel verwijst naar de unieke positie van drukkers en boekverkopers in de 16e eeuw in heel Europa, maar ook tot in het net veroverde Amerikaanse vasteland.


Wat ik leerde uit dit boek was veel. Bijvoorbeeld dat het karakter van Nederlanders - en dan vooral als het gaat om de twistzieke kant ervan en de neiging tot polariseren - weinig is veranderd. De auteurs laten zien hoe er diverse pamflettenoorlogen woedden waarbij, soms ook tot verbazing van buitenlandse bezoekers, iedereen met een mening deze meende te moeten publiceren in allerhande publicaties. Daarbij werden opruiing, fake-news en complottheorieën niet geschuwd, met soms desastreuze gevolgen (denk aan de dood van de gebroeders De Witt en Van Oldenbarnevelt). Het was het Twitter van de 17e eeuw, net zo grimmig en net zo anoniem als in de 21e eeuw. Wat ik ook leerde was hoe het systeem van stadsdrukkers functioneerde, wat de rol van de stadsaanplakker was (zoals de verplichte dagelijkse rondjes en hoe lang een biljet moest hangen - en hoe hoog de boete is als je een locatie overslaat) en hoe boekproductie in het algemeen plaatsvond. Of welke verplichte boeken aan boord van VOC-schepen waren, zoals die Willem Barentsz bij zich had tijdens zijn overwintering op Nova Zembla. Maar ook het boekenplankje van Rembrandt komt aan bod. De auteurs hebben gemeentelijke archieven, krantenadvertenties, veilingcatalogi, bibliotheken en andere bronnen doorzocht om een zo goed mogelijk inzicht te krijgen. Duidelijk is dat de Republiek in die tijd niet alleen  hyperkapitalistisch was maar ook tamelijk corrupt en in elk geval zonder al te veel scrupules handel dreef. De vaderlandse drukkers en boekverkopers vonden het geen probleem om met gerichte acties Engelse en Franse vakbroeders het faillissement in te jagen en bepaalde vakgebieden internationaal te domineren. Zo zijn er fascinerende inkijkjes in de rol van de beroemde firma Elzevier en wat zij zoal op voorraad hadden - en waarom. Ondertussen krijgt de lezer ook nog wat achtergronden mee over de verschillende oorlogen met Engeland, de politieke, religieuze en economische ontwikkelingen in de Republiek en korte biografieën over de hoofdpersonen. Een schat aan informatie over de periode waarin het Nederland zoals we dat nu kennen gevormd werd.

Dit boek was iets dikker dan de vorige (608 pagina’s), waarvan 506 pagina’s tekst en 102 pagina’s afbeeldingen, eindnoten, bibliografie en namenregister. 

18e eeuw

Het laatste boek dat ik las was Elie Luzac. Boekverkoper van de Verlichting. Dit is al een wat ouder boek, uit 2005, en het was de dissertatie van Rietje van Vliet. Waarschijnlijk is om die reden dit het boek met de meeste bronvermeldingen: behalve 472 pagina’s met de eigenlijke tekst, zijn er maar liefst 226 pagina’s met noten, 9 bijlagen, namenregister en bibliografie. In dit boek ligt de focus bijna geheel op Leiden. Natuurlijk gaat het ook om de ontwikkelingen in en rond Nederland in breder perspectief, maar het focuspunt is het effect op de Leidse samenleving, Leidse boekhandelaars en in het bijzonder het leven van deze boekverkoper en politiek activist Elie Luzac. Die trouwens - net als bijvoorbeeld Vespasiano een paar eeuwen daarvoor - deel uitmaakte van een internationaal netwerk wetenschappers en invloedrijke personen, die er aan bijdroegen dat hij de status en positie kreeg als vooraanstaande boekverkoper. Ook in dit boek wordt via de beschrijving van het leven en het werk van een concrete persoon een mooie beschrijving gegeven van de maatschappelijke context waarin Luzac leefde en werkte, de spanningen op dat moment en hoe het boek als verspreider van ideeën een functie had in die samenleving. Luzac was een slimme man die een goede neus had voor wat zijn lezerspubliek zocht. Hij beperkte zich tot wetenschappelijke werken, maar wist tal van auteurs aan zich te binden waar hij goed aan verdiende. Tegelijkertijd was zijn invloed op zijn eigen fonds groot: hij gaf veel van zijn eigen werk uit, of hij redigeerde teksten van auteurs in zijn fonds. 

Een publicatie van Luzac
Ook van dit boek leerde ik weer heel veel. Ik merkte dat ik nog redelijk kon aanhaken bij de beschreven historische gebeurtenissen in de eerste twee boeken, van de 15e tot de 17e eeuw. Maar de 18e eeuw bleek bij mij een behoorlijk blinde vlek. Van Vliet gaat gedetailleerd in op de rol van Luzac in de voortwoekerende strijd tussen patriotten en orangisten. Zij beschrijft de effecten van de stadhouderloze tijdperken op de boekverkoop en -productie. Maar ik moest echt even opzoeken hoe dat nou zat met de Oostenrijkse Nederlanden, de Pruisische inval, de rol van Frankrijk (en de Franse revolutie) versus Engeland en natuurlijk de burgeroorlog die in die tijd in Nederland uitbrak. Of wie Christiaan Wolff ook al weer was en wat de Wolffianen nu precies voorstonden. De parallel met de eeuw hiervoor was voor mij toch wel de onvoorstelbare publicatiedrift via pamfletten, plakkaten en boeken van een brede groep in de samenleving. Net als in de Gouden Eeuw bestookten individuen en groepen elkaar met grote hoeveelheden teksten, waarbij het waarheidsgehalte niet altijd relevant was. Het leerde mij dat die pennenstrijd in de samenleving niet iets geïsoleerds was in de tijd van het ontstaan van de Republiek, maar dat dit eeuwenlang doorging en kennelijk dus in de Nederlandse volksaard zit. Zoals eerder geconstateerd: tot op de dag van van vandaag. De rol van de Staten bij het geven van toestemming voor publicaties (het kopijrecht), hoe dat recht verhandeld werd en hoe daar in de praktijk mee werd omgegaan was ook een boeiend aspect in dit boek. Verschillende hoofdpersonen uit de 18e eeuw ken ik wel, maar nu kreeg ik meer context. Zo wist ik bijvoorbeeld niet dat de Amsterdamse historicus Jan Wagenaar zo’n felle tegenstander van Luzac was en dat ze elkaar voortdurend schriftelijk onder vuur namen.

Van Vliet schetst de economisch neergang van de Republiek in die periode, wat natuurlijk ook effect had op de boekhandel. Het contrast met de Gouden Eeuw was groot: niet alleen verloor de boekensector haar positie in Europa, maar de veelgeroemde vrijheid van denken en drukpers in de Republiek werd ook steeds minder. Sterker nog: omwille van politieke allianties (Frankrijk respectievelijk Engeland niet boos maken) werden tal van publicaties verboden en werden boekhandelaren actief vervolgd als zij verboden lectuur verhandelden. Maar afhankelijk van wie er aan de macht was (orangist of patriot), werden de publicaties van de andere partij verboden. Luzac, als overtuigd orangist, had in de patriottentijd veel last van zijn overtuigingen. Hij is zelfs een keer mishandeld voor zijn overtuigingen, maar ook klanten meden zijn winkel tegen het einde van de 18e eeuw. Zelf was hij een groot pleitbezorger van vrijheid van meningsuiting en vrijheid van drukpers, totdat ook hij zag dat er soms grenzen werden overschreden. Waar Pettegree en Der Weduwen tegen het einde van hun boek al laten zien dat de Gouden Eeuw daadwerkelijk op zijn eind loopt, wordt in het boek van Van Vliet de neergang (als het gaat om de rol van de Republiek op de Europese boekenmarkt) uitvoerig beschreven.

Tot slot

Het was grotendeels toeval dat ik deze boeken in deze volgorde las. Ze lagen op mijn stapel te lezen boeken en ik vond dat het er tijd voor was. Maar uiteindelijk was het een fascinerende leeservaring en een mooie reis door de geschiedenis. Elk van de boeken heeft als belangrijke waarde dat de ontwikkeling van de boekcultuur in de bredere historische context wordt geplaatst en verlevendigd wordt met fascinerende portretten van personen uit die tijd. Mijn hoofd zit nu vol met nieuwe feiten en inzichten. Maar ook met verlangen naar boeken die ik nooit zal bezitten, omdat ze simpelweg niet meer bestaan of onbetaalbaar zijn.

Geen opmerkingen: