18 november, 2022

338 - Winkeldagboek deel 3: 40 jaar beslommeringen in een antiquariaat

Het zong al een tijdje rond in bibliofiele kringen, maar nu is het dan toch eindelijk zover: het derde deel van het vermaarde Winkeldagboek is verschenen, zoals altijd geschreven door René Hesselink en Hans Engberts (†2011) van het Utrechtse antiquariaat Hinderickx en Winderickx. De donderdag van het verschijnen stond ik toevallig voor de etalage van Hinderickx & Windericks (H&W) aan de Oudegracht in de befaamde eurobakken te loeren, toen René ineens drie exemplaren van het winkeldagboek in de etalage legde, recht voor mijn neus. Met een briefje erop met de prijzen voor de paperback en voor de gebonden versie. Vers uit de doos gehaald waarschijnlijk, dus opgewekt stapte ik vervolgens naar binnen om naar de gebonden versie te vragen. Die bleek echter nog niet beschikbaar; pas een dag later zou die in de winkel zijn. Gelukkig stond mijn naam al op een lijst voor deze gebonden editie, zodat ik zaterdag alsnog een gesigneerd exemplaar in mijn brievenbus vond. Hoewel er nog ruim 100 boeken op mijn leesstapel liggen, kreeg dit nieuwe winkeldagboek natuurlijk onmiddellijk voorrang. De paperback is trouwens overal te koop, maar de gebonden editie alleen bij H&W. En drie gebonden (en gesigneerde) delen op een rijtje is uiteindelijk toch het mooiste.  

Naast de drie gepubliceerde winkeldagboeken verscheen er in 1997 al een eerdere versie. In een oplage van 250 werd bij “De Gecroonde Cnoop” ook al een winkeldagboek gepubliceerd. De Gecroonde Cnoop verwijst overigens naar een lantaarnconsole op de gevel van het pand. Het werkje verscheen ter gelegenheid van het 15-jarig bestaan van het antiquariaat. Die uitgave is vooral een verzameling anekdotes uit de boekhandel, zonder datum. Nog niet echt een dagboek dus. Dat format kwam pas bij de publicatie van het eerste grote winkeldagboek in 2003.

De belangrijkste vraag bij dit deel was of de heren er in zijn geslaagd om het hoge niveau van de eerste twee delen vast te houden. Dat is zonder twijfel gelukt. Het winkeldagboek wemelt nog steeds van de zeurkousen in de winkel, allerhande opvattingen over mede-antiquariaten, verzamelaars, klanten en literaire persoonlijkheden en natuurlijk klaagzangen over omzetten. Hoewel het overall prima gaat met het antiquariaat (28 september 2010: “Hinderickx & Winderickx, de enige winkel ter wereld met dit gruwelijke probleem: te veel klanten). Het levert nog steeds verslavend leesvoer vol mooie anekdotes over het leven aan de Oudegracht. En duidelijke meningen over van alles. Paperbacks bijvoorbeeld (17 augustus 2008: "Wij willen geen paperbackx meer, want u wilt ook geen paperbackx. Weg met de paperback! Dood aan de paperback!), Kees Fens (18 juni 2008: "Zijn zinnen leken zowel aan het begin, als in het midden en aan het eind te kunnen beginnen") en ontrouwe verzamelaars die hun met hulp van H&W bij elkaar gescharrelde collectie Hermans uiteindelijk elders verkopen (6 oktober 2008: "Ik ben er even wezen kijken, maar ik werd bijkans misselijk. Ik geloof dat dit de meest verraderlijke daad is die mij in 25 jaar antiquariatenbestaan is geleverd"). En dit is nog maar 2008, het laat zich raden wat er in de rest van het boek zoal wordt geschreven. Mooi vond ik ook de klacht over lezers die hun tweedehands boeken laten signeren (ja, ik voel mij aangesproken). Hans schrijft:

In de kelder aan het werk voor de markt in Deventer, maak ik me kwaad op die zgn. verzamelaars die met hun tassen vol boeken signerende schrijvers lastigvallen. (…) Echt goede schrijvers werken niet mee aan deze vervalsing, die namelijk de schijn van nabijheid wekt. Als ze het wel doen is het uit naïeve goeiigheid. Daarom tref je weinig signaturen van de groten en eindeloos veel van de kleinen aan. (Dit na hele stapels vals gesigneerde boeken te hebben afgeprijsd of weggegooid)

Natuurlijk heb ik direct gekeken of ik genoemd ben in dit deel van het winkeldagboek. Ik heb teruggezocht welke aankopen ik bij H&W heb gedaan om te kijken of ik als klant de heren heb kunnen verleiden een aantekening te maken. Want Nick ter Wal schreef het al in 2007 naar aanleiding van het tweede winkeldagboek: "De directeuren van dit antiquariaat kunnen geweldig schrijven. Sommige anekdotes vergeet ik nooit. Filosofischer dan deel één, maar helaas minder omvangrijk. Wie hun winkel bezoekt, loopt het risico vereeuwigd te worden. Doen dus." Helaas bleek dit in eerste instantie bij mij niet het geval. Kennelijk ben ik zo'n doorsnee klant dat ik alleen terugkom in de optelsom van de dagomzet. In dit deel van het winkeldagboek constateren de schrijvers ook al dat de enige klachten die ze over het winkeldagboek krijgen, komen van mensen die vinden dat ze ten onrechte niet genoemd zijn. Zoals ik. Het lijkt er op dat er behoorlijk wat klanten zijn die de winkel bezoeken met de hoop niet allen een paar fraaie boeken te kopen, maar ook vereeuwigd te worden in het winkeldagboek. Hoewel het voor anderen weer een belemmering is. Op 11 september 2014 schrijft René namelijk:

Ooit, toen wij Winkeldagboek 1 publiceerden, dachten we dat zo’n boek goede reclame voor de winkel zou zijn, maar het omgekeerde bleek het geval. Veel klanten durfden niet een boekwinkel te betreden waar je het risico liep in een boek terecht te komen. De lafaards! Uiteindelijk is het allemaal toch goed gekomen toen deel 2 verscheen, waarin wij onszelf beschrijven als net zulke beklagenswaardige sukkels als de klanten.

Overigens is de behoefte aan / de zorg over genoemd worden de uitbaters van H&W ook niet vreemd. Op 13 april 2010 schrijft René:

Na de Geschiedenis van het Nederlandse antiquariaat heeft Buijnsters nu zijn Geschiedenis van de Nederlandse bibliofilie gepubliceerd. Benieuwd of H&W daar in voorkomt, kwam ik het volgende tegen: (...) "Een bijzonder verschijnsel werd daarmee het Utrechtse winkelantiquariaat Hinderickx & Winderickx. (...)"

Onverwacht bleek ik vervolgens bij het lezen van het winkeldagboek toch een vrij uitgebreide vermelding daarin te hebben. Op dinsdag 28 juli 2009 schrijft René namelijk:

Op een aantal blogposts, of hoe heet zoiets, heeft zich een discussie ontwikkeld over onze minachting voor boekenweekgeschenken. Deze discussie speelt zich af op de 'spot' van 'Sneuper'. (Waarom moet dat toch altijd zo laf anoniem, dat geblog?) De negatiefste reactie, van ene Frits, is dat wij 'bijzonder onaangename zelfingenomen kleinburgers' zijn en deze Frits zou 'niet graag' in onze winkel komen. Wij worden verdedigd door Nick ter Wal, van Artistiek Bureau, en Kees Thomassen. De laatste schrijft over mij: 'Hij is niet eens een heel extravert mens, maar als je eenmaal door zijn gereserveerdheid heen kijkt, blijkt hij een aardig en geestig iemand. Niks kleinburgerlijk!'

Diezelfde 'Sneuper' heeft in een eerdere bijdrage aan zijn blog heel enthousiast geschreven over onze winkeldagboeken. Hij noemt Wdb2 een 'heel leuk en leesbaar boek', 'om niet te zeggen: geniaal'. Sneuper wil graag in ons Wdb genoemd worden. Nou, bij deze.

Ik moest erg lachen om de opmerking “Nou, bij deze”. 13 Jaar lang was ik onwetend over het feit dat ik het winkeldagboek dan toch had gehaald, al is het onder de noemer "laf anoniem". Alsnog heel erg bedankt daarvoor, ik voel mij vereerd! De bijdrage die door René wordt aangehaald met de discussie over boekenweekgeschenken staat hier. Mijn eerdere bijdrage over het tweede winkeldagboek waarin die hele aardige woorden staan staat hier. Ik vervolgde die laatste bijdrage met de woorden "verplicht leesvoer voor boekenliefhebbers". Die aanprijzing is door René in alle bescheidenheid weggelaten. Het mag inmiddels genoegzaam bekend zijn dat alledrie (of allevier) de delen van het winkeldagboek verplicht leesvoer zijn voor boekenliefhebbers, dat hoeven ze niet over te schrijven uit mijn blog. De genoemde reacties van Nick ter Wal en Kees Thomassen staan trouwens niet onder mijn blogposts, maar komen ergens anders vandaan.


Mijn laatste wens is nu nog dat er een verwijzing naar mij op de webpagina van H&W komt, bij het overzicht van reacties op het winkeldagboek. Zoals de verwijzing op de pagina over Oude Gracht 234 naar het blog van boekengek, maar dan naar dit stukje bijvoorbeeld. Inclusief deze bijdrage heb ik al twaalf keer over de verschillende winkeldagboeken geschreven. Daar mag toch wel wat tegenover staan?

Naast dat in dit deel meer dan de vorige keer sprake is van het overlijden van schrijvers (Mulisch, Haasse, Kousbroek, Zeeman. Zwagerman), klanten (Jan, Jan, Serge) en collega-antiquaren, staat dit deel natuurlijk in het teken van de ziekte en het overlijden van Hans Engberts. Hans overleed op 29 november 2011, precies 29 jaar nadat H&W als antiquariaat is begonnen, toen nog aan de Herenstraat in Utrecht: op 29 november 1982 dus. Bij de datum van 3 december 2011 staat de afscheidstoespraak van René bij de uitvaart. Hij zegt onder meer:

Op 29 november 2011, vroeg in de ochtend, kwam er na 29 jaar met de dood van Hans een einde aan ons compagnonschap. Hij vond het niet erg om dood te gaan, zei hij een paar weken geleden. Hij vond het vooral erg voor Ursula, voor zijn moeder en voor mij. Hij had gelijk. Hij heeft nu rust - voor zover de eeuwigheid iets met rust te maken heeft - maar wij moeten door. Zonder Hans. Hindericx & Winderickx zal wel blijven bestaan, maar zonder Hans zal dat een bestaan zijn in een andere dimensie. zijn invloed, zijn geest, zijn ziel, hoe moet ik het noemen, zullen wel altijd in H&W aanwezig blijven - en dan doel ik niet alleen op de boeken die nog jarenlang verkocht zullen worden voor door Hans erin geschreven prijzen.

En op 5 december 2011 schrijft hij bedroefd:

Had iemand toen voorspeld dat we het 29 jaar zouden blijven doen, dan hadden we hem hartelijk uitgelachen, maar nu, achteraf, is 29 jaar veel te weinig. Ik had met Hans oud willen worden in ons antiquariaat.

Maar H&W ging inderdaad door, en het winkeldagboek ook. In de eerste periode na het overlijden van Hans nog wat onregelmatiger. Al snel werd echter de draad weer opgepakt, natuurlijk met regelmatig herinneringen aan Hans. Elk jaar op 29 november wordt er in het winkeldagboek even bij stilgestaan. Niet alleen René schreef, maar er zijn ook andere bijdragenden. Zoals Wim Hazeu, Roosje en op 12 mei 2012 voor het eerst Roland Fagel:

Mijn eerste en volledige winkeldag in dit Hansloze Tijdperk begon op uiterst Hanzige wijze: ik stak de sleutel in het slot van de winkeldeur juist op het moment dat de domklok elf kreunde.

En zo gaat het leven aan de Oudegracht verder. Met herkenbare observaties, zoals op 8 september 2016:

Het zijn frustrerende tijden voor een serieuze antiquaar die ik toch ook ben. De afgelopen weken heb ik duizenden euro's uitgegeven aan bibliotheken van overleden klanten en de winkel zit boordevol goede boeken, maar het enige wat het volk koopt is de rommel uit de ééneurobakken. Ik schrijf nu wel 'rommel', maar het zijn soms best goede boeken die in de bakken verdwijnen, bijvoorbeeld omdat we er meerdere exemplaren van hebben en de mensen het verdommen er meer dan één euro voor te betalen. 

De 287 pagina's van dit winkeldagboek zijn moeiteloos uit te lezen. We lezen over de doorgaande verschuiving van de winkel naar internetverkoop (en dat er dus teveel pakjes moeten worden gemaakt), over de lockdown en over kaalslag onder Utrechtste antiquariaten. Je kunt het lezen in één lange zit desnoods, maar waarom zou je dat doen? Gewoon in kleine hapjes genieten. Want zoals René zelf zegt, op 12 september 2022, het is immers:

(...) een bijzonder leuk boek, evenals de vorige delen. Denk ik. Jammer dat ik het zelf geschreven heb. Ik zou het graag lezen.

Ik heb het in elk geval weer met veel plezier gelezen. Toch merkte ik tegen het einde dat de schwung er een beetje uit liep. Juist de dynamiek tussen René en Hans, hun verschillende opvattingen over het antiquariaat en hun bijdrage daarin maar ook hun gemeenschappelijke visie op de wereld (de klanten, de boeken, de collega’s in het vak) maakt het dagboek sterk. En uiteraard mist dat een beetje de laatste 11 jaar. Maar hoe dan ook een prestatie van formaat om gedurende 40 jaar geheel authentiek verslag te doen van het leven in een boekenantiquariaat en dat in drie kloeke delen te boekstaven. Ondanks al het gemopper maakt het eindeloze werken met boeken dat je toch bijna zelf een antiquariaat zou gaan beginnen. Bijna, niet helemaal.

Geen opmerkingen: