In de geschiedenis van het boek en in het bijzonder van het verzamelde boek zijn veel bijzondere verzamelaars aan te wijzen. Ze zijn bijzonder omdat ze bijzondere verzamelingen hadden: in omvang, in specialiteit, of allebei. We kennen ze omdat hun verzamelingen aan de basis stonden van bibliotheken of soms omdat ze alles voor hun boeken over hadden, inclusief hun eigen leven. Bibliofielen worden soms bibliomanen.
Neem nu Antonio Flamminio, een Siciliaans filosoof uit de zestiende eeuw die alles overhad voor zijn boeken en uiteindelijk stierf doordat een stapel boeken op hem viel. Of neem Motteley, die niemand in zijn bibliotheek vertrouwde en ook zelden schoonmaakte. Zijn hele fortuin ging aan boeken op en toen hij stierf had hij nog net genoeg geld opzij gelegd om zijn begrafenis van te betalen. Of neem de hertog van Somerset, die in de 16e eeuw drie wagens liet voorrijden bij de bibliotheek van Guild Hall en alles meenam naar zijn huis. De collectie, inclusief bijzondere handschriften, keerde ruim twee eeuwen later weer terug. Of neem Antoine Boutard die boeken kocht per meter en die in zijn leven achthonderdduizend boeken verzamelde die hij in zes huizen had opgeslagen. Of neem de Engelsman Meadow die zoveel boeken verzamelde, dat hij een deel moest verkopen. Hij kon de veiling van zijn geliefde bezit echter niet aanzien en verliet de zaal, kwam verkleed terug en begon op zijn eigen boeken te bieden...
Verhalen over verzamelaars boeien me: te zien hoe genialiteit en gekte soms samen gaat. Fascinerend om de hartstocht voor boeken te zien. Ook onze eigen Boudewijn Büch is een groot verzamelaar, die vol passie over andere verzamelaars schrijft. In Bibliotheken haalt hij het voorbeeld van Johann Georg Tinius aan die verslaafd was aan boeken maar niet genoeg geld had. Daarom ging hij over tot roofmoorden. Van het betere soort waren Jacques Doucet, die honderdduizenden literaire handschriften en boeken verzamelde, Charles Spoelberch de Lovenjoul of Martin Bodmer.
Neem nu Antonio Flamminio, een Siciliaans filosoof uit de zestiende eeuw die alles overhad voor zijn boeken en uiteindelijk stierf doordat een stapel boeken op hem viel. Of neem Motteley, die niemand in zijn bibliotheek vertrouwde en ook zelden schoonmaakte. Zijn hele fortuin ging aan boeken op en toen hij stierf had hij nog net genoeg geld opzij gelegd om zijn begrafenis van te betalen. Of neem de hertog van Somerset, die in de 16e eeuw drie wagens liet voorrijden bij de bibliotheek van Guild Hall en alles meenam naar zijn huis. De collectie, inclusief bijzondere handschriften, keerde ruim twee eeuwen later weer terug. Of neem Antoine Boutard die boeken kocht per meter en die in zijn leven achthonderdduizend boeken verzamelde die hij in zes huizen had opgeslagen. Of neem de Engelsman Meadow die zoveel boeken verzamelde, dat hij een deel moest verkopen. Hij kon de veiling van zijn geliefde bezit echter niet aanzien en verliet de zaal, kwam verkleed terug en begon op zijn eigen boeken te bieden...
Verhalen over verzamelaars boeien me: te zien hoe genialiteit en gekte soms samen gaat. Fascinerend om de hartstocht voor boeken te zien. Ook onze eigen Boudewijn Büch is een groot verzamelaar, die vol passie over andere verzamelaars schrijft. In Bibliotheken haalt hij het voorbeeld van Johann Georg Tinius aan die verslaafd was aan boeken maar niet genoeg geld had. Daarom ging hij over tot roofmoorden. Van het betere soort waren Jacques Doucet, die honderdduizenden literaire handschriften en boeken verzamelde, Charles Spoelberch de Lovenjoul of Martin Bodmer.
Een bekende Nederlandse verzamelaar was W.H.J. baron van Westreenen-Tiellandt, die de medenaamgever was van het museum Meermanno - Westreenianum.
Willem Hendrik Jacob baron van Westreenen van Tiellandt (1783-1848) was jongs af aan was Van Westreenen een hartstochtelijk verzamelaar. Van de verschillende collecties die hij bijeenbracht, was de verzameling boeken de belangrijkste. Hij was beïnvloed door het voorbeeld van zijn veel oudere achterneef Johan Meerman (1753-1815) en diens vader Gerard Meerman (1722-1771). Hun bibliotheek kwam in 1824 onder de hamer, in strijd met wat Johan Meerman in zijn testament had vastgelegd. Van Westreenen probeerde op de veiling door forse aankopen een belangrijk deel van die collectie bijeen te houden en op die manier cultureel erfgoed voor Nederland te bewaren.
Uiteindelijk vermaakte Van Westreenen zijn eigen bezit aan de staat. Sinds 1852 is het voormalige woonhuis van Van Westreenen een museum.
Onlangs kocht ik het fraaie boek Journaal van W.H.J. van Westreenen van zijn reizen naar Londen, Cambridge en Oxford in de jaren 1834 en 1835. In linnen gebonden, met goudopdruk. Het reisdagboek laat zijn dubbele belangstelling zien: het reizen zelf en het zien van nieuwe steden en landschappen en het verzamelen van boeken met een voorkeur voor incunabelen. Hij beschrijft van dag tot dag waar hij is, wat hem opvalt en wat hij koopt. Een voorbeeld:
"Den 30en Juny en 1en July doorliep ik weder verscheidene gedeelten der stad, - bezocht nog eens de Westminster Zaal, die een platte ingang heeft - de Expositie van schilderyen van levende meesters, bestaande echter voor 't grootste gedeelte in pourtretten, alsmede eenige afgietsels van antieke beelden, etc. in verscheidene zaalen van het fraaye Sommersets-house, - de St Pauls-kerk - de Post-Ofice, etc. de bank van Engeland; doorreed met eene wagen gezegd omnibus die 19 persoonen van binnen bevat, zonder de koetsier en afroeper achter, nevens de ingang geplaatst, verscheide nog door my onbezogte straaten, onder andere Cornhill, en zag zoo in 't voorbyryden de Gevangenis Newgate, de Zaal Guildhall - en de kerk van Newgate achter deeze gelegen, zoodat de straat tusschen dezelve en de gevangenis loopt.
Ik bezocht verschillende boekhandelaaren als Bohn - by het Strand (by deezen vondt ik het exemplaar der Charta Magna op pergament met origineele teekening voor keizer Alexander bestemd, waarvoor hy 700 Lst: vroeg) - Thorpe in de Bedfordstreet, Longmann Paternoster Row - en wederom de Hren Foss en Payne, waar ik verscheidene drukken op pergament als de Cicero van 1466 - de Isidorus van Augsburg 1472 - en de bulle van 1455 beschouwde."
Het is mooi om te zien hoe deze Baron het reizen en het verzamelen combineerde. Hij besteed in zijn aantekeningen meer tekst aan de boeken die hij ziet, in musea en bibliotheken, dan die hij zelf koopt. Toch ging hij naar Londen met een doel: hij wilde werken uit de bibliotheek van G.F.W. Kloss, die toen geveild werd, kopen. Maar er waren meer kapers op de kust, de Bodleian Library vermeldt op zijn webpagina's "Some 560 incunabula, mainly printed in Germany and, when known, nearly all with an earlier German provenance, were acquired from the collection of Georg Franz Burkhard Kloss (1787-1854), a physician from Frankfurt am Main, whose sale was held in London in 1835; the Bodleian spent a total of 343.30 there. The Kloss collection reflects an interest in the traditional academic disciplines". De catalogus van die veiling is overigens hier nog te koop.
Van Westreenen wist ook een aantal incunabelen te kopen en die zijn voor de liefhebber te zien in zijn eigen museum. Het is mooi te zien hoe deze verzamelaar zijn bezit vermeerderde: niet door roofmoord, niet door diefstal, niet door het zich ontzeggen van eerste levensbehoeften maar door het systematisch zoeken naar waardevolle aanvullingen voor zijn boekenbezit. Het reisverslag is een weergave van een paar maanden uit het boeiende leven van deze man.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten