Het was weer een feestje bij De Slegte. Door het betoog van Sander en de reacties in de comments op zijn stuk besloot ik dat het boek Verzonken boeken van Komrij met stip op mijn wishlist zou moeten stijgen.
En zo geschiedde dat ik ronddwaalde in De Slegte in Den Haag en besloot dat ik dringend bij de K moest kijken en ziedaar: het boek van Komrij stond er. Een nette eerste druk, 2,5 euro.
Het maakt niets uit dat de tekst van het boek integraal op het web staat, namelijk hier. Want zo kan iedereen genieten van het briljante stuk over bibliofilie, dat ik thans op papier bezit:
"De bibliofiel wordt door velen beschouwd als een fijn-proever, een liefhebber van mooie dingen die met zorg een uitgelezen verzameling bijeenbrengt. Niets is minder waar. De bibliofiel is een veelvraat, een slokop, een ordinaire op-stapelaar. Boeken zijn voor hem geen doel, maar een middel. Een middel om zich, in een mantel van beschaving, te gedragen als een wilde die met pijl en boog door het oerwoud rent om hitsig alles neer te leggen wat hem voor de voeten loopt. Zodra zijn prooi terneerligt steekt hij alweer, met atavistische drift, zijn neusvleugels uit in de richting van ander wild. De bibliofiel staat nog 't dichtst bij Tarzan van de apen. Als de bibliofiel na lang speuren een vurig gewenst boek heeft gevonden en bijgezet in zijn trofeeënkast, verliest hij er prompt alle interesse in. Hij is al op zoek naar een ander boek. Zolang de bibliofiel leeft blijft zijn buit dood liggen, als een gehoorzame hond. Pas na de dood van de jager zelf komt de hond weer tot leven. Wee het boek dat in de handen van een bibliofiel valt! Het blijft dood zolang zijn baas leeft. Alleen bij het overlijden van bibliofielen vinden boeken baat."
Beschaamd bedenk ik mij dat ik ook een zolder vol lijken heb, die smachten naar mijn overlijden opdat zij juichend in catalogi van antiquariaten kunnen staan. Maar ik ga nog jaren mee, en tot die tijd verzamel ik ijverig verder.
Van de weeromstuit kocht ik ook nog een uitgave van Stichting de Roos. Over nut en noodzaak van deze mooie Rozen schreef ik hier. Het bijzondere is dat ik voor een kast vol boeken kan staan, en dan het ene boek er uithaal waar iets mee is. Zoals deze Roos, die onopgemerkt tussen allerlei oninteressante boeken stond. Het is Het Westeinder handschrift, een uitgave uit 1978. Het Westeinder handschrift is op het oog een Vondel-achtig toneelwerk en volgens de aankondiging in het werk afkomstig uit 1691. In werkelijkheid is het in 1961 geschreven door de toenmalige minister van Onderwijs Jo Cals die in het Westeinde-ziekenhuis in Den Haag lag. Hij was ziek was ten tijde van de behandeling van de mammoetwet en in dit stuk zijn alle "personaedjen" in het stuk in feite personen die bij de totstandkoming van de mammoetwet waren betrokken. Zoals "Margaretha van Arnheim, vorstin ad interim" die in werkelijkheid Marga Klompé is.
Het grappige is dat op de site van Parlement & Politiek wel te vinden is dat Cals de mammoetwet tot stand bracht en in het Westeinde lag, maar niet dat hij daar dit boekje schreef. Cals is ook de minister-president wiens kabinet na de roemruchte nacht van Schmelzer viel.
Kortom, een bijzonder boekje, niet alleen door de historische waarde, maar ook door de bibliofiele waarde (want elke uitgave van Stichting De Roos telt 175 exemplaren) en omdat dit een voorbeeld is van een boek dat suggereert authentiek historisch te zijn, maar het niet is.
Ik ben gek op uitgaven van De Roos. Ze zijn altijd fraai uitgevoerd en meestal onbetaalbaar, maar deze mocht ik hebben voor... 7 euro. Waardoor ik nu al 19 rozen bezit. Een fraai boeket!
En zo geschiedde dat ik ronddwaalde in De Slegte in Den Haag en besloot dat ik dringend bij de K moest kijken en ziedaar: het boek van Komrij stond er. Een nette eerste druk, 2,5 euro.
Het maakt niets uit dat de tekst van het boek integraal op het web staat, namelijk hier. Want zo kan iedereen genieten van het briljante stuk over bibliofilie, dat ik thans op papier bezit:
"De bibliofiel wordt door velen beschouwd als een fijn-proever, een liefhebber van mooie dingen die met zorg een uitgelezen verzameling bijeenbrengt. Niets is minder waar. De bibliofiel is een veelvraat, een slokop, een ordinaire op-stapelaar. Boeken zijn voor hem geen doel, maar een middel. Een middel om zich, in een mantel van beschaving, te gedragen als een wilde die met pijl en boog door het oerwoud rent om hitsig alles neer te leggen wat hem voor de voeten loopt. Zodra zijn prooi terneerligt steekt hij alweer, met atavistische drift, zijn neusvleugels uit in de richting van ander wild. De bibliofiel staat nog 't dichtst bij Tarzan van de apen. Als de bibliofiel na lang speuren een vurig gewenst boek heeft gevonden en bijgezet in zijn trofeeënkast, verliest hij er prompt alle interesse in. Hij is al op zoek naar een ander boek. Zolang de bibliofiel leeft blijft zijn buit dood liggen, als een gehoorzame hond. Pas na de dood van de jager zelf komt de hond weer tot leven. Wee het boek dat in de handen van een bibliofiel valt! Het blijft dood zolang zijn baas leeft. Alleen bij het overlijden van bibliofielen vinden boeken baat."
Beschaamd bedenk ik mij dat ik ook een zolder vol lijken heb, die smachten naar mijn overlijden opdat zij juichend in catalogi van antiquariaten kunnen staan. Maar ik ga nog jaren mee, en tot die tijd verzamel ik ijverig verder.
Van de weeromstuit kocht ik ook nog een uitgave van Stichting de Roos. Over nut en noodzaak van deze mooie Rozen schreef ik hier. Het bijzondere is dat ik voor een kast vol boeken kan staan, en dan het ene boek er uithaal waar iets mee is. Zoals deze Roos, die onopgemerkt tussen allerlei oninteressante boeken stond. Het is Het Westeinder handschrift, een uitgave uit 1978. Het Westeinder handschrift is op het oog een Vondel-achtig toneelwerk en volgens de aankondiging in het werk afkomstig uit 1691. In werkelijkheid is het in 1961 geschreven door de toenmalige minister van Onderwijs Jo Cals die in het Westeinde-ziekenhuis in Den Haag lag. Hij was ziek was ten tijde van de behandeling van de mammoetwet en in dit stuk zijn alle "personaedjen" in het stuk in feite personen die bij de totstandkoming van de mammoetwet waren betrokken. Zoals "Margaretha van Arnheim, vorstin ad interim" die in werkelijkheid Marga Klompé is.
Het grappige is dat op de site van Parlement & Politiek wel te vinden is dat Cals de mammoetwet tot stand bracht en in het Westeinde lag, maar niet dat hij daar dit boekje schreef. Cals is ook de minister-president wiens kabinet na de roemruchte nacht van Schmelzer viel.
Kortom, een bijzonder boekje, niet alleen door de historische waarde, maar ook door de bibliofiele waarde (want elke uitgave van Stichting De Roos telt 175 exemplaren) en omdat dit een voorbeeld is van een boek dat suggereert authentiek historisch te zijn, maar het niet is.
Ik ben gek op uitgaven van De Roos. Ze zijn altijd fraai uitgevoerd en meestal onbetaalbaar, maar deze mocht ik hebben voor... 7 euro. Waardoor ik nu al 19 rozen bezit. Een fraai boeket!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten