Ter gelegenheid van de opening van de boekenmaand werd er een “Schrijversmarkt” georganiseerd in de Bijenkorf, en Sneuper was erbij. Lokkend stonden de namen in de aankondiging: ruim 20 schrijvers zouden aanwezig zijn om boeken te signeren. De genoemde namen waren representatief voor tientallen exemplaren in mijn boekenkasten. Een goede gelegenheid dus om een flinke stapel boeken te laten waarmerken door de auteurs zelf.
En zo trok ik die zaterdagochtend met een tas vol boeken naar de hoofdstad, waar ik iets na tweeën aankwam. Het was vol in de hoofdstad en ook in de Bijenkorf. De schrijvers stonden achter kleine witte tafeltjes te wachten op lezers, stapels boeken om hen heen en de pen in de hand. Door de Bijenkorf werden zij van drinken voorzien – eerst water, later wijn – en tussendoor konden ze op een apart podium geïnterviewd worden door Frenk van der Linden. Dat gaf het geheel nog een inhoudelijk tintje, maar was voor de aanwezige lezers in zekere zin irritant: stond je net bijna vooraan in de rij bij Doeschka Meijsing, werd ze naar het podium geroepen: kon je vervolgens weer een half uur wachten op de felbegeerde handtekeningen.
Ik ontdekte dat er een aantal schrijvers aanwezig was waarvan ik de boeken niet bij mij had omdat de aankondiging mij kennelijk was ontgaan. Cees Nooteboom, Anna Enquist en Martin Bril kon ik zo niet aan mijn verzameling gesigneerde boeken toevoegen. Gelukkig kende ik nog wat adresjes in Amsterdam: tussentijds ben ik naar De Slegte in de Kalverstraat, Kok in de Oude Hoogstraat en Egidius in de Haarlemmerstraat gegaan om een aantal exemplaren van deze schrijvers te kopen en te laten signeren. Het was een rare gewaarwording om met een tas vol boeken een antiquariaat in te lopen en met een nog vollere tas eruit te lopen. Ik vroeg mij steeds af welke verklaring ik zou geven voor de overvloed die ik al bij mij droeg. Maar zo werd ik deze zaterdag niet alleen veel handtekeningen, maar onverwacht ook een aantal boeken rijker.
De in de Bijenkorf aanwezige lezers verzamelden intussen handtekeningen alsof het voetbalplaatjes waren. Ook ik meldde me bij steeds een nieuwe schrijver met een verse stapel eerste drukken. Ik heb me al eerder afgevraagd hoe leuk signeren nu eigenlijk is voor schrijvers (zie hier en hier) en ook zaterdag kreeg ik toch weer de indruk dat de blijheid bij velen ver te zoeken was. Niet onlogisch natuurlijk: er wordt van je verwacht dat je ruim twee uur lang krabbels zet in steeds dezelfde boeken, vergezeld van heilswensen aan voor jou totaal onbekenden. Ik kan me de knorrigheid van – bijvoorbeeld – Remco Campert dan ook wel voorstellen. Toen ik met mijn stapeltje Camperts bij hem kwam liet hij weten dat hij alleen maar zijn naam ging zetten, geen datum, plaats of andere gekkigheden. Ik kon natuurlijk alleen maar met hem instemmen. En bovendien: moet je daar 80 voor worden, om op een zaterdagmiddag in zo'n mensenmassa te komen signeren? Ook Martin Bril had geen blije dag maar dat mag, want hij is ziek.
Aan de andere kant trof ik ook schrijvers die er volop zin in hadden om hun lezers te zien en die opmerkten dat er soms bijzondere boeken tussen zaten. Ik meldde mij bij Kees van Beijnum, onder meer met de eerste druk van Over het IJ. Bij het zien van dat boek zei hij verrast dat het zijn eerste boek was en dat het omslag hoorde bij de eerste druk en waarschijnlijk ook de eerste oplage. Ik kon hem gerust stellen dat dit inderdaad zo was en we praatten nog even kort over het feit dat ik het boek in Ermelo kocht. René Appel signeerde voor mij Als broer en zus en vertelde enthousiast hoe makkelijk het schrijven van dat boek hem afging. Hij kende iemand bij de rechtbank die het verhaal van een lopende zaak vertelde en dat inspireerde hem tot het schrijven van dit verhaal. Meestal is het schrijven van een verhaal binnen beperkte kaders lastig, maar in dit geval ging het prima. Abdelkader Benali keek verrast op toen ik hem een exemplaar van De Argentijn voorhield. Hij vroeg waar ik die had gevonden, want dat boek was schaars volgens hem. Overigens heeft Benali een heel uitvoerige handtekening. Naast zijn naam tekent hij namelijk steeds twee vrienden in elk boek dat hij signeert. Het is veel werk, maar ziet er leuk uit. Tegenover de uitbundigheid van Benali staat het fijne handschrift van Campert, die zijn naam in kleine maar precieze letters schrijft.
Kortom, het was een volle en warme bijeenkomst in de Bijenkorf maar het leverde mij wel 40 handtekeningen in 38 boeken op. Twee boeken werden dubbel gesigneerd: één boek door Remco Campert en Jan Mulder (Familie-album, de boekenweekuitgave uit 1999) en één boek door Remco Campert en Cees Nooteboom (Over en weer). O ja, en nadat ik na een wandeling naar Egidius en terug weer voor Campert stond met een versgekocht boek, was hij zo goed om niet alleen zijn naam, maar ook de mijne, de datum en de plaats erin te schrijven. En zo eindigde dit schrijversfeest in de Bijenkorf in blijmoedigheid bij iedereen. Uit de telling van LibraryThing - hoe heb ik ooit zonder dit systeem kunnen verzamelen? - blijkt dat ik nu 89 gesigneerde boeken heb. Maar heel Nederland is vermoedelijk sinds afgelopen zaterdag vele honderden gesigneerde boeken rijker.
1 opmerking:
erg leuk om te lezen en moedig van je om ze allemaal af te gaan! :)
Een reactie posten