Dan toch wat over mijn laatste aanwinsten van Stichting De Roos, zoals ik in mijn vorige stukje al beloofde.Nu zowel de najaarsveilingen als de voorjaarsveilingen achter de rug zijn zie ik tot mijn tevredenheid dat het aantal uitgaven van De Roos verder is gegroeid. En omdat ik houd van statistieken en tabellen heb ik het nagerekend: ik bezit nu 86% van de officiële uitgaven van Stichting de Roos, ik mis er nog 26 en als ik die morgen (behalve de Escher-uitgave) tweedehands zou willen kopen dan zou mij dat € 1.215 kosten. Dat valt nog te overzien en dat betekent met nog een paar mooie kavels in de najaarsveilingen van Bubb Kuyper, Burgersdijk & Niermans, Van Stockum en wellicht Catawiki ik heel dicht bij mijn doel ga komen.
Net als in de rest van mijn collectie beginnen ook bij Stichting de Roos wat dubbele exemplaren te ontstaan. Ik schreef eerder al eerder over het fenomeen dat ik meer soms dan één exemplaar van hetzelfde boek in bezit wil hebben. Wat is er dan aan de hand met de op zichzelf uniform uitgegeven boeken van De Roos dat het ook daarvoor geldt?
Als ik naar mijn verzameling De Roos kijk dan had ik tot nu toe twee dubbele exemplaren:
- de jubileumuitgave In beperkte oplage geschreven door Mathieu Lommen en Karen Polder. Daarvan is zowel een handelseditie verschenen (bij uitgeverij Thoth) als een bibliofiele editie voor leden van De Roos. De eerste uitgave is een paperback, de laatste is een niet ingebonden uitgave in een speciale doos verpakt. De paperback kocht ik als eerste, dat wil zeggen hij was onderdeel van een lot boeken dat ik ooit kocht bij Bubb Kuyper. Later kwam daar de originele uitgave bij en nu staan ze gebroederlijk naast elkaar op de plank.
- Het dispuut tussen Max Bill en Jan Tschichold uit 2010. Het boek bevat de teksten van vijf Duitstalige essays met Nederlandse vertalingen en heeft betrekking op een typografische pennenstrijd die Jan Tschichold (1902-1974) en Max Bill (1908-1994) in de jaren 1940 voerden. Steven de Joode vat het dispuut als volgt samen: "Bill publiceerde een fel artikel waarin hij Tschichold ervan beschuldigde zijn vroegere idealen te hebben verkwanseld. Volgens Bill was de Nieuwe Typografie juist bij uitstek geschikt om boeken op een objectieve en terughoudende wijze vorm te geven; Tschicholds standpunt was volgens hem een terugkeer naar een hopeloos ouderwetse en onbruikbaar geworden esthetiek. Vervolgens reageerde Tschichold al even fel met zijn artikel ‘Glaube und Wirklichkeit’. En ook de bekende typograaf Paul Renner (1878-1956), zelf schrijver van een invloedrijk handboek, mengde zich in de discussie met een artikel dat als een poging tot synthese beschouwd kan worden. Enkele politieke aspecten werden door Tschichold in een volgend artikel nog wat verder uitgewerkt, waarmee een einde kwam aan de discussie, zonder dat er evenwel een duidelijke winnaar overbleef. Naast de uitgave voor de leden van De Roos verscheen er een overdruk in een oplage van 300 exemplaren. Op dunner papier en eenvoudiger uitgegeven. Uit het colofon wordt niet duidelijk voor wie deze 300 exemplaren bedoeld waren. Relaties van de drukker LenoirSchuring? Leden van een typografisch genootschap? Maar ik ben blij dat ik beide versies naast elkaar in de kast heb staan. Met als fijne bijkomstigheid dat mijn De Roos uitgave ook nog eens speciaal werd gedrukt voor Hans Eenens, die van 1988 tot 2000 voorzitter van Stichting de Roos was.
Bij de laatste veiling van Burgersdijk en Niermans waar ik verschillende lots met boeken van De Roos kocht kwam er ineens weer een dubbel exemplaar naar voren. In één van de lots zat de uitgave van De Vierlingen van Pybrac uit 1955. Ik wist dat ik deze uitgave al had en legde deze dus op het stapeltje "even kijken welke mooier is, en de mooiste mag blijven". Toen ik vervolgens beide boeken ging vergelijken kwam de verrassing: het zijn twee heel verschillende uitgaven. Althans in uiterlijk, het binnenwerk is hetzelfde. Maar de binding is anders en ook de bedrukking op de rug verschilt. Bij het ene boek staat "Graswinkel - Pybrac" en bij het andere staat "De vierlingen van den Heer van Pybrac".
In het boek vinden we een verzameling kwatrijnen van de hand van Guy Du Faur de Pibrac (1529-1584), over wie hier (slecht vertaald) meer informatie staat. Deze kwatrijnen zijn moraliserend van aard, maar in de 16e en 17e eeuw behoorlijk populair. Zij werden vroeg in de 17e eeuw vertaald door Dirck Graswinckel (1600-1666) een in zijn tijd vermaard rechtsgeleerde die echter ook dichter was. Tot verdriet van inleider Geerten Gossaert (pseudoniem van F.C. Gerretson, 1884-1958) is Graswinckel nauwelijks bekend gebleven als dichter. In zijn mooie inleiding bij deze uitgave van De Roos gaat hij in op het leven van Graswinckel en de achtergrond van het vertalen van deze kwatrijnen.
Als ik op de site van De Roos kijk dan zie ik een foto de uitgave in lichtrood met op de voorkant de gouden rechthoeken. Ik beschouw dat dan maar even als 'standaarduitgave'. De andere uitgave heeft een paarsig omslag zonder belettering op de voorkant en met de afwijkende tekst op de rug. Deze uitgave is ook iets groter dan de andere. Daarnaast mist de Franse pagina die de 'standaarduitgave' wel heeft.
Ik kan twee dingen bedenken voor deze uitgave:
- Een verzamelaar vond de binding van De Roos niet mooi en heeft het boek opnieuw laten inbinden. Het merkwaardige vind ik echter dat het boek dan kleiner had moeten zijn, niet groter omdat het dan op een of andere manier losgesneden had moeten worden. Aan de andere kant verklaart dat misschien wel het missen van de Franse pagina.
- Deze uitgave is zo bedoeld. Als ik namelijk in het colofon kijk van het boek dan zie ik staan dat er zoals gebruikelijk 175 exemplaren zijn gemaakt voor leden van De Roos. Maar daarnaast zijn er 15 exemplaren gedrukt voor Geerten Gossaert. Zou dit wellicht één van die 15 exemplaren zijn? Een paar jaar geleden werd op Catawiki een uitgave van dit werk geveild waarbij het om één van die 15 exemplaren zou gaan. Dit was een exemplaar dat gebonden was zoals de 'standaarduitgave' en dat Romeins genummerd was. Het feit dat mijn exemplaar geen nummering heeft en dus anders gebonden is, maakt het niet zo waarschijnlijk dat dit één van de exemplaren van Gossaert is.
Maar wat is hier dan wel aan de hand? Voorlopig is het een mysterie. Daarom heb staan ze allebei naast elkaar in de kast totdat ik meer zicht heb gekregen op de reden van deze verschillen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten