En toen was ik ineens de bezitter van een kleine collectie uitgaven van Jacques den Haan. Eén van de lots bij Bubb Kuyper die ik binnenhaalde bestond wat mij betreft vooral uit het boek van Van der Meulen, waar ik hier al over schreef. Maar zoals in de omschrijving stond waren er ook nog "24 others". Van die 24 waren er 5 uitgaven van Jacques den Haan.
De vraag is of ik daar blij mee ben. Ik ben natuurlijk blij met élk boek, maar de vraag is of ik zó blij ben met Jacques dat ik hem een ruime plaats in mijn boekenkast gun. Hoewel die vraag eigenlijk al beantwoord is, want in mijn CPNB-verzameling staan al de uitgaven Goed Geboekt (geschenk, 1954) en Het gevaarlijke boek (essays, 1958) van zijn hand en bovendien heb met enige regelmaat verwezen naar één van de bijdragen in Verzamelen is ook een kunst. Onsterfelijkheid in oude boeken dat door Den Haan is samengesteld (zie hier en hier). Zo beschouwd bezit ik al veel Den Haan.
Maar nu heb ik enkele uitgaven van Den Haan die ik nog niet eerder kende en die een nieuwe beoordeling vragen. De vraag daarbij is: wie is Jacques den Haan eigenlijk? Op de site van DBNL staat een lijstje met zijn publicaties (één van de vijf die ik nu heb ontbreekt daar overigens) maar verder geeft het weinig informatie. Gelukkig staat hier al meer informatie: hij was een ex-boekverkoper die zijn ervaringen daarover heeft opgeschreven en die daarnaast nog veel meer essays over boeken, boekverkopers, verzamelaars en lezers heeft geschreven. Zo beschouwd is hij een beetje de Boudewijn Büch van de jaren '50 en '60. Eén ding heeft hij in elk geval voor op Büch: er is een prijs naar hem vernoemd, de Jacques den Haan bokaal voor de beste boekverkoper in Groningen. Verder was hij op veel fronten actief, hij schreef bijvoorbeeld de flaptekst voor de derde druk van Nescio's De uitvreter, Titaantjes, Dichtertje (1947) en hij was een vermaard criticus in zijn tijd. W.F. Hermans zei in 1962 over hem: "De enige criticus die een beetje leesbaar over boeken schrijft en die daarbij ook nog voldoende belezen is, is Jacques den Haan." Maar dat kwam natuurlijk omdat Den Haan een heel positieve recensie over De donkere kamer van Damocles had geschreven (blijkt uit deze lijst).
Tussen de vijf exemplaren die ik bij Bubb van Den Haan kocht zaten ook exemplaren van Het gevaarlijke boek en Verzamelen is ook een kunst, die ik nu dus dubbel heb. Verder heb ik nu Boeken en publiek (1947, Bayard Reeks no. 24), Jacques den Haan staart uit het raam. Luchtigs over leven en lezen (1962) en Ja, 't is een blij gezicht... (1958, Prikkel pocket 224). Jacques den Haan staart uit het raam is een oubollig boekje, een verzameling columns over onder meer zijn ervaringen als boekverkoper. Het weerspiegelt de tijdgeest en is duidelijk bijna een halve eeuw oud. De stukjes die hij schrijft zijn elders beter geschreven - bijvoorbeeld over bibliomanie of over de onechtheid van bestsellers. Ik bedenk me dat een boek als dit eigenlijk een gebundeld weblog is: een rijtje luchtige observaties over dingen die je bezighouden. Het is geruststellend te weten dat ook mijn weblog over een tijdje oubollig zal worden gevonden, .
Boeken en publiek is een lezing die Den Haan in 1946 hield in het Waaggebouw in Amsterdam ter gelegenheid van de tentoonstelling van boeken, manuscripten en portretten "Kunst van het Woord in Zuid en Noord". Deze lezing - 62 jaar geleden gegeven - gaat vooral over het bijzondere van lezen en boeken, maar is net zo gedateerd als Staart uit het raam. Ja, 't is een blij gezicht is een dubbeluitgave: een korte beschouwing van Den Haan over het fenomeen "pocket-book" dat toen in opkomst was en daarna een hele serie belegen cartoons van de in 2006 overleden Frits Müller over grafische termen (de term "gietmond" gaat vergezeld van een tekening over iemand die een borrel drinkt).
Kortom, wat moet ik er mee? Dit soort boeken is onverkoopbaar, dus op Marktplaats zetten heeft geen zin. Weggooien is jammer, daar zijn ze dan toch niet onleesbaar genoeg voor. En omdat ze over boeken gaan en Den Haan ook een paar hele mooie dingen geschreven heeft, besluit ik bij deze om ze allemaal op te nemen in mijn bibliotheek, in de categorie "boeken over boeken".
Welkom thuis, Jacques.
De vraag is of ik daar blij mee ben. Ik ben natuurlijk blij met élk boek, maar de vraag is of ik zó blij ben met Jacques dat ik hem een ruime plaats in mijn boekenkast gun. Hoewel die vraag eigenlijk al beantwoord is, want in mijn CPNB-verzameling staan al de uitgaven Goed Geboekt (geschenk, 1954) en Het gevaarlijke boek (essays, 1958) van zijn hand en bovendien heb met enige regelmaat verwezen naar één van de bijdragen in Verzamelen is ook een kunst. Onsterfelijkheid in oude boeken dat door Den Haan is samengesteld (zie hier en hier). Zo beschouwd bezit ik al veel Den Haan.
Maar nu heb ik enkele uitgaven van Den Haan die ik nog niet eerder kende en die een nieuwe beoordeling vragen. De vraag daarbij is: wie is Jacques den Haan eigenlijk? Op de site van DBNL staat een lijstje met zijn publicaties (één van de vijf die ik nu heb ontbreekt daar overigens) maar verder geeft het weinig informatie. Gelukkig staat hier al meer informatie: hij was een ex-boekverkoper die zijn ervaringen daarover heeft opgeschreven en die daarnaast nog veel meer essays over boeken, boekverkopers, verzamelaars en lezers heeft geschreven. Zo beschouwd is hij een beetje de Boudewijn Büch van de jaren '50 en '60. Eén ding heeft hij in elk geval voor op Büch: er is een prijs naar hem vernoemd, de Jacques den Haan bokaal voor de beste boekverkoper in Groningen. Verder was hij op veel fronten actief, hij schreef bijvoorbeeld de flaptekst voor de derde druk van Nescio's De uitvreter, Titaantjes, Dichtertje (1947) en hij was een vermaard criticus in zijn tijd. W.F. Hermans zei in 1962 over hem: "De enige criticus die een beetje leesbaar over boeken schrijft en die daarbij ook nog voldoende belezen is, is Jacques den Haan." Maar dat kwam natuurlijk omdat Den Haan een heel positieve recensie over De donkere kamer van Damocles had geschreven (blijkt uit deze lijst).
Tussen de vijf exemplaren die ik bij Bubb van Den Haan kocht zaten ook exemplaren van Het gevaarlijke boek en Verzamelen is ook een kunst, die ik nu dus dubbel heb. Verder heb ik nu Boeken en publiek (1947, Bayard Reeks no. 24), Jacques den Haan staart uit het raam. Luchtigs over leven en lezen (1962) en Ja, 't is een blij gezicht... (1958, Prikkel pocket 224). Jacques den Haan staart uit het raam is een oubollig boekje, een verzameling columns over onder meer zijn ervaringen als boekverkoper. Het weerspiegelt de tijdgeest en is duidelijk bijna een halve eeuw oud. De stukjes die hij schrijft zijn elders beter geschreven - bijvoorbeeld over bibliomanie of over de onechtheid van bestsellers. Ik bedenk me dat een boek als dit eigenlijk een gebundeld weblog is: een rijtje luchtige observaties over dingen die je bezighouden. Het is geruststellend te weten dat ook mijn weblog over een tijdje oubollig zal worden gevonden, .
Boeken en publiek is een lezing die Den Haan in 1946 hield in het Waaggebouw in Amsterdam ter gelegenheid van de tentoonstelling van boeken, manuscripten en portretten "Kunst van het Woord in Zuid en Noord". Deze lezing - 62 jaar geleden gegeven - gaat vooral over het bijzondere van lezen en boeken, maar is net zo gedateerd als Staart uit het raam. Ja, 't is een blij gezicht is een dubbeluitgave: een korte beschouwing van Den Haan over het fenomeen "pocket-book" dat toen in opkomst was en daarna een hele serie belegen cartoons van de in 2006 overleden Frits Müller over grafische termen (de term "gietmond" gaat vergezeld van een tekening over iemand die een borrel drinkt).
Kortom, wat moet ik er mee? Dit soort boeken is onverkoopbaar, dus op Marktplaats zetten heeft geen zin. Weggooien is jammer, daar zijn ze dan toch niet onleesbaar genoeg voor. En omdat ze over boeken gaan en Den Haan ook een paar hele mooie dingen geschreven heeft, besluit ik bij deze om ze allemaal op te nemen in mijn bibliotheek, in de categorie "boeken over boeken".
Welkom thuis, Jacques.
3 opmerkingen:
Dag sneuper,
kende Jacques ook niet maar stootte 2 weken geleden op 'Een leven als een oordeel', een verzameling teksten van zijn hand, gepubliceerd in 1968, 656 pagina's dik. Hij springt soms van de hak op de tak, maar zijn stijl en humor zijn onnavolgbaar. Ter illustratie: in een bespeking van de avonturen van Boswell luidt het: "Hij knielt voor haar neer, kust de voetjes en houdt zo'n vervoerend pleidooi dat hem vergfiffenis wordt geschonken (blijkbaar een van de voornaamste bezigheden van de vrouw uit die tijden)".
In mijn bescheiden bibje krijgt hij een ereplaatsje ;-)
den Haan heeft nog een tijd lesgegeven op de Academie van Beeldende Kunsten in Arnhem: van eind jaren '60 tot begin jaren ,70. Hij gaf daar op een inspirerende manier les over boeken maar vooral over cultuurgeschiedenis.
Bij zijn lessen gebruikten we zijn "Onderweg".
Leuk om te lezen dat de boeken van mijn opa een plekje hebben gekregen in uw bibliotheek.
Een reactie posten