07 december, 2017

282 - In de kraamkamer van een roman

Ik vertelde al eerder van mijn contacten met Marcel Möring, naar aanleiding van mijn behoefte om alle boeken die ik van deze schrijver heb ook gesigneerd te krijgen. Dit signeren lukte en het leidde tot vriendelijke contacten met Möring. Maar enige tijd geleden kreeg ik een verzoek van hem dat ik wel heel bijzonder vond.

Möring had onthouden in welk vakgebied ik werkzaam was en dat vakgebied werd een thema in de roman die hij op dit moment aan het schrijven is. En hij wilde met mij wat doorpraten over dat thema om er voor te zorgen dat de beschrijving in zijn roman zo accuraat mogelijk zou zijn.

Ik voelde mij natuurlijk zeer gevleid door dit verzoek. Ik heb een huis vol boeken die allemaal op een of andere manier herkenbaar en betekenisvol zijn voor mij, maar op deze manier invloed kunnen uitoefenen op een roman had ik nog niet eerder meegemaakt.. Ik vroeg een collega van mij die nog net wat meer gespecialiseerd is dan ik om mee te gaan en samen gingen wij op pad naar huize Möring.


Daar hadden wij een boeiend gesprek over schrijven in het algemeen, het leven in Rotterdam en natuurlijk uitvoerig over de thematiek waar we voor kwamen. Möring schetste een verhaallijn die hij in zijn hoofd had en wilde bij ons toetsen of zoiets in werkelijkheid ook zou kunnen gebeuren. Helaas voor hem was deze verhaallijn - waar ik niks over ga zeggen, lees vooral het nog te verschijnen boek er maar op na - hoewel ogenschijnlijk plausibel, in de praktijk niet realistisch.

Of eigenlijk was dat niet helaas voor de schrijver, want Möring liet weten dat hij over het algemeen veel tijd steekt in het uitvogelen van de precieze omstandigheden en gebeurtenissen in zijn boeken. Als hij schrijft over een willekeurige dag in het verleden, dan zoekt hij uit of het weer dat hij beschrijft ook daadwerkelijk klopt met die dag. Het zou voor hem vreselijk zijn als hij schrijft dat het op en bepaalde dag in november zoveel jaar geleden koud was met regen, terwijl het in werkelijkheid zonnig was en droog. Ook locaties moeten kloppen bij de werkelijkheid. Er mag niets zijn wat uiteindelijk de lezer kan afleiden van het verhaal. Dus dat wij konden aangeven dat deze verhaallijn uiteindelijk niet klopte met de werkelijkheid, luchtte hem in die zin op dat hij niet pas na het verschijnen van het boek iets dergelijks zou horen.

Ik ben uiteraard zeer benieuwd wat het uiteindelijke boek gaat worden. We hebben wel gehoord wat de thematiek van het boek in het algemeen is en de verhaallijn waar wij op reflecteerden, maar voor het overige zal het net zo'n verrassing zijn als elk ander nieuw boek. Wat wel bijzonder is, is dat we de vraag kregen of we een conceptversie willen lezen van het boek om nog een laatste feitelijke check te doen (zodat alle details kloppen) voordat het verschijnt. Dat zal de meest 'advanced reading copy' zijn die ik ooit onder ogen heb gehad.


Enige tijd geleden was in het Drenths museum een tentoonstelling waarin het wordingsproces van de roman Eden werd weergegeven. Dat lijkt niet op de setting waarin wij het gesprek voerden - gewoon aan de keukentafel - maar als er van de nieuwe roman ook zo'n tentoonstelling komt dan verwacht ik ergens in een hoekje toch wel een vermelding van mijn bijdrage.


Als dank voor ons luisterend oor en onze feedback over het thema kregen nog een gesigneerde versie mee van De kleurentovenaar, een speciale uitgave die verscheen ter gelegenheid van het jubileum van de bibliotheek in Assen. En dat kwam dan wel weer goed uit, want dan blijft mijn Möring collectie (die inmiddels 32 gesigneerde exemplaren bevat) in elk geval actueel en op orde.

n.b. het boek is uiteindelijk in 2019 verschenen onder de titel Amen. Ik werd uitgenodigd voor de presentatie en zag daar dat ik werd genoemd in het dankwoord achterin het boek. 

12 november, 2017

281 - Uit de bibliotheek van de auteur

In mijn mail belandde de 81e catalogus van Fokas Holthuis met de titel "uit de bibliotheek van de Nijhoffs". Dat triggerde mij, niet zozeer omdat ik een verzamelaar van Martinus Nijhoff ben, maar omdat ik boeken 'uit de bibliotheek van...' altijd interessant vind. Hoewel dat soort boeken niet anders zijn dan andere boeken voegt het wat mij betreft wat toe aan een boek als het afkomstig is van een plek die van betekenis is, bijvoorbeeld uit de bibliotheek van de auteur zelf. Waarbij ik tegelijkertijd ook weer wat pietluttig ben omdat het mij niet zozeer gaat om elk boek uit een bepaalde bibliotheek (bijvoorbeeld een willekeurig boek uit de bibliotheek van W.F. Hermans, ook al staat er commentaar van Hermans in) maar boeken van de auteur zelf. Voor mij is dat net zo iets als een gesigneerd exemplaar; het boek is door de auteur 'aangeraakt' en dat maakt dat het uitstijgt boven alle andere exemplaren van dat zelfde boek.

Ik bezit al verschillende boeken 'uit de bibliotheek van..'. Zo heb ik de prachtige driedelige uitgave van Dibdin's A Bibliographical Antiquarian and Picturesque Tour in France and Germany uit de bibliotheek van Komrij (ik schreef er uitgebreid hier over en over de validiteit van het stickertje hier). Dit is natuurlijk een voorbeeld dat niet past bij de regel die ik net formuleerde omdat dit geen boeken van de hand van Komrij zelf zijn. Maar wie durft te beweren dat bibliofielen ooit consequent zijn? Ik zondig tegen iedere regel die ik mijzelf opleg, maar ter verdediging: in dit geval had ik het boek niet gekocht omdat het uit de bibliotheek van Komrij kwam, dat was een bonus waar ik later achter kwam.

Een zuiverder voorbeeld zijn de boeken Boudewijn Büch uit de bibliotheek van Büch, die ik kocht van iemand die zelf te gretig was geweest tijdens de grote Büch-veilingen en dus een aantal dubbels had. Een ander voorbeeld is de uitgave Een nieuwe politiek van Adriaan van Dis die ik kreeg van Adriaan van Dis. En recent kreeg ik van Marcel Möring een exemplaar van de speciale uitgave De kleurentovenaar, waarover ik binnenkort een stukje schrijf. Wat ik ook wel bijzonder vond waren de uitgaven van Stichting de Roos die afkomstig waren van de oud-voorzitter van Stichting de Roos.

Omdat ik wist dat Nijhoff ook een aantal uitgaven van Stichting de Roos op zijn naam had staan was ik dus benieuwd of deze catalogus een aantal van die uitgaven zou bevatten. En dat was zo! De Harp I en II werden door Fokas aangeboden, met deze omschrijving:

94 NIJHOFF e.a., M. De Harp. Onder redactie van Jan Engelman, M. Nijhoff en A. Roland Holst. (Met originele grafiek door Dirk van Gelder en Cuno van der Steene). Utrecht, Stichting De Roos, 1946-1948. Twee delen (compleet). Halflinnen. 64; 48 p. Typografische verzorging J. van Krimpen. Gezet uit de Lutetia en gedrukt op wit velijn van Van Gelder in een oplage van 175 genummerde exemplaren. 1e druk. Beide banden deels iets verkleurd. In handschrift van Chris Leeflang, in het eerste deel, onder het colofon: ‘Ex. H.S./ bestemd voor W. Nijhoff./ L.’. Het tweede deel is ongenummerd. Meegebonden zijn een originele houtgravure van Dirk van Gelder en een ets van Cuno van der Steene. Beide prenten zijn ook los bijgevoegd, in potlood gesigneerd door de kunstenaars. Het eerste deel bevat Euripides’ ‘Ifigeneia in Taurië’, ‘in Nederlandsche verzen vertaald door M. Nijhoff’.

Ik mailde bijna onmiddellijk retour en tot mijn vreugde was ik op tijd: de beide boeken werden voor mij gereserveerd. Een tijdje later ging ik ze ophalen en dat leidde weer tot veel rijkdom in Den Haag. Natuurlijk werd ik - net als de vorige keer toen ik daar langsging - volgestopt met lijsten met al het fraais dat Fokas en Paul in de aanbieding hebben, maar ik kreeg ook de papieren versie van de Nijhoff-catalogus. Het leuke daarvan is dat het begint met een toepasselijk gedicht van Ingmar Heytze:
Collectie Nijhoff
Gereedschap, toen. Wat nu? Te koop. Kaften
door hem aangeraakt, papieren die zijn zoekgemaakt
maar nog niet zoek genoeg, te koop, te koop. 
Rug verbruind, verbleekt, verschoten, voorrand ietsgeschaafd, gesleten, aangevreten door een muis. Bovenrandvan band beknibbeld (zilvervisjes). Voorplat los.
Hoe zwaarder verweerd, hoe meer je hand in hand staat
met de dichter die Awater schreef. Dat denk je, maar
je denkt verkeerd: een boek heeft geen geheugen
voor gezichten of het voorgeschreven uur. Geen tekstverlies,al is er wel iets anders kwijt - inkt en adem, huid en tijd.

Daarnaast valt uit de ten geleide meer te leren over de herkomst van deze collectie. De boeken stonden in Huize Antoinette in Biggekerke, dat Martinus Nijhoff in 1930 liet bouwen. Nadat Martinus en zijn vrouw Antoinette Wind (A.H. Nijhoff) waren overleden, liet Wouter Nijhoff al een deel van de boeken veilen, een ander deel werd in die tijd verdeeld onder vrienden. Volgens de ten geleide heeft deze Fokas-catalogus "in dat opzicht weinig pretenties" maar desondanks staan er nog veel pareltjes in. Ik vroeg bij het ophalen hoe hard het was gegaan met de verkoop, en dat bleek ook voor Fokas en Paul nog wel verrassend. Je weet kennelijk maar nooit hoe hard het gaat, maar voor deze Nijhoff bibliotheek was nog veel belangstelling. Des te blijer ben ik met mijn twee uitgaven van De Roos. Die had ik nog niet in mijn Roos-verzameling staan, en nu komen ze ook nog met een bijzonder verhaal erbij. En de papieren catalogus van Fokas Holthuis bewaar ik natuurlijk naast deze twee uitgaven van De Roos.

Ik vind het mooi gezegd van Heytze "een boek heeft geen geheugen" en dat is natuurlijk ook zo. Een boek is maar een dood ding. Maar de eigenaar van een boek heeft wel een geheugen en dat geheugen maakt verzamelen nu juist zo leuk want het maakt mij elke keer weer blij als ik naar deze boeken kijk. En ik deel mijn geheugen vervolgens graag met de lezers van dit blog, die er hopelijk ook een beetje blij van worden.

22 oktober, 2017

280 - Een mooie set boeken van Stichting P.J. Cools

Bij mijn enthousiaste bespreking van het boek Boeken uit de doeken in mijn vorige bericht, gaf ik al aan dat deze afkomstig was van de mij onbekende Stichting P.J. Cools. Deze wetenschap was aanleiding om eens te gaan grasduinen op de site van deze stichting, en ik ontdekte onder meer dat deze stichting de organisator is van de jaarlijkse Tilburgse boekenmarkt "Boeken rond het paleis". Maar niet alleen dat, de stichting bevordert ook andere literaire activiteiten en wat voor mij belangrijk is: ze geven boeken uit, in het bijzonder boeken over boeken.

Veel lees- en verzamelbevorderende activiteiten dus en daarom verdient deze stichting alle aandacht die maar nodig is. Ik vroeg mij vervolgens wel af wie die P.J. Cools nu eigenlijk was waar de stichting naar was genoemd. Gelukkig realiseert de stichting zich dat meer mensen zich dat afvragen, en daarom staat er een link naar een artikel van Jef van Kempen over Petrus Josephus Cools.

Het eerste wat ik daarin las was dat het een pater was die censor was in de plaatselijke bibliotheek. Niet bepaald een aanbeveling om naamgever te worden voor een stichting die het lezen bevordert, wat mij betreft, want het doet mij denken aan lijsten met verboden boeken en andere nare beperkingen. Maar al verder lezend blijkt het allemaal wel mee te vallen met deze Cools. Hij werd na zijn priesteropleiding bibliothecaris van de theologie-opleiding in Stein en schreef meerdere artikelen over boeken en bibliotheken en stimuleerde de verwerving van boeken waar hij maar kon. 'Hoe meer boeken hoe beter', was zijn motto. Binnen zijn eigen bibliotheek was hij zeer actief in de verwerving van boeken van kloosterbibliotheken die opgeheven dreigden te worden. Door deze bibliotheken te verwerven, bleven de boeken behouden en beschikbaar. Na de oorlog kreeg hij een plek in landelijke commissies die zich bezig hielden met herstel en bevordering van het bibliotheekwezen in Nederland.

In de uitgave Catalogus van de handschriften, incunabelen en postincunabelen uit het bezit van de orde der minderbroeders-kapucijnen in Nederland, nu aanwezig in de Bibliotheek van de Theologische Faculteit Tilburg door Lydia Wierda, lees ik de volgende vermakelijke passage:
De TFT [Theologische Faculteit Tilburg] had aanvankelijk geen eigen bibliotheek. De studenten beschikten op hun thuisbasis veelal over een goedvoorziene bibliotheek. Het gebrek aan een bibliotheek werd echter wel als een bezwaar gezien. Daarom werd een bibliothecaris aangesteld wiens belangrijkste taak niet zozeer was de zorg voor de boeken als wel ervoor zorgen dat er eigen boeken kwamen.
Deze bibliothecaris, pater Petrus Josephus Cools MSC, ging vol goede moed op strooptocht. Hij bezocht de bibliotheken van de missionarissen van het H. Hart, de missionarissen van het Goddelijk Woord, de missionarissen van de H. Familie en de minderbroeders kapucijnen. En niet zonder succes: de eerste meters boeken van de bibliotheek van de TFT zijn het resultaat van Cools' inspanningen. Deze boeken hebben geen stempel van de TFT maar hebben een ingeplakt briefje met de tekst 'In bruikleen bij de bibliotheek van de Theologische Faculteit Tilburg'. Deze boeken zijn vooral afkomstig uit de collecties van de vroegere seminaries.
(...) De collectie oude en kostbare werken van de kapucijnen omvat 80 handschriften, 45 incunabelen met 62 titels en 165 postincunabelen met 218 titels.

Dat heeft Cools dan wel weer aardig gedaan, op die manier cultureel erfgoed behouden en zo historische boeken toegankelijk houden, en en passant nog 45 incunabelen op de kop tikken naast veel ander moois. Hoewel 'strooptocht' niet zo'n positieve term is, is zijn intentie goed geweest. Ik snap wel dat zoveel enthousiasme een inspiratie vormt voor de stichting P.J. Cools: 'hoe meer boeken hoe beter!'.

Maar terug nu naar de lijst met uitgaven van de stichting. Ik was zo brutaal om Peter IJsenbrant en Martin Hulsenboom te vragen of er wat rondslingerende uitgaven van deze stichting mijn kant op konden komen, en tot mijn grote blijdschap werd mijn smeekbede verhoord. Hieronder een beeld van wat vervolgens in mijn brievenbus plofte:

Hoewel, een aantal van deze kreeg ik al eerder van de heren Hulsenboom en IJsenbrant (zoals de prachtige gelegenheidsuitgave Paul Verlaine in Tilbourg, oplage 25, die netjes staat naast mijn twee uitgaves van de Biblio-sonnetten van Verlaine), maar het maakt het plaatje wat completer. Hoe dan ook een boeiende collectie van boeken over boeken en lezen die elk op hun eigen wijze laten zien waarom boeken zo fascinerend zijn. Eén van de uitgaven die strikt genomen niet van de stichting is, is het boekje De nagedachtenis van een groot man van Gerard Keller. Een heruitgave van een verhaal van deze schrijver ter gelegenheid van het plaatsen van een grafmonument voor hem. Een mooi verhaal over een vergelijkbaar thema: hoe in een dorp een min of meer bekende schrijver wordt herdacht en waarin kleinburgerlijkheid leidt tot een herdenking waarin iedereen vooral zijn eigen belang dient en de schrijver meer en meer vergeten raakt. Tot mijn grote spijt realiseerde ik mij dat ik niet al te lang geleden een boek van deze Keller had weggedaan wegens overtolligheid (om precies te zijn: Het vermoorde Parijs in een overigens vrij lelijke en beschadigde uitvoering). Nu mis ik dit boek, want deze nieuwe uitgave had daar mooi naast kunnen staan. Voor de zoveelste keer de les geleerd om geen boeken weg te doen, want er volgt altijd spijt.

Waar ik ook erg van genoot is de uitgave Boekverkoper voor alle seizoenen van Herman Brusselmans waarin alle passages over de fictieve boekhandelaar en bibliothecaris Louis Tinner uit de boeken van Brusselmans zijn gebundeld. Of wat te denken van  De pelle humana over boeken gebonden in mensenhuid (Perkamentus schreef hier al eens over in 2011, maar hij moest toen nog 11 euro neer leggen voor dit boekje..). Inmiddels zijn wereldwijd 18 van dergelijke boeken bekend die bij veel mensen tot de verbeelding spreken (de tekst van Schilders staat trouwens hier). Maar bovenal ben ik nu in het bezit van een boek van P.J. Cools zelf, een lezing met de titel Over het conserveren van boeken, waarin dezelfde toelichting van Jef van Kempen over Cools zelf staat die ik hierboven al aanhaalde maar daarnaast nog een toelichting op de tekst bevat van - wie anders dan - Ed Schilders. In deze verhandeling geeft Cools allerlei raad over hoe boeken het beste behandeld kunnen worden in bibliotheken, maar ook in de thuisbibliotheek. Een tip is om elk boek tenminste één keer per jaar uit de kast te nemen en buiten stofvrij te maken. Ik vrees dat ik tegen deze regel zondig: ik stof mijn boeken maximaal één keer per vijf jaar af. Daarmee heb ik de Cools-norm niet gehaald..

Mijn gebedel leverde kortom een paar fraaie aanvullingen op voor mijn collectie boeken over boeken, die inmiddels zo'n 220 titels telt. Ik schaam mij dan ook niet voor het gebedel: ik weet dat de boeken hoe dan ook door mij meer geliefd en beter verzorgd worden dan elders, en dat ze dus beter bij mij kunnen staan. Niet dat ik twijfel over de bibliozorg bij Peter IJsenbrant thuis, maar ik wil alleen maar zeggen dat ik natuurlijk niet de eerste de beste bedelaar ben. Mijn dankbaarheid is groot en langdurig, en ik deel deze ook nog eens met de lezers van dit blog. Die lezers worden hopelijk geprikkeld door dit moois en die hoeven niet te bedelen, maar kunnen de boeken vermoed ik gewoon bestellen via de gegevens op de website van Stichting Cools.

Wie had gedacht dat ik als randstedelijke protestant zo enthousiast kon worden over een Brabantse katholieke geestelijke censor... Bibliofilie overbrugt de grootste verschillen, zo blijkt maar weer.

05 oktober, 2017

279 - Boeken uit de doeken

Op 23 september 2017 liet Arjan Peters in de Volkskrant weten dat hij aangenaam verrast was door de bundel biblioconologische schetsen van de hand van Martin Hulsenboom en Peter IJsenbrant onder de titel Boeken uit de doeken. Ik kon een licht gevoel van trots niet onderdrukken want dat boek had ik al enige tijd in huis en inmiddels van A tot Z (of van Giuseppe Arcimboldo tot William McGregor Paxton) gelezen en er onnoemelijk van genoten. Mijn oproep aan alle lezers van dit blog is dan ook: Lees dit boek! Bestelinformatie staat hier.

Het is overigens niet zo dat ik mij op enige inspanning van mijn kant kon beroemen: ik kreeg het boek gewoon toegestuurd en op een goede dag plofte het onverwacht in mijn brievenbus. Wat ik sindsdien met Peters deel is bewondering voor de makers van dit prachtwerkje, want zij zijn er in geslaagd om een informatief en tegelijkertijd onderhoudend en soms ronduit grappig boek te maken waar elke bibliofiel van gaat watertanden.
Het boek bestaat uit 36 beschouwingen naar aanleiding van schilderijen waarop op een of andere wijze een boek een rol speelt. Deze schilderijen leiden vervolgens tot een overpeinzing over boeken, bibliofilie, lezen en lezers en alles wat daarmee samenhangt. Naast allerlei nuttige informatie uit de wereld van het boek worden passende citaten van klassieke schrijvers ingevoegd om een punt te maken waar dat nodig is. Zoals van Washington Irving en Petrarca over het lezen in de buitenlucht, naar aanleiding van een schilderij van Albert Edelfelt.
De ondertitel - biblioconologische schetsen - verwijst naar iconologie, oftewel de leer van de verborgen betekenissen in kunstwerken. Een leerstuk dat in Utrecht een heuse leerstoel had, maar waar tegelijkertijd ook best veel kritiek op was. Aan de ene kent hielp de iconografie (en in het verlengde daarvan de iconologie) om kunstwerken beter te interpreteren. Aan de andere kant ging de interpretatiezucht soms wat ver en werd er betekenis gezocht waar die niet was. De auteurs van dit boek dansen opgewekt tussen al deze betekenissen door en geven gewoon hun eigen draai aan wat zij zien (of menen te zien) in de schilderijen die ze in het boek hebben opgenomen.
Wat mij nog opviel is dat Arjan Peters in zijn column dit boek aanhaalt nadat hij eerst schrijft over de film Echt Herman Koch. Maar heeft hij niet gezien dat Herman Koch ook in dit boek figureert, en wel naar aanleiding van een illustratie van Peter van Dongen? Dit is aanleiding voor een beschouwing over bibliofagie, oftewel het eten van boeken. Ik had hier zelf op dit blog al in 2006 over geschreven. Ook Jan van Herreweghe heeft natuurlijk over dit verschijnsel geschreven.

Jan van Herreweghe over bibliofagie, met een
eetbaar boek. (c) Flickr/Bibliotheek Kortrijk
In het boek staat een voorwoord waarin vooral geprobeerd wordt om te laten zien dat het geen voorwoord is, en en passant krijgt de lezer les in de historie van het voorwoord. En hoewel het voorwoord (of wat het dan ook is) mij maande om het boek vooral geduldig uit te lezen, kon ik het toch niet laten om na elk stukje toch nog één extra stukje te lezen, en pardoes was het boek toen uit. In het boek staat ook een persiflage op een recensie (bij een schilderij van Charles Joseph Traviès de Villers) dat eindigt met de prachtige zinnen "De heren [IJsenbrant en Hulsenboom] wilden iets nalaten. Dat is hun gelukt. Zij hebben nagelaten een fatsoenlijk boek te schrijven".
Met die recensie ben ik het uiteraard volledig eens: dit boek had nooit geschreven mogen worden. De belangrijkste reden daarvoor is dat ik het zelf had willen schrijven. Want eerlijk gezegd zijn deze stukjes in alle compactheid én informatiedichtheid elke keer een prachtig blogstukje. Dus waar ik met mijn blog elke keer ploeter om een stukje op te leveren, schrijven de beide heren gewoon een boek vol met allerlei relevante nutteloze feiten over boeken en lezers in prettig leesbare stukjes die uitnodigen tot verder lezen. Daar hadden zij ook jarenlang een blog mee kunnen vullen.
Wat ik verfrissend vond was de humor in het boek. Het is ook mijn humor: ik mag graag een woordgrap maken die net een tikje te flauw is, en daardoor leuk. Het hoeft niet allemaal zo serieus te zijn in boekenland, we blijven tenslotte allemaal 'gently mad' en daar hoort ook luchtigheid bij. Naast de woordgrap is er ook de quasi-arrogante correctie van opvattingen van grote auteurs. Zo betwisten zij de stelling van Copernicus dat deze wereld om de zon draait. Wat hen betreft draait de wereld om boeken, en daar ben ik het van harte mee eens. En dat er één zo'n boek mijn kant op gedraaid is, is niet minder dan het bewijs van een natuurwet: bibliogravitas om precies te zijn, waarbij het centrale punt mijn bibliotheek is. (Volgens mij heb ik zojuist een nieuwe term bedacht, die ik snel ergens moet laten registreren..)
Het is niet voor het eerst dat uit de koker van IJsenbrant en Hulsenboom en consorten mooie uitgaven komen. Recent scheef ik al over de prachtig uitgegeven en toegelichte biblio-sonnetten van Verlaine (die ik nu overigens dubbel in de kast heb: ik heb De Roos-uitgave die gelijktijdig met de handelseditie verscheen inmiddels ook op de kop getikt) en nu is er dit boek weer. Het plezier spat van dit boek af en het is ook nog eens mooi uitgegeven: gebonden, leeslintje, het ruikt goed en ligt lekker in de hand. Het is mij een raadsel hoe zo'n mooi boek gemaakt kan worden en dan vervolgens voor de belachelijk lage prijs van 12,5 euro verkocht wordt.
Is er dan niets om over te klagen? Nou, behalve dat ik het boek had willen schrijven eigenlijk niet. Ik ben van de weeromstuit maar eens gaan kijken bij de Stichting P.J. Cools (genoemd naar Petrus Josephus Cools), die ik eigenlijk helemaal niet kende. Maar ik kom dan ook niet uit Tilburg en omstreken. Mijn zoektocht leidde echter wel tot nieuwe begeerte toen ik de uitgaven van de afgelopen jaren zag: allemaal boeken over boeken in aantrekkelijke uitgaven. Gelukkig heb ik inmiddels een flink aantal van deze Cools-uitgaven in huis, maar hoe ik eraan gekomen ben en welke dat zijn: daarover schrijf ik een volgende keer.

15 september, 2017

278 - Literaire zakdoeken

Een van de merkwaardigste deelverzamelingen in mijn bibliotheek is die van de niet-boeken: literaire uitgaven die niet in boekvorm maar anderszins verschijnen. Literaire teksten verschijnen op allerlei plekken: gebruiksvoorwerpen, kleding en bijvoorbeeld ook muren (al is dat laatste weer wat lastig te verzamelen). Zo heb ik lang geslapen op een kussensloop van uitgeverij Plint met daarop een gedicht van Hans Hagen:
Heel dichtbij
ik zie lichtjes in je ogen
kom eens heel dichtbij
ik zie mij
je ogen zijn twee spiegeltjes
zie jij dat ook bij mij?
Hoe lekker ik ook sliep op deze kussensloop, ik heb niet de behoefte om dit soort literaire gebruiksvoorwerpen te verzamelen. Tegenwoordig vullen die al een fors schap in een beetje boekenwinkel: naast kussenslopen zijn er mokken, tassen, T-shirts en wat al niet meer. Er is weinig exclusiefs aan en daarmee als verzamelobject voor mij niet geschikt.

Een tijdje geleden schreef ik al over het boekobject van Jan van Herreweghe dat ik bezit. Die is wel uniek, in kleine oplage gemaakt en daardoor hoort het thuis in mijn bibliotheek. Dit lijkt in elk geval nog op een boek en kan ik dan ook keurig in de kast zetten tussen de andere boeken. Maar ik bezit ook een wat mij betreft een klein verzamelwaardig serietje curiositeiten en dat zijn de zakdoeken met gedichten.

Wat moet een verzamelaar nu met zakdoeken - anders dan de tranen te drogen na het in mijn vorige post beschreven veilingverdriet? Deze zakdoeken stammen uit de tijd dat eerst de boekhandels met *) en later Selexyz nog bestonden en waren een speciale uitgave ter gelegenheid van de jaarlijkse gedichtendag. Elke gedichtendag verscheen naast het gedichtendagbundeltje ook zo'n zakdoek met daarop ofwel een heel gedicht, ofwel een dichtregel, met daarbij de opdruk dat deze speciaal was gemaakt voor gedichtendag dat jaar.

Op zo'n moment overstijgt de bedrukte zakdoek de grauwe massa van bedrukte gebruiksartikelen, het wordt dan een serieuzere gelegenheidsuitgave die voor mij onmiddellijk verzamelwaardig wordt. Het probleem is alleen dat ik behalve de exemplaren die ik zelf bezit, ze nooit meer ergens heb gezien. Ze worden niet aangeboden op Marktplaats of op een andere logische site. Hoeveel er zijn verschenen weet ik niet en hoe groot de collectie potentieel kan worden dus ook niet.

Op dit moment heb ik zes gelegenheidszakdoeken met gedicht. Mijn eerste stamt uit 2002, is van Bart Moeyaert en heet heel treffend Het lied van de zakdoek. In de jaren daarna heb ik niet zo goed opgelet, want de eerstvolgende zakdoek die ik heb is uit 2006 en daarop staat een dichtregel van mijn favoriete dichter Menno Wigman:

Tweeduizendzoveel / Pixels, steeds meer pixels / De nieuwsdienst pokert met je hoofd.
Vervolgens heb ik nog de jaren 2007 (gedicht van Shang Ch'in), 2008 (Eva Gerlach), 2009 (Antjie Krog) en 2010 (Marjolein Kool).  Opmerkelijk is dat de zakdoeken van 2006 en 2009 dezelfde dichter bevatten als die het speciale gedichtendag dichtbundeltje van dat jaar maakte, maar de andere jaren niet. Enige lijn lijkt daar dan ook niet in te ontdekken.

Ik vermoed dat er in elk geval in 2003-2005 ook zakdoeken zijn verschenen. Maar of dat vóór 2002 en ná 2010 ook het geval is, is mij dus onbekend. Ik haalde mijn zakdoeken altijd op gedichtendag bij de prachtige boekhandel Verwijs in de Haagse Passage, die helaas ten onder is gegaan. En dat gold voor meer winkels uit de voormalige keten.  Na 2010 veranderde er veel bij Selexyz dus mogelijk is sindsdien deze actie door de marketingafdeling geschrapt. In 2012 was Selexyz zelf verdwenen en vervangen door Polare, en we weten allemaal hoe dat afliep.

Deze curieuze verzameling zal al met al nog lang curieus blijven vrees ik. Vooralsnog heb ik ze bij de afdeling poëzie gezet omdat het aantal nog te klein is voor een eigen deelverzameling.

Verdere informatie over deze zakdoeken is welkom. En wie er nog eentje kwijt wil: ik heb die van Menno Wigman dubbel, en die wil ik best ruilen voor een zakdoek die ik nog niet heb..

Naschrift: een klein half jaar na dit bericht vond ik op Marktplaats een advertentie van een gedichtendag-zakdoek van een andere keten: Libris boekhandels maakte kennelijk ook zakdoeken. De zakdoek van 2002 heeft als thema het huwelijk van Willem-Alexander en Máxima. Dit maakt het allemaal nog verwarrender: zijn er nog meer gedichtendag-zakdoeken van Libris behalve die van 2002? De tijd zal het leren...

20 augustus, 2017

277 - Veilingdrama

Bij voorkeur vertel in in dit blog over mijn succesvolle aankopen en mooie aanvullingen op mijn bibliotheek. En wees niet bezorgd, aan het eind gebeurt dit ook. Maar in het kader van het verwerken van teleurstellingen, moet ik eerst wat anders kwijt.

De laatste veiling van Bubb Kuyper is voor mij namelijk desastreus verlopen. En niet omdat ik te laag had geboden of omdat ik op een andere manier een verkeerde strategie had toegepast (dat heb ik vaker aan de hand gehad, maar ik dacht geleerd te hebben), maar simpelweg vanwege falende digitale verbindingen. Er kan mij dus hooguit naiviteit verweten worden: ik heb teveel op de techniek vertrouwd.

Wat was het geval? In de voorjaarsveiling van Bubb Kuyper bevonden zich zoals altijd volop lots met boeken in mijn favoriete categorie: boeken over boeken. Dit keer waren er veel boeken en uitgaven van en over en door A. Edward Newton. Alfred Edward Newton (1864-1940, lees hier nog een mooie biografie) is voor mij een van de grootste en meest inspirerende boekverzamelaars uit het verleden, samen met A.S.W. Rosenbach overigens. En in hun kielzog zijn er talloze verzamelaars en handelaren geweest van eind 19e eeuw tot aan de Tweede Wereldoorlog die de hoogtijdagen van bibliofilie hebben meegemaakt en er ook een grote bijdrage aan hebben geleverd. En het zijn verzamelaars die hun passie hebben neergeschreven in zeer lezenswaardige memoires, die vol staan met belevenissen waar boekenverzamelaars van houden, namelijk over de gave om op onverwachte plekken tussen stapels ogenschijnlijk waardeloze boeken of papieren, net dat unieke stuk te vinden dat anders voor altijd verloren zou zijn gegaan. Ik hou van dat soort belevenissen en ik bezit dan ook inmiddels een rijke collectie van memoires van boekhandelaren en boekenverzamelaars. Ik zoek dan altijd naar een mix van verhalen over hun eigen handel en wandel gecombineerd met informatie over de boeken die zij kochten en verkochten (boeken die alleen maar gaan over de handel vind ik minder interessant: toen kocht ik dit en toen kocht ik dat, en toen had ik hier een winkel en toen daar...). Het is bijna een soort studiemateriaal: ik leer hoe zij kijken en wat maakt dat ze zien dat juist dat ene boek anders is dan al die andere. Maar ik leer ook over de boeken zelf en meer dan eens lees ik een boek terwijl ik ondertussen Abebooks check of het boek waarover zij schrijven nog te koop is, want al lezende raak ik er langza am van overtuigd dat ik dat boek ook moet hebben.. Lees mijn bericht over het boek van Charles Everitt nog maar eens.

Een jaar of twee geleden sloeg ik een grote slag bij deze zelfde Bubb Kuyper toen ik paar lots kocht met daarin tientallen van dit soort uitgaven. Maar uiteindelijk ontbrak er toen voor mij een belangrijke auteur: Alfred Edward Newton. Voor hem hield ik nog een plaatsje vrij in mijn bibliotheek. Ik was dan ook dolblij toen ik deze lots zag in de catalogus van Bubb:
66/81 Newton, A.E. This Book-Collecting Game. Boston, Little, Brown and Co., 1928, (16),410,(1)p., col. frontisp., ills., printed in 990 numb. and signed copies, orig. hcl. w. paper letterpiece, t.e.g., slipcase. Idem. The Greatest Book in the World and other Papers. Ibid., idem, 1925, XVII,(1),451p., col. frontisp., (col.) plates, printed in 470 numb. and signed copies, orig. hcl. w. paper letterpiece, t.e.g., slipcase. - AND 8 others (w. contributions) by/ on the same, i.a.  End Papers (ibid., 1933, (col.) plates, printed in 1351 numb. and signed copies);  IDEM, A Magnificent Farce and othe r Diversions of a Book-Collector (ibid., 1921, (col.) plates, ills., printed in 265 numb. and signed copies, orig. hcl., t.e.g.) and  G.H. SARGENT, A Busted Bibliophile and his Books (ibid., 1928, plates, orig. hcl.).
66/82 [Newton, A.E.]. Lot of ±25 vols. (w. contributions) by/ on A. Edward Newton, incl. several small publications, i.a. Derby day and other Adventures (Boston, 1934, col. frontisp., plates, orig. cl. w. dustwr.); Pamela or virtue rewarded. Introd. A.E. Newton (Berwyn, 1929, orig. boards, 12mo. Facs. reprint of the ed. London, 1769. With AUTOGRAPH SIGNED DEDICATION on first free endpaper); Bibliography and pseudo-Bibliography (Philadelphia, 1936, orig. hcl. w. dustwr.); The Amenities of Book-Collecting and Kindred Affections (Boston, 1918, (col.) plates, orig. cl.); The Greatest Little Book in the World (Cleveland, 1923, orig. wr.); Newton on Blackstone (Phildadelphia, 1937, frontisp. portrait, orig. cl. w. dustwr. With AUTOGRAPH SIGNED DEDICATION on first free endpaper) and  A. TROLLOPE, Barchester Towers and The Warden. Introd. A.E. Newton (New York, 1936, orig. cl. w. dustwr.).
Op de dag van de veiling zat ik klaar, verbonden via Invaluable. En terwijl de nummers van deze lots naderden, steeg bij mij ook de spanning. Maar wat het hoogtepunt van de veiling moest worden, werd een deceptie door een haperende internetverbinding: ik werd er door Invaluable gewoon uit gegooid! Eerst bij het ene lot, en toen ik snel de verbinding opstartte was het lot al vergeven.. aan iemand anders. In paniek startte ik een andere computer op maar ook daar faalde de verbinding. Was het de wifi? Was het Invaluable? Ik zal het nooit weten maar ook dit lot ging niet naar mij omdat ik niet kon bieden..

Ik ben een week lang gefrustreerd geweest van het missen van deze lots. En zelfs nu nog, als k de beschrijving lees hierboven, is het bijna onverdraaglijk om te zien wat van mij had kunnen zijn, maar niet is... Wat is de kans dat ooit nog zoveel prachtig materiaal van A. Edward Newton in deze vorm wordt aangeboden? Ik schat die kans op bijna nul. Natuurlijk, alles is wel ergens te koop, maar niet in één keer al deze boeken. Deze lots, die van mij hadden kunnen, moeten, zijn zijn nu in handen van iemand die ik niet wil kennen. In het geval de winnaar van deze lots dit blog leest - weest zo goed niet te reageren, het is informatie die ik niet wil hebben... Zelfs het feit dat ik nog wel een lot won met een paar fraait uitgaven van Stichtng de Roos maakte heel uit voor mijn gemoedstoestand.

Toen de week van verslagenheid voorbij was deed ik het enige wat een boekenliefhebber kan doen: ik trakteerde mijzelf op enkele mooie aankopen. Niet van A. Edward Newton, maar bijvoorbeeld wel de belevenissen van David Magee, Infinite Riches. Een boek dat velen heeft geinspireerd, zoals Nick ter Wal, die er zijn dankwoord mee begon toen hij in 2012 een mooie prijs won (maar hij had dan ook een exemplaar dat was opgedragen aan Menno Hertzberger).

Ik kocht mijn exemplaar bij antiquariaat de Roo in Zwijndrecht, een groot antiquariaat met een reformatorische identiteit. Ik was wat verbaasd dat dit boek te koop was bij De Roo en daarom bladerde ik nog wat verder in zijn catalogus (of eigenlijk was het scrollen, maar bladeren klinkt fijner). Ik vond nog meer boeken over boeken, zoals Memoirs of a Bankrupt Bookseller van William Darling Young. Op mijn vraag of De Roo misschien een lijstje met boeken over boeken had, kwam de vraag: welke zoek je? Het punt is natuurlijk dat ik dat niet weet: ik wil verrast worden! Uit de excellijst die ik vervolgens kreeg koos ik nog Dibdin in Paris 1818 van Frans A. Janssen en de bundel Boeken verzamelen, opstellen aangeboden aan mr. J.R. De Groot, waarin onder meer een bijdrage van Boudewijn Buch. Het boekje van Frans Janssen gaat over de reactie naar aanleiding van het publiceren van Dibdins verslag over zijn bezoek aan Parijs. Hem werd verweten dat hij teveel fictie in zijn verslag had opgenomen: hij had op teveel Franse tenen gestaan. Een vermakelijk boek om te lezen, temeer omdat ik het werk waar het over gaat - ook al - bij Bubb Kuyper kocht zodat deze aanvulling van Frans A. Janssen netjes naast Dibdin kan staan.

Bij het ophalen van de boeken vroeg ik aan De Roo hoe deze boeken in de vooraad van een reformatorisch antiquariaat terechtkwamen. Hij vertelde mij dat hij de voorraad van Ben van Nijnatten had gekocht, een ook al legendarisch antiquariaat uit Nijmegen. Ik wist niet dat Van Nijnatten gestopt was (en volgens mij is dat ook niet zo), maar hij heeft wel (een deel van?) zijn vooraad afgestoten.

Zo kon ik toch nog wat van mijn lijst desiderata afstrepen. Maar de frustratie over het missen van deze lots blijft voorlopig nog wel even. Wie weet maakt de najaarsveiling van Bubb Kuyper in november nog wat goed...

25 juni, 2017

276 - Het menselijk tekort bij een teveel aan papier

Ik ben al een tijdje een fan van Jan van Herreweghe. Ik heb hem nog nooit persoonlijk ontmoet, maar ik krijg steeds meer het gevoel dat ik hem al goed ken. Dat heeft alles te maken met de wijze waarop deze Vlaamse bibliofiel schrijft over zijn eigen leven als bibliofiel en de observaties die hij doet over boeken, bibliotheken, lezen en bibliofilie in het algemeen.

Op zijn eigen site geeft Jan een aantal biografische gegevens: "Jan Van Herreweghe werd geboren op 28 april 1958 in Matadi (Belgisch Kongo, thans Democratische Republiek Congo). Nadat zijn ouders in 1960 definitief naar België terugkeerden, bracht hij vanaf 1963 zijn jeugd en jongelingsjaren door in Melle, een gemeente van ongeveer tienduizend inwoners ten oosten van Gent. (...) Na een herexamen Nederlands op zeventienjarige leeftijd en de verplichting om in die zomervakantie vijf boeken te lezen en uitvoerig te bespreken, sloeg de vonk voor de literatuur over. (...) Na zijn humaniora koos hij voor een opleiding tot boekhouder omdat hij, omwille van zijn leeswoede (120 à 150 boeken per jaar), een universitaire studie niet zag zitten. (...) Na één jaar boekhouden wist hij al dat hij dat beroep nooit zou uitoefenen. Toevallig las hij in de krant een bericht dat er in Gent een cursus voor bliotheekmedewerker in een openbare bibliotheek zou worden georganiseerd. Dat sprak hem erg aan." Uiteindelijk werd hij bibliothecaris in Harelbeke. Feitelijke informatie die ons helpen om een eerste beeld te vormen. Maar uiteindelijk drukt de schrijver zich uit in zijn boeken en het oeuvre van Jan begint zo langzamerhand een imposant karakter te krijgen. En dat maakt dat ik het gevoel krijgt Jan steeds beter te kennen.

Een paar jaar geleden schreef ik al over Jan toen ik een aantal boeken van hem had gekocht bij De Slegte in Antwerpen. Niet alleen leidde deze aankoop tot een mailconversatie tussen twee bibliofielen, maar Jan was zo vriendelijk om een aantal van zijn boeken naar mij op te sturen. Bijvoorbeeld een gesigneerd en genummerd exemplaar van Het syndroom van Spitzweg, in een foedraal. Dit bood mij de gelegenheid om het reguliere exemplaar dat ik al had door te schuiven naar Perkamentus. Maar het meest bijzondere vond ik dat hij een houten uitgave had gemaakt van zijn boek Manieren van ordenen. Een boekobject, in de vorm van een boek met de titel erop. Een bibliofiele uitgave die niet bedoeld is om te lezen omdat er niks te lezen valt. Ik was erg onder de indruk van dit object. Allereerst omdat het even duurde voordat ik erachter kwam dat dit geen boek was, maar vooral omdat ik het in alle eenvoud erg mooi gemaakt vond. Uiteindelijk is het concept 'manieren van ordenen' een kernprobleem van elke verzamelaar: waar laat ik mijn boeken en hoe orden ik mijn bibliotheek. Dit boekobject maakt die opgave nog moeilijker; uiteindelijk heb ik ervoor gekozen het tussen mijn andere Van Herreweghes te zetten. In LibraryThing was het toevallig mijn 2500e titel die ik invoerde. Dat vond ik wel mooie symboliek: mijn 2500e boek was eigenlijk geen boek. Inmiddels staat de teller op iets boven de 3000. Dat heb ik bij nader inzien best wel snel gedaan...

Alleen al om dit contact en de gulheid van Jan ben ik fan van zijn werk. Maar uiteindelijk gaat het om de inhoud en zijn boeken zijn een feest om te lezen. In feite zijn de boeken van Jan een blog op papier. Hij schrijft over zijn observaties over boeken en lezers, hij haalt boeken aan, verwijst naar schrijvers, uitgevers en lezers en geeft zo elke keer een kijkje in de wereld van de bibliofiel. Dat is wat ik ook doe op dit blog, maar het verschil is dat mjn blog niet is afgedrukt. Wat mij ook aanspreekt in Jan is dat hij schrijft met aanstekelijk enthousiasme en plezier. Zijn liefde voor boeken is groot en dat steekt hij niet onder stoelen of banken. Elk jaar verschijnt er een nieuwe uitgave in de cyclus "Het menselijk tekort bij een teveel aan papier". De titels zijn authentiek: Zot van boeken, Buiten zinnen van leeswoede en Als de tafel wankelt, komt het een boek het meest van pas zijn een paar voorbeelden. Ik kan niet anders dan zijn boeken lezen met een glimlach: wie word er nu niet blij van zoveel enthousiasme? Ik kan alleen maar hopen dat de lezers van mijn blog ook zo'n glimlach zullen hebben als ze een van mijn stukjes uit hebben.

Afgelopen week bedacht ik mij dat ik mijn voorraad Van Herreweghe nodig weer aan moest vullen. Prompt ontdekte ik dat een aantal titels in de ramsj lagen bij De Slegte in Antwerpen. Het gelukkige toeval wilde dat ik toch in Brussel moest zijn, waardoor een tussenstop in Antwerpen mogelijk werd. Zo werd ik de tevreden bezitter van drie nieuwe titels. Maar ik vond het wel bijzonder dat de boeken van Jan verramsjt werden. Het heeft iets tragisch, maar ook iets moois: de schrijver van veel boeken over onder meer het antiquarische boek ligt zelf bij De Slegte. Is dat nu een compliment of juist niet? Ik weet wel dat als mijn eigen schrijfselen ooit bij De Slegte zouden liggen, ik daar zeker trots op zou zijn, zelfs als dat zou betekenen dat mijn uitgever mij gedumpt had. Ik kan alleen maar hopen dat Jan er ook zo over denkt, want ik wens hem veel opgewektheid toe in het voltooien van zijn cyclus, waarvan ik de ontbrekende delen snel hoop te bezitten.

13 april, 2017

275 - Forse handtekeningen en praatgrage schrijvers

Ik begon mij een beetje zorgen te maken toen dit jaar de aankondiging van het Feest der Letteren in de Bijenkorf uitbleef. Meestal is dit evenement met zo'n 20 auteurs ijverig signerend aan kleine tafeltjes, waarbij ze om beurten geïnterviewd worden of anderszins een bijdrage moeten leveren, aan het begin van de Boekenweek gepland. Maar na enige dagen F5-'end op de site van de Bijenkorf kwam de aankondiging er toch nog. Met enige opluchting kon ik vaststellen dat mijn verzameling gesigneerde boeken weer een forse uitbreiding stond te wachten.


Connie Palmen tussen de massa
Maar los van de jaarlijkse bijeenkomst in de Bijenkorf was er meer te beleven in de Boekenweek op het vlak van signerende auteurs. Dat begon al in Rotterdam, bij Donner, waar Connie Palmen werd geïnterviewd door Marcel Möring. Dat was een dubbelklapper: niet alleen kon ik door Connie Palmen haar boekenweekessay van dit jaar laten signeren, maar ik moest ook nog een krabbel van Marcel Möring hebben in zijn nieuwste roman Eden. Maar eerst was er een interview, voordat er gesigneerd werd. Marcel Möring besprak met Connie Palmen wat haar visie was op het schrijversschap en de relatie met haar eigen leven. Interessant was dat Connie Palmen schetste dat een schrijver eigenlijk steeds een migrant is, en haar eigen leven achter zich laat. Dat klinkt als een doelbewust achterlaten van wat was. Maar toen Möring doorvroeg over haar social media gebruik, bekende ze dat ze lid was van Facebook om jeugdfoto's uit haar lagere schooltijd te kunnen bekijken. Toen ze die herinnering vertelde begon ze te stralen, wat mij leerde dat dat achterlaten van de eigen historie maar beperkt kan plaatsvinden. Ook vertelde dat ze haar boekenweekgeschenk De Erfenis maar niks vond; boeken behoren niet gratis te zijn maar je behoort ervoor te betalen. Het zal haar goed gedaan hebben dat voor haar essay wel betaald moest worden, al was het maar weinig.

Het was enorm druk bij Donner, maar ik had toevallig strategisch een goede plek uitgekozen; vlakbij de signeertafel. Ik was snel aan de beurt, en nam ook nog even de tijd om door te praten over een paar titels die ik bij me had. Allereerst haar essay Iets wat niet bloeden kan, dat ik recent gelezen had. Dit is een uitgave in het kader van de Maand van de Filosofie, één van de series die ik spaar. Ik vond het een mooi essay over beroemdheden en moordenaars, echt en onecht en hoe dat in het hoofd van stalkers vorm krijgt. In het antiquariaat in Donner had ik ook nog snel een eerste druk van Lucifer gekocht die nu ook met handtekening in mijn kast prijkt.

Nadat ik nog wat had doorgepraat met Marcel Möring, die mij nog kende van mijn huisbezoek aan hem, rende ik naar Den Haag omdat later die middag in Paagman Tommy Wieringa zou optreden. Via het boekenmarktje in de buurt van de Laurenskerk en De Slegte kwam ik op tijd in Den Haag. Daar vertelde de schrijver over zijn nieuwe roman De dood van Murat Idrissi, een prachtig verhaal, waarin migratie een centraal thema is. Grappig dat dit woord weer terugkwam nadat ook Connie Palmen er op haar manier over had gesproken. Wieringa kondigde ook een nieuwe roman aan die in november verschijnt en hij vertelde daarbij op hilarische wijze over veldonderzoek dat hij in Twente had gedaan, met een onvergetelijk bezoek aan een Twentse snackbar waarvan ik benieuwd ben hoe we dat gaan teruglezen.

De auteur met al mijn boeken
Bij het signeren stelde ik mij bescheiden op. Ik had de laatste maanden flink wat boeken van Wieringa gekocht - ik heb de beste man inmiddels compleet in mijn kast staan - en die had ik allemaal bij me. Maar gelukkig was de schrijver zo welwillend om ze allemaal te signeren, waarbij hij per boek nog even de tijd naam om er een kort commentaar op te geven. Bijvoorbeeld bij zijn eerste romans - Amok en Dormantique's manco. Hij vertelde dat hij zijn toenmalige uitgever had verboden er ooit nog een herdruk van te maken. Over Fish pond song verweet hij dat de uitgever er te weinig promotie voor had gemaakt. Een boekje dat hij niet kende was Onderweg in de hertaling in eenvoudige taal. Met veel plezier las hij een stukje eruit voor, zonder zijn eigen zinnen erin terug te herkennen. Terwijl hij zich door mijn stapel boeken heenwerkte, zei hij opgewekt: "het is goed te weten dat ergens in Nederland alles staat".

Een week later was dan toch het langverwachte Feest der Letteren in Amsterdam. Daar kon ik onder meer mijn boeken laten signeren door Rosita Steenbeek, waaronder haar essay voor de Maand van de Spiritualiteit (wederom een serie die ik spaar). Zij vroeg of ik het gelezen had - en dat had ik uiteraard - en daarna hadden we een mooi gesprek over compassie en - wederom - migratie. En hoe dat gaat als minderheden een gezicht krijgen en daardoor de nuance in meningen komt. Ook was daar Herman Koch, aan wie ik onder meer het boekenweekgeschenk van dit jaar voorlegde. Voorafgaand aan mijn bezoekje aan de Bijenkorf had ik in een platenzaak in de Jordaan de CD van de band Donskoy gekocht. Tommy Wieringa maakte deel uit van deze band en daarom hoort deze in mijn Tommy Wieringa-collectie. Toen ik voor Tommy Wieringa stond was het eerste dat hij zei: "Den Haag of Amsterdam, het maakt jou ook niks uit!". Zijn verbazing was groot toen ik de CD van Donskoy liet zien. Aan het tafeltje naast hem zat Griet Op de Beeck, en Wieringa ging vol trots de CD aan haar laten zien, en nam uitvoerig de inhoud van het CD-boekje door, aanwijzend waar hij vermeld stond. De goeddeels zwarte voorkant liet maar een heel klein handtekeningetje toe, maar hij staat er.

Het langste bleef ik echter staan bij de tafel van A.F.Th. van der Heijden, van wie ik een grote tas met boeken bij mij had. Geduldig signeerde hij ze allemaal, met een forse, sierlijke handtekening, datum en plaatsvermelding. Waaronder zijn debuut (als Patrizio Canaponi, uit 1978) en de uitgave van Stichting de Roos De gebroken pagaai. De eerste uitgave van De Roos die door de auteur is gesigneerd! Ik was eerlijk gezegd redelijk verbaasd dat het bij deze grote schrijver zo rustig was. Van der Heijden! Onze grote romancier! Dat het bij Herman Koch druk was begreep ik wel, hij heeft volop in de publiciteit gestaan. Maar de leegte bij Van der Heijden vond ik niet fijn, hoewel ook bij Rosita Steenbeek soms minutenlang niemand was, en bij Thomas Rosenboom evenmin. Ik kon bij Rosenboom nog wel mijn twee versies van boekenweekgeschenk Spitzen laten signeren - het exemplaar met en zonder foto. We raakten nog even in gesprek waarom de versie met foto was afgekeurd. hij wist niet meer precies waarom het was maar vermoedde dat het iets met het papier te maken had. Tot slot was ook Kluun aanwezig. Van hem had ik twee kleine werkjes bij mij: het verhaal Memoires van een marketingsoldaat (uitgegeven door Hertog Jan Bier) en zijn essay God is gek. Kluun vertelde dat hij de Memoires met heel veel plezier had geschreven en dat een prima boekje vond. Dat ben ik met hem eens: het is een leuk geschreven verhaal. Maar meer dan deze twee titels - de eerste kocht ik omdat het meekwam met een verhaal van Tommy Wieringa in een vergelijkbare uitgave, en de tweede omdat ik mijn serie van de Maand van de Spiritualiteit nu eenmaal compleet wil hebben - heb ik niet. Dat Kluun een aardige kerel is staat echter buiten kijf.

Na deze productieve signeerweek constateer ik dat ik inmiddels zo'n 400 gesigneerde titels bezit. Een mooie mijlpaal, met dank aan al die jaren dat de Bijenkorf het Feest der Letteren organiseert. Want dat heeft mij tientallen handtekeningen in mijn boeken opgeleverd.

07 maart, 2017

274 - Van prop naar bibliotheek

Onlangs viel mijn oog op een leuk kaveltje bij Catawiki: een handschrift van Adriaan van Dis, of meer precies een handgeschreven tekst van een lezing van hem uit 1988. Of nog meer precies: twee pagina's van die lezing.

Maar compleet of niet, als verzamelaar van werk van Adriaan van Dis vond ik dat dit niet in mijn collectie mocht ontbreken. De beschrijving bij het kavel klonk al goed:



Toespraak bij de presentatie van de dichtbundel Vanitas van Peter Coret
Adriaan van DIS - Toespraak bij de presentatie van de dichtbundel Vanitas van Peter Coret (op 12 november 1988). Oorspronkelijk kladhandschrift met doorhalingen en correcties - 29,4 x 20,9 cm. - Twee bladen (blad 3 en 4; de rest is door de auteur vernietigd). Verfrommeld geweest (door Van Dis tijdens de lezing, de proppen gooide hij op de grond; de hierbij aangeboden bladen zijn de enige twee die bewaard zijn gebleven, de rest is diezelfde dag nog door Van Dis vernietigd). Niet gesigneerd of gedateerd [november 1988]. Citaat: 'Ik zou mij kunnen verschuilen achter de mannenbroeders, een woord dat de dichter toch moet aanspreken, achter de geest van ingenieur Van Dis, en ik zou zeggen: dit is een onchristelijke bundel. Zachte krachten, alors, maar 'zachte geslachten', die 'opbloeien als een purperen roos' (...)'Bijgevoegd: Peter Coret - Vanitas - Amsterdam, De Woelrat, 1988 - Garenloos - 56 p. - 1e druk. Daarbij: kort, gesigneerd briefje van de uitgevers, Lex Spaans en Michel Vassalucci, aan acteur Henk van Ulsen om hem te bedanken voor diens medewerking bij de presentatie van de bundel. Voorts: fotokopie van een krantenverslag van de presentatie van Vanitas, waaraan Adriaan van Dis en Henk van Ulsen hun medewerking verleenden. Met enkele aardige woorden in handschrift van de dichter.

Ik heb in mijn verzameling al enkele handschriften van Van Dis. Ooit hadden wij een gesprekje tijdens een signeersessie en toen bekende ik dat het gedicht Een nieuwe politiek (uitgegeven door de Volkskrant in 1998 in een oplage van 500) niet had en nergens kon vinden. Spontaan bood hij aan het mij te sturen, en dat deed hij vervolgens. Ik stuurde hem als bedankje een boekje van mijn hand en dat leverde weer een heel aardige kaart uit Parijs (lees het uitgebreide relaas hier).

Maar dit zijn allemaal persoonlijke berichtjes. Iets anders is een daadwerkelijk door de auteur geproduceerde (en kennelijk nooit gepubliceerde) tekst, zoals hier aangeboden. Die hoort natuurlijk in mijn bibliotheek thuis. Zoals bij alle veilingen was vervolgens de vraag: wat ben ik maximaal bereid hier aan uit te geven? Uiteindelijk kon ik het kavel voor 25 euro kopen en dat was ruim beneden mijn maximumbod. Daarvoor kreeg ik dus niet alleen de geschreven tekst, maar ook een mooi dichtbundeltje van de inmiddels overleden Peter Coret (pseudoniem van Cees van der Pluijm). Uitgeverij de Woelrat was de uitgeverij van de intussen ook al overleden Michel Vassallucci, later oprichter van uitgeverij Arena en na zijn dood geëerd met de naam van uitgeverij Vassallucci. Van die laatste uitgeverij heb ik onder andere een hele serie - intussen gesigneerde - boeken van Meir Shalev in de kast staan.

Ik kon mijn kavel ophalen bij Fokas Holthuis in Den Haag. Daar werd ik allerhartelijkst ontvangen, temidden van de ruime voorraad boeken die ik alleen kende van de prachtige nieuwsbrieven die Fokas Holthuis en Paul Snijders wekelijks rondsturen. Het is altijd weer geweldig om met boekenliefhebbers te praten. We delen een passie en kunnen genieten van al het moois wat de boekdrukkunst ons heeft gebracht. Fokas en Paul waren er en ook Nick ter Wal was aan het werk in het antiquariaat. Het vleide mij dat zij mijn blog kenden. Ze wisten dat ik intussen een incunabel op de kop had getikt en een eerste druk van Nescio's debuut. Paul Snijders drukte mij een overzicht van de incunabelen die hij te koop in handen, om thuis bij te watertanden. Ik vond het bijzonder dat er een dergelijk ontvangstcomité was voor een aankoop die bruto 25 euro was (de veilingkosten moeten er immers nog af). Maar het gaat niet om duur of goedkoop, het gaat erom dat een uitgave op de juiste plek in iemands bibliotheek is gekomen. Later zag ik trouwens dat dit kavel eerder in een nieuwsbrief had gestaan voor €75.

Fokas wist nog iets meer over de herkomst van dit handschrift te vertellen. Hij was zelf bij deze boekpresentatie aanwezig. Van Dis las de toespraak voor en gooide vervolgens de proppen op de grond. Twee van de vellen werden diezelfde dag verbrand, maar deze twee zijn behouden gebleven. Het oprapen van de proppen mocht natuurlijk niet, maar het gebeurde toch. Om de tijd te schetsen: het was in de periode dat van de toen 42-jarige Van Dis het boek Zilver verscheen, 5 jaar na zijn debuut Nathan Sid maar nog ruim voor het verschijnen van Indische duinen. Maar al met al toch al weer bijna 29 jaar geleden. En al die 29 jaar lagen deze twee velletjes ergens opgeslagen voordat ze naast alle andere Van Dis-publicaties in mijn kast terecht kwamen. Totdat ze eindelijk thuis kwamen. In de bundel van Coret staat trouwens de mooie dichtregel "op dood rijmt vaak alleen maar dood". Te zien is dat Van Dis op een apart velletje de oogst uit een rijmwoordenboek heeft opgeschreven: alle woorden die ook rijmen op dood. Rood, malloot, floot, halfdood, kroot... Ik denk dat Peter Coret dolblij is geweest met deze aanvulling op zijn verzuchting in deze dichtbundel.

Hoe dan ook, behalve het ontvangstcomité en het uitwisselen van de boekenliefde was het ook in andere opzichten een gul bezoek: ik werd volgestopt met een paar mooie catalogi en andere informatie van het antiquariaat en ik was daar een beetje verbouwereerd over. Ik dacht te komen voor twee velletjes papier en een dichtbundeltje en ik wandelde met een forse stapel drukwerk naar buiten. Eén van de leukste dingen die ik kreeg was het boek Lagere aap. Het leven van Kees Lekkerkerker, geschreven door Menno Voskuil in opdracht van antiquariaat Fokas Holthuis (en nog steeds daar te koop) ter gelegenheid van de overdracht van het Slauerhoff-archief van Lekkerkerker aan het Nederlands Letterkundig Museum. Het boek is een prachtige levensbeschrijving van Lekkerkerker, die zijn leven doorbracht in de literatuur, voortdurend bezig was met initiatieven om in de literatuur zijn brood te verdienen en in het bijzonder om uiterst precies al het werk van Slauerhoff te bezorgen. Ondanks dat hij bekendheid heeft gekregen met zijn werk voor Slauerhoff en ondanks dat hij talloze auteurs en uitgevers persoonlijk kende, heeft hij zijn leven lang moeite gehad om ruim zijn brood te verdienen. Maar ik heb dit eerbetoon aan hem met veel genoegen gelezen en ik ontdekte pas thuis dat dit boek prima past bij de fraaie Slauerhoff-catalogus van Fokas Holthuis die ik ook in mijn handen gedrukt had gekregen.

En zo was ik die middag een paar mooie aanvullingen op mijn bibliotheek en een goede herinnering rijker. En dat is waar bibliofielen het voor doen.  

30 januari, 2017

273 - Kingdom of blogs

Ik loop wat achter met het lezen van boeken in mijn favoriete categorie "boeken over boeken" maar onlangs was ik dan toch toe aan het lezen van Wim Huijser's Kingdom of Books. Dit boek is een geschiedenis van het boekendorp Hay-on-Wye in Wales en in het bijzonder over de man die het concept boekendorp tot leven bracht en anderen inspireerde om hetzelfde te doen: Richard Booth. (Wiens leiderschap niet door iedereen werd gewaardeerd en daarom is hij in 2009 feestelijk onthoofd). Maar het boek gaat ook in op de historie van het dorp en de markante figuren die daar in het verleden gewoond hebben.
Al met al een lezenswaardig boek over de vele kanten van een dorp waar ik dringend naar toe moet. Maar tot mijn verrassing vond ik achterin ook een lijst met boekenblogs die de schrijver aanbeveelt ("de meest interessante blogs"), als handreiking aan bestaande en aanstormende bibliofielen. Ik sta als tweede op die lijst vermeld. Mijn ego vond dat natuurlijk erg fijn, maar ik had daarna wel twee vragen.

Allereerst: hoeveel lezers van dit blog heeft het boek van Huijser opgeleverd? Het boek is gepubliceerd in juni 2007 en toen was ik pas drie jaar aan het bloggen. Sowieso best een goede prestatie om dan al op deze manier bekend te zijn. Ik had in die periode o.a. een stukje over bibliofagie en Owen Gingerich geschreven, Maar het betekent ook dat ik al tien jaar onwetend ben van van alle lezers van dit blog die na het lezen van het boek van Huijser mijn url hebben ingetypt. Met enige vertraging daarom bij deze alsnog: hartelijk welkom, en fijn dat jullie er zijn!

De tweede vraag is: hoe is het nu eigenlijk met de bloggers op het lijstje van Huijser? Er staan 29 url's op deze lijst, waarvan er 28 blogs zijn. Eentje is namelijk mijn - helaas niet zo goed bijgehouden - lijst met boekenlinks op boek.favos.nl. Van de 28 blogs kan ik het volgende overzicht maken:
  • Een zestal blogs publiceert nog regelmatig: mijn eigen boekenblog natuurlijk, en verder boekendagboek, boekendingen, boekenliefhebber, boekenwijs, the Millions,
  • Eén blog publiceert nog, maar op een andere plek: papierenman
  • Er zijn zes blogs die nog bestaan maar de laatste tijd (maanden/jaren) jammer genoeg niet meer publiceren: boekengek, bibliodyssey (hopelijk heeft dat niks te maken met het feit dat de url niet goed gespeld staat in het boek), ricksbooks, booklust, yvesjoris/lettergoesting, occamsrazorlibrary
  • En dan zijn er 15 blogs die niet meer bestaan en waarvan de url niet meer werkt of niks meer met boeken te maken hebben: bibliofilos, bibliophilebullpen, peppiekokkie, boekenkastfoto, boekenrijk, boekenwurm, boxofbooks, depapierenwereld, kapitein, literatuuraire, lonkendeletters, rarebooksnews, schrijversinfo, uitdekast, bookaholic

Dat betekent dat 21 van de 28 blogs er min of meer mee opgehouden zijn. Driekwart van de bloggers is binnen tien jaar gestopt. Dat klinkt best dramatisch en dat is het misschien ook wel. Het feit dat een boekenblogger stopt is erg en levert bij mij weemoed op, net zoals wanneer boekhandels en antiquariaten sluiten. Een teloorgang van het vertrouwde; zo lees je regelmatig hun berichten en zo zijn ze er ineens niet meer en is het voorbij. Maar aan de andere kant zijn er ook bloggers bijgekomen en worden er nog steeds wekelijks mooie blogs over boeken en schrijvers gepubliceerd. Een aantal daarvan staat in de rechterkolom van dit blog. En er zijn in elk geval 7 blogs die het al meer dan een decennium volhouden. Zoals er ook nog steeds heel veel boeken verschijnen en boekhandels in nieuwe vormen hun plek innemen.

Ik was zoals gezegd nogal verrast toen ik mijn blog zomaar in dit boek zag staan. Ik had daarom nog een derde vraag tot slot: zouden er nog meer plekken zijn waarop dit blog wordt genoemd behalve natuurlijk als link op de websites van vrienden? Ik heb geen beeld van alle boeken die mijn blog op een lijstje in de bijlage hebben gezet of er anderszins de loftrompet over laten klinken, maar toen ik even googlede vond ik een hele bijzondere andere vermelding: op de website van De Boekerij, bij een boek van Mila van Oosten, lijkt het alsof ik als bron genoemd word met de opmerking "Niet meer weg te leggen". Ik kan met de hand op mijn hart zeggen dat ik nog nooit zelfs maar in de buurt ben geweest van een boek van Mila van Oosten - misschien ten onrechte, dat laat ik in het midden - dus ik heb er in elk geval nooit een mening over gehad. Het lijkt mij ook niet mijn genre. Maar kennelijk was ik voor de Boekerij zo'n betrouwbare naam dat ik als referentie bij dit boek kan worden gebruikt, ook al is het iets wat ik niet heb gezegd. Nader onderzoek wees uit dat er een recensieblog is (The book girls) die mijn url gebruikt, maar dan met een T ervoor. Waarom? Ik heb geen idee. Maar zij recenseren inderdaad boeken in het genre waar Mila van Oosten tussenpast. Helaas is ook dit blog onlangs gestopt. Weer eentje minder.

Ik wens Mila van Oosten desondanks een hoge oplage toe mede door mijn niet gegeven aanbeveling. Voor al mijn andere lezers: schrijf over mij in uw boek en ik beloof dat ik er eerder dan na 10 jaar een berichtje over zal schrijven op dit blog.

update 4 februari:
De makers van de boekensite Hebban.nl hebben ook een lijst met blogs gemaakt. Zij hebben "het Nederlandstalige boekbloggerslandschap in kaart gebracht". Ik ben vereerd dat ik ook op dat lijstje sta met de positieve opmerking "Leuk aan dit boekenblog is het persoonlijke tintje dat aan de blogposts is gegeven". Voor alle lezers die via hebban bij mij zijn gekomen: welkom!

19 januari, 2017

272 - Ik zie (weer) dubbel

Meer versies van hetzelfde boek... elke bibliofiel heeft daar last van. Recent schreef Danny Habets er nog een tweedelige serie over (deel 1 en deel 2), Perkamentus verklaart zichzelf over dit fenomeen en ook ik schreef er al bijna 12 jaar geleden al eens over. Kortom: dubbele exemplaren in een bibliotheek zijn van alle tijden. Afgelopen periode heb ik wederom een dubbel exemplaar gekocht, en voor een forse prijs trouwens. Maar eerst iets over mijn dubbele exemplaren.

Ik merk dat ik in de loop van de jaren veel makkelijker ben geworden met het kopen van 'dubbels'. Want als er één schaap over de dam is... Maar het komt vooral omdat ik de uitvoering van het boek steeds belangrijker ben gaan vinden. Ik heb dubbele exemplaren omdat verschillende versies waardevol voor mij zijn: de uitvoeringen zijn bijzonder genoeg om apart te bezitten, exemplaren zijn gesigneerd of genummerd, soms heb ik er ook sentimentele gevoelens bij. Of gewoon hebberige gevoelens. Kortom, ik weet altijd wel een reden te vinden om een boek toch te houden als het een dubbel exemplaar is omdat ik hetzelfde boek al in mijn kast had.

Als ik kijk in mijn catalogus op LibraryThing dan is daar een handige functie 'work multiples'. Ik zie daar dat er 69 titels zijn die ik meer dan één keer in mijn bibliotheek heb. Koploper is Philobiblon van Richard de Bury, waarvan ik 8 exemplaren heb, die ik allemaal in één keer kocht op de veiling bij Bubb Kuyper. Hierbij zijn een Zweedse en een Deense versie te vinden, maar ook twee genummerde uitgaven, de eerste Amerikaanse vertaling en een paar simpelweg hele fraaie uitvoeringen. Ik zou niet uit deze exemplaren kunnen kiezen als ik werd gedwongen er één weg te doen.. Sterker nog: zodra ik de uitgave van Philobiblon van de Carbolineum Pers voor een beetje schappelijke prijs zie, sla ik toe en dan heb ik er 9.

Verder heb ik - als ik een beetje smokkel - zowel Titaantjes als De Uitvreter van Nescio 7 keer. Elk heb ik 3 keer afzonderlijk (bijvoorbeeld in de door Joost Swarte geïllustreerde uitgave, en als audioboek) en daarnaast 4 keer in combinatie met elkaar en het verhaal Dichtertje. Daarbij mijn grote trots: de allereerst druk van dit gezamenlijke werk, gerestaureerd en wel. Maar ook de uitgave van Stichting de Roos en de facsimile van de tweede druk met de illustraties van Johan Eshuis. Ik zoek nog de originele tweede druk uit 1933 en als ik die heb, dan heb ik er acht.

Van enkele uitgaven in het kader van Nederland Leest bezit ik 6 exemplaren: Erik of het klein insectenboek en Een vlucht regenwulpen. In beide gevallen omdat ik alle verschillende versies van het omslag wil hebben, maar ook de Groot Letter uitgave en eventuele andere versies. In deze gevallen levert dat 6 exemplaren op. Verder heb ik ook de meeste provinciale uitgaven van de uitgave van 2015, toen A.L. Snijders de mooiste korte verhalen uitzocht. Maar elke uitgave had een paar unieke verhalen per provincie, daarom tellen deze niet als dubbels want het zijn daardoor afzonderlijke werken. Overigens zoek ik nog Drenthe, Friesland en Zeeland, dus als iemand die heeft liggen....

Daarnaast zijn er nog een heleboel titels die ik 3 tot 5 keer heb. Zoals mijn drie Caesarions van Tommy Wieringa: de eerste druk, de 'uncorrected proof' van de Engelse editie (gekocht bij The Strand) en de prachtuitgave van Pau Groenendijk. En drie keer Blokken van Bordewijk: de eerste druk, de mooie uitgave van ontwerper Frans de Jong en de facsimile van de eerste druk.

Maar vorige maand kwam er dus nog een dubbel bij. Ik heb in dit blog jaren geleden uitvoerig verslag gedaan van mijn zoektocht naar de speciale uitgave The Shell van Adriaan van Dis, uitgegeven door De Koninklijke Shell bij het afscheid van Loe van Wachem. Uiteindelijk kreeg ik naar aanleiding van mijn blogberichten een mailtje van een lezer die het aanbood en voor 60 euro was het van mij, in mooie staat en gesigneerd. Maar wat ik nooit had gedacht was dat er ook nog een Nederlandse versie van dit boek was gemaakt, met de titel "De schelp". Deze stond ineens op Catawiki en toen ik dat zag kreeg ik iets verbetens over mij: ik moest en zou dit boek hebben. Lang geleden leerde ik al uit de verhalen van Boudewijn Büch dat je een kans op een bijzonder boek nooit moest laten lopen, want deze kans is er maar één keer. En zeker omdat ik deze versie nog nooit eerder had gezien, schat ik de kans om er nog een te vinden bijzonder klein.

Er ontstond een klein biedoorlogje met een andere liefhebber van Van Dis. Misschien dezelfde die een paar weken daarvoor mijn dubbele exemplaar van de Stichting de Roos-uitgave Kleurlijn voor 160 euro kocht (terwijl ik er zelf 75 voor had betaald bij Burgersdijk en Niermans in een lot met nog meer boeken)? Hoe dan ook, gelukkig eindigde dit biedoorlogje eerder dan die andere en voor 90 euro (exclusief veilingkosten) was het boek van mij. Eveneens gesigneerd en in vrijwel dezelfde uitvoering als de Engelse. Trouwens: de reden dat ik mijn dubbele Kleurlijn verkocht is dat ik meer versies van een boek niet erg vind, soms zelfs gewenst, maar meer identieke versies hoeft niet.

Al met al heb ik zo 150 euro betaald voor deze twee uitgaven van Van Dis. Zijn ze het waard? Dat is toch geen vraag om aan een bibliofiel te stellen. Kijk ze nu eens naast elkaar in mijn kast staan... het maakt mijn Van Dis collectie nog unieker dan het al is. Ik streel mijzelf zelfs met de gedachte dat ik de uniekste Van Dis collectie van Nederland heb... Er is namelijk geen uitgave van Van Dis die ik niet heb, sterker nog: ik heb zelf meer uitgaven van Van Dis, dan Van Dis. Het brengt de wereldvrede niet dichterbij en verder koop ik niks voor deze gedachte, maar ik vind het desondanks een prettige wetenschap.