23 maart, 2013

223 - Feest der letteren 2013

Net als andere jaren keek ik ook dit jaar weer uit naar het Feest der Letteren in de Bijenkorf. Ik keek uit naar de kleine tafeltjes met lange rijen, de krappe doorloop en naar het laten signeren van allerlei boeken die al lang in mijn boekenkast staan. En zoals ik erover scheef naar aanleiding van de editie 2009, de editie 2011 (deel 1, deel 2, deel 3) en de editie 2012 (deel 1, deel 2) zal ik ook schrijven over de editie 2013.

Ondanks dat ik intussen al heel wat gesigneerde boeken in mijn bibliotheek heb, verbaast het mij dat ik nog zoveel boeken heb die een handtekening nodig hebben. Deze keer waren de oude getrouwen Jan Siebelink, Geert Mak en Anna Enquist aangekondigd, maar daarnaast een paar 'debutanten' in de Bijenkorf, althans wat mij betreft. Net als andere jaren vond ik het overigens best rustig in De Bijenkorf. Na de eerste drukte waren er al snel tafels zonder wachtende lezers, zodat de auteurs maar met elkaar gingen praten. En ook miste de jaarlijkse eigen uitgave van De Bijenkorf ter gelegenheid van de literaire boekenmaand. Vanaf de eerste uitgave van W.F. Hermans uit 1985 tot de Inflatiekroketten van Sylvia Witteman uit 2012 was elk jaar een boekje verschenen. Maar dit jaar dus niet. Is ook aan deze traditie een einde gekomen?

Maar gelukkig waren er nog wel de auteurs. Tot mijn grote plezier was bijvoorbeeld Oek de Jong aanwezig. Zijn boek Opwaaiende Zomerjurken vond ik als scholier al een verpletterende leeservaring en sindsdien waren er wel wat titels bijgekomen. Dat was het eerste stapeltje in mijn tas. In mijn standaardrondje langs Amsterdamse antiquariaten voordat ik naar de Bijenkorf vond ik zowaar nog een exemplaar van zijn verhaal De geit, in 1989 als nieuwjaarsgeschenk verschenen bij Meulenhoff. Dit kleine boekje verraste Oek de Jong, hij zag het niet vaak. Net als het losse verhaal Lui oog dat verscheen in de serie "Vertellingen voor één nacht" van Meulenhoff. Beide heeft hij daarom met veel plezier gesigneerd.

Een andere auteur op die dag was Remco Campert. Vorig jaar zou hij er ook zijn, maar had hij zijn arm gebroken. Dat signeert natuurlijk lastig, dus was er geen gelegenheid om mijn boeken te laten signeren. Maar dit jaar had ik onder andere zijn debuut Vogels vliegen toch bij mij, en deze is nu voorzien van een handtekening van de auteur. En in diezelfde ronde langs Amsterdamse antiquariaten vond ik tot mijn grote verrassing bij Kok in de Oude Hoogstraat de langgezochte lezing van Campert in het kader van de boekenweek 1985 met de titel Somberman's maandag. Voor 2 schamele euro's, terwijl deze uitgave elders tot wel 45 euro moet kosten. En nu is mijn exemplaar ook nog gesigneerd. Net als de speciale uitgave Bewaarplaats, door Campert geschreven ter gelegenheid van de viering van het vijftigjarig bestaan van het Letterkundig Museum te Den Haag op 3 december 2004 (lees hier waar ik dit werkje kocht). Hoewel ik daar heel blij mee ben, ben ik ook wel bezorgd: ik vond Campert erg breekbaar en oud geworden. Ik wens hem een lang leven toe, maar het wordt steeds zichtbaarder hoe oud hij wordt.

Naast deze auteurs was er natuurlijk Kees van Kooten. Eindelijk kon ik mijn boeken van hem ook laten signeren. Uit één boek dwarrelde een herinneringskaartje: ik bleek het gekregen te hebben bij mijn eindexamen middelbare school. Het stond dus al heel wat jaren in mijn kast, maar nu met de erkenning door de auteur in de vorm van een handtekening. Net zoals een heel serie andere boeken van Van Kooten.

Erg grappig was de ontmoeting met Yasmine Allas. Van haar had ik bij Kok het essay Ontheemd en toch thuis gekocht en zij moest lachen toen ze het zag. Kennelijk had ze niet gedacht het nog eens te zien. Eerlijk gezegd begreep ik de humor ervan niet, maar ik ben blij met een gesigneerd exemplaar. Net zo leuk was het contact met Jan Siebelink. Eindelijk had ik een eerste druk van Knielen op een bed violen gevonden, via Marktplaats natuurlijk, en samen bladerden we door het boek om vast te stellen dat het daadwerkelijk een eerste druk was. En ook deze prijkt nu met handtekening in de kast. Ook een exemplaar van zijn roman Oscar die ik die dag bij De Slegte in de Kalverstraat vond is nu gesigneerd. Verder was er nog Wim Hazeu. Bekend van de boekenweek-uitgave 40+ Literaire Radioportretten waarin hij de grappige opdracht schreef dat hij inmiddels 70+ was in plaats van 40+... Hazeu stond met iemand te praten toen ik er aan kwam. Mijn zojuist bij Kok gekochte roman van hem De helm van aarde uit 1981 herkende hij al van ver. "Daar komt iemand met De helm van aarde, zei hij, dus nu moet ik signeren!".

Met Tommy Wieringa praatte ik een tijdje over zijn roman Joe Speedboot. Hij vroeg mij wat ik er van vond - en ik vertelde hem dat ik het een geniaal boek vind. Dat vond Wieringa zelf ook. Hij vertelde dat hij recent een meisje had ontmoet die had gezegd dat ze het niet zo'n goed boek vond, omdat er weinig in gebeurde. Wat mij betreft lijkt het verhaal op een achtbaan en is het een aaneenschakeling van gebeurtenissen. Maar, aldus Tommy Wieringa, het was een heel mooi meisje dus hij vond het niet zo erg wat ze van het boek dacht.

Geheel verzadigd door al deze contacten en door een hele stapel vers gesigneerde boeken, ging ik huiswaarts. Ik hoop maar dat er volgend jaar weer een editie van het Feest der Letteren is. Alle ongesigneerde boeken in mijn boekenkast kijken er in elk geval reikhalzend naar uit.