27 maart, 2008

149 - Wat zouden Remco, Ward en Rudy denken?

Het is te bizar voor woorden, maar tijdens de Boekenweek met als thema "Van oude mensen..." zijn drie gerenommeerde Nederlandse auteurs overleden. En niet alleen dat: ze waren ook nog alledrie geboren in 1929. Het nieuws over de dood van Hugo Claus was misschien wel het grootst. En terecht, want hij was toch wel de grootste van de drie. Op 5 april 1929 werd hij geboren in Brugge en hij zal herinnerd worden om Het verdriet van België. En door zijn poëzie, schilderkunst, filmscenario's en theaterstukken. Zelf heb ik geen grote collectie Claus. Een eerste druk van Het verdriet van België, een eerste druk van Belladonna en een gesigneerde uitgave van zijn bundel De Groeten, uitgegeven ter gelegenheid van Gedichtendag. Claus heeft veel gedichten geschreven waar de dood in voorkwam. Mooi is echter zijn gedicht Envoi, uit de bundel Alibi uit 1985. De laatste strofe: 
Ga nu, verzen, op jullie lichte voeten, 
jullie hebben niet hard getrapt op de oude aarde 
waar de graven lachten als zij hun gasten zien, 
het ene lijk gestapeld op het andere. 
Ga nu en wankel naar haar 
die ik niet ken.

Maar ook de dood van Dirkje Kuik kwam onverwacht. De op 7 oktober 1929 geboren William Kuik overleed in haar slaap. Eerlijk gezegd heb ik nooit wat van Dirkje Kuik gelezen en kende ik haar alleen van mijn naam. Ik bezit dus niets van Dirkje, behalve een aantal gedichten die in verzamelbundels staan zoals in de dikke Komrij. Ook zij heeft over de dood gedicht, het gedicht Stervende man komt uit de bundel 45 gedichten uit 1969. 
De oehoe ziet de zevenslaper in de nacht, 
nog is het leven niet geweken. 
De oude blaasbalg piept en hijgt 
onder de bontgekleurde deken, 
het schrompelhoofd geel als citroen 
houdt dodenwacht. 
Dan driemaal dat is scheepsrecht, 
spitst de tong zich uit de mond, 
een benauwde houten vogel, 
die koekoek roept 
en staat het uurwerk stil. 
 

Tot slot overleed ook de op 21 juni 1929 in Amsterdam geboren Ed Leeflang, die in 1979 debuteerde maar toch niet echt grote naam maakte. In elk geval heeft hij mijn boekenkast niet bereikt. Een strofe uit zijn gedicht Museum uit zijn bundel Bezoek aan het vrachtschip uit 1985: 
De mouwen liggen uitgespreid 
zodat het nog gedachten kan omhelzen, 
die in dat leven niet zijn uitgesproken 
en van dat sterven niet zijn afgeleid. 

Drie auteurs uit 1929 overleden in één week. Zit daar een verband tussen? Waarschijnlijk niet. Toch was het bijna een kwartet geweest, Henk Romijn Meijer (geboren 9 augustus 1929) overleed vorige maand in Frankrijk. Het getuigt in elk geval van grote solidariteit tussen deze jaargenoten dat zij gezamenlijk de tocht naar het hiernamaals maken en zo de Boekenweek van extra cachet voorzien, maar het berooft ons in één klap wel van een generatie auteurs. Gelukkig zijn er nog Nederlandstalige auteurs uit 1929 in ons midden: de op 28 juli 1929 geboren Remco Campert is misschien wel de bekendste, en mijn favoriete levende 1929-er, maar niet de enige. Ondanks dat hij mooi kon dichten over sterven, is hij nog onder ons. Lees maar De stervende grootvader: Mijn hand, als de magere vogeltjes in de winter, plukt aan het laken. Mijn keel, die zingen frivool vond, kreunt nu van pijn. O mijn dochter, rouw en berouw breken in mijn ogen aan. Wie zijn dan de andere 1929-ers? Nou, bijvoorbeeld auteurs als Ward Ruyslinck (17 juni, bekend van Het reservaat en Ontaarde slapers), Armando (18 september, die recent een deel van zijn kunstwerken in vlammen zag opgaan), Rudy Kousbroek (1 november, lijstduwer voor Partij voor de Dieren), Kees Fens (18 oktober, die briljante stukken over klassieke literatuur schrijft in de Volkskrant), Andries Welkenhuysen en M.C. van den Toorn (hoewel dat geen literaire auteurs zijn. Wel grappig dat Andries debuteerde op 63-jarige leeftijd), en Wies van Groningen, Zouden al deze 1929-ers inmiddels onrustige gevoelens hebben? Vragen ze zich af wie van hen de volgende is van wie een necrologie zal verschijnen? Schrijven ze de onrust op dit moment van zich af? De conclusie is wel dat 1929 een jaar was waarin veel literair talent werd geboren, zeker als we bedenken dat het ook nog het geboortejaar was van Renate Rubinstein (16 november), de in 2006 gestorven J.P. Guépin en de vermoorde Anne Frank. De conclusie is ook dat er nog veel generatiegenoten onder ons zijn. En dat is, op de dag van de begrafenis van Hugo Claus, een geruststellende gedachte.

17 maart, 2008

148 - Schietschrijver

Dramatisch bericht in alle kranten vandaag: een Duitse soldaat heeft bekend dat hij de piloot was die tijdens de Tweede Wereldoorlog Antoine de Saint-Exupéry heeft neergeschoten. De Saint-Exupéry is de schrijver van De Kleine Prins, het meest vertaalde boek uit de Franse literatuur. Nadat de schutter zijn daad bekende tegenover een Franse krant werd het vervolgens opgepikt door NRC, Guardian, New York Times, Fox news en natuurlijk Tuscaloosa News. Uiteraard is het een drama om één van je favoriete auteurs te vermoorden en aangezien de dood van De Saint-Exupéry decennialang een mysterie was, is het nieuws. Aan de andere kant doet het geen recht aan die andere 71.999.999 doden van deze oorlog: elke dood was dramatisch. De Duitsers lieten zich niet onbetuigd bij het vermoorden van auteurs. De Saint-Exupéry werd dan misschien 'per ongeluk' vermoord, dat gold niet voor auteurs als Etty Hillesum, Jan Campert, Peter Hammerschlag, Anton de Kom, A.M. de Jong en vele, vele anderen. Toch is het goed dat Horst Rippert - broer van de bebaarde zanger Iwan Rebroff - alsnog spijt betuigt. 

De Saint-Exupéry was gevechtspiloot in de oorlog. Er zijn meer auteur-soldaten geweest, zoals David Webster, maar in het bijzonder toch ook Jaroslav Hasek, die soldaat was in de Eerste Wereldoorlog en een briljant boek schreef: De lotgevallen van de brave soldaat Svejk. Eén van de beste anti-oorlogsboeken, vooral omdat de schijnbaar argeloze, altijd vriendelijke soldaat Svejk door elk bevel letterlijk te nemen en tot in het absurde uit te voeren, het autoritaire gezag en militaristisch gedrag te kijk zet. En daarmee duidelijk maakt hoe belachelijk oorlog eigenlijk is. 

02 maart, 2008

147 - Lot 228: Jacques den Haan is here!

En toen was ik ineens de bezitter van een kleine collectie uitgaven van Jacques den Haan. Eén van de lots bij Bubb Kuyper die ik binnenhaalde bestond wat mij betreft vooral uit het boek van Van der Meulen, waar ik hier al over schreef. Maar zoals in de omschrijving stond waren er ook nog "24 others". Van die 24 waren er 5 uitgaven van Jacques den Haan.

De vraag is of ik daar blij mee ben. Ik ben natuurlijk blij met élk boek, maar de vraag is of ik zó blij ben met Jacques dat ik hem een ruime plaats in mijn boekenkast gun. Hoewel die vraag eigenlijk al beantwoord is, want in mijn CPNB-verzameling staan al de uitgaven Goed Geboekt (geschenk, 1954) en Het gevaarlijke boek (essays, 1958) van zijn hand en bovendien heb met enige regelmaat verwezen naar één van de bijdragen in Verzamelen is ook een kunst. Onsterfelijkheid in oude boeken dat door Den Haan is samengesteld (zie hier en hier). Zo beschouwd bezit ik al veel Den Haan.

Maar nu heb ik enkele uitgaven van Den Haan die ik nog niet eerder kende en die een nieuwe beoordeling vragen. De vraag daarbij is: wie is Jacques den Haan eigenlijk? Op de site van DBNL staat een lijstje met zijn publicaties (één van de vijf die ik nu heb ontbreekt daar overigens) maar verder geeft het weinig informatie. Gelukkig staat hier al meer informatie: hij was een ex-boekverkoper die zijn ervaringen daarover heeft opgeschreven en die daarnaast nog veel meer essays over boeken, boekverkopers, verzamelaars en lezers heeft geschreven. Zo beschouwd is hij een beetje de Boudewijn Büch van de jaren '50 en '60. Eén ding heeft hij in elk geval voor op Büch: er is een prijs naar hem vernoemd, de Jacques den Haan bokaal voor de beste boekverkoper in Groningen. Verder was hij op veel fronten actief, hij schreef bijvoorbeeld de flaptekst voor de derde druk van Nescio's De uitvreter, Titaantjes, Dichtertje (1947) en hij was een vermaard criticus in zijn tijd. W.F. Hermans zei in 1962 over hem: "De enige criticus die een beetje leesbaar over boeken schrijft en die daarbij ook nog voldoende belezen is, is Jacques den Haan." Maar dat kwam natuurlijk omdat Den Haan een heel positieve recensie over De donkere kamer van Damocles had geschreven (blijkt uit deze lijst).

Tussen de vijf exemplaren die ik bij Bubb van Den Haan kocht zaten ook exemplaren van Het gevaarlijke boek en Verzamelen is ook een kunst, die ik nu dus dubbel heb. Verder heb ik nu Boeken en publiek (1947, Bayard Reeks no. 24), Jacques den Haan staart uit het raam. Luchtigs over leven en lezen (1962) en Ja, 't is een blij gezicht... (1958, Prikkel pocket 224). Jacques den Haan staart uit het raam is een oubollig boekje, een verzameling columns over onder meer zijn ervaringen als boekverkoper. Het weerspiegelt de tijdgeest en is duidelijk bijna een halve eeuw oud. De stukjes die hij schrijft zijn elders beter geschreven - bijvoorbeeld over bibliomanie of over de onechtheid van bestsellers. Ik bedenk me dat een boek als dit eigenlijk een gebundeld weblog is: een rijtje luchtige observaties over dingen die je bezighouden. Het is geruststellend te weten dat ook mijn weblog over een tijdje oubollig zal worden gevonden, .

Boeken en publiek is een lezing die Den Haan in 1946 hield in het Waaggebouw in Amsterdam ter gelegenheid van de tentoonstelling van boeken, manuscripten en portretten "Kunst van het Woord in Zuid en Noord". Deze lezing - 62 jaar geleden gegeven - gaat vooral over het bijzondere van lezen en boeken, maar is net zo gedateerd als Staart uit het raam. Ja, 't is een blij gezicht is een dubbeluitgave: een korte beschouwing van Den Haan over het fenomeen "pocket-book" dat toen in opkomst was en daarna een hele serie belegen cartoons van de in 2006 overleden Frits Müller over grafische termen (de term "gietmond" gaat vergezeld van een tekening over iemand die een borrel drinkt).

Kortom, wat moet ik er mee? Dit soort boeken is onverkoopbaar, dus op Marktplaats zetten heeft geen zin. Weggooien is jammer, daar zijn ze dan toch niet onleesbaar genoeg voor. En omdat ze over boeken gaan en Den Haan ook een paar hele mooie dingen geschreven heeft, besluit ik bij deze om ze allemaal op te nemen in mijn bibliotheek, in de categorie "boeken over boeken".

Welkom thuis, Jacques.