31 januari, 2008

144 - Ik ben toegedicht

Vandaag was het een superieure gedichtendag. Zoals elk jaar toog ik ter gelegenheid van gedichtendag naar Verwijs in de Passage in Den Haag. Verwijs is de plek waar ik twee jaar geleden een indrukwekkende performance van Menno Wigman zag en waar ik drie jaar geleden achter het net viste toen er op gedichtendag boeken werden uitgedeeld (wat de boekhandel later ruimschoots goedmaakte).

Enfin, genoeg herinneringen aan deze boekhandel en door de storm toog ik dus naar mijn traditionele gedichtendag-plek. In de winkel was een medewerker aanwezig die winkelende klanten toedichtte door hen een gedicht voor te lezen uit de bundel van Mark Boog, de auteur van de bundel van dit jaar.

Ik werd verblijd met het gedicht Wie, geniaal...
Wie, geniaal, genadeloos, heeft de spiegels opgehangen
in deze kamer? Wie haalt ze weg? Wie stoort zich eraan
behalve die gestoord wil zijn? Ik draai me naar je om

en daar ben je, precies waar ik dacht dat je zou zijn.
Ik reik en raak je. Geen glas. Geen gezichtsbedrog.

maar vingertop aan vingertop dat wat ik, bij gebrek
aan woorden, beschrijf als wij. Je knikt, glimlacht,

draagt stenen bij aan een heel ander huis dan voorzien,

bouwt de illusies op die de zin zijn van onze zintuigen.
Ik hef mijn oude loflied aan op de deuren en de muren.

Voorlopig niet op reis, zoveel is zeker. Geen doel
dat niet verbleekt in dit witte licht, geen oog dat ziet.
Piet Gerbrandy schreef in de Volkskrant al een lovende recensie over deze bundel, en terecht. Maar ik was verbaasd dat het me zoveel deed om toegedicht te worden. Ik stond daar in de winkel en tegenover mij stond iemand gepassioneerd een gedicht aan mij voor te dragen. Ik vond het indrukwekkend, ontroerend zelfs. Mijn eerste gedachte toen ik deze medewerker zag was: waarschijnlijk word ik weer over het hoofd gezien, net als toen en toen. Groot was mijn opluchting toen ik werd opgemerkt en toegesproken. Een optreden met één toeschouwer. Het was het meest indrukwekkende optreden dat ik ooit had meegemaakt.

O ja, ik kreeg ook nog de gedichtendag-zakdoek, met een gedicht van Eva Gerlach. En ik kocht de bundel van Mark Boog natuurlijk. Dat is al de negende gedichtendagbundel die is verschenen en gelukkig heb ik ze allemaal (waarvan twee gesigneerd: Hugo Claus en Menno Wigman).

Het was een mooie dag, want ik ben toegedicht.

26 januari, 2008

143 - Ga weg en krijg een boek

Een tijdje geleden schreef ik over een tip van een andere verzamelaar over een voor mij nog onbekende uitgave van Adriaan van Dis. Het ging om de uitgave The Shell, kennelijk verschenen bij het afscheid van een of andere bestuurder van de oliemaatschappij.

Dit boekje blijft mij maar bezighouden: waarom krijgen sommige mensen dit soort mooie dingen? Ik bevind mij helaas nog niet in de positie dat ter gelegenheid van mijn afscheid door literaire auteurs speciale uitgaven worden geschreven. Verschillende andere mensen wel, waaronder deze Shell-directeur. Maar hij is niet de enige. Een paar voorbeelden uit eigen bezit:
  • Toen de inmiddels overleden Harry Lockefeer vertrok als hoofdredacteur van de Volkskrant, schreef Hugo Brandt Corstius het boekje De Hoofdredacteur (oplage: 1000), waarin hij terugblikt op de hoofdredacteuren die hij in zijn rijke carrière heeft ontmoet. Hij schrijft: “Voor columnisten is Harry de ideale hoofdredacteur – en ik zeg dat op grond van een ruime ervaring met de soort. Hij laat je met rust, maar hij laat wel even merken dat hij je leest.”
  • Manuel van Loggem schreef een boekje voor het afscheid van Jan Manders van de zetcentrale Meppel (eveneens oplage 1000), waar de serie nieuwjaarsgeschenken van afkomstig was waar ik zo dolgelukkig mee was (lees hier het verhaal). Jan Manders was adjunct directeur van de zetcentrale en mede verantwoordelijk voor de serie bibliofiele uitgaven. De hoofdrol in dit verhaal van Van Loggem wordt gespeeld door ene Jan Wanders, die afscheid neemt van zijn bedrijf.
  • Bij uitgeverij De Buitenkant verscheen in 2001 (in een oplage van – u raadt het al – 1000) een verzameling gedichten over boek, bibliotheek en lezer bij het afscheid van J.H. de Swart als bibliothecaris van de Vrije Universiteit. Het zijn vooral Nederlandstalige gedichten, waaronder het beroemde (maar niet zo complimenteuze) De Bibliofiel van Nico Scheepmaker en Het boek van Lucebert. De bundeling heet Niet nog een boek, naar het gedicht van Yang Wangli:
    De klassieken heb ik gelezen,
    ben erop uitgestudeerd,

    aan gedichten overat ik me,
    hoef ze niet meer.

    Maar mijn rusteloze geest zoekt voort

    en lijkt nooit tevreden,
    ik probeer op het raampapier
    de regendruppels te tellen.
  • Toen Maarten Asscher afscheid nam van uitgeverij Meulenhoff verscheen de bundeling Over x-jes, de zandloper en de herenbobbel, met bijdragen van de auteurs van Meulenhoff. Ook Adriaan van Dis was een Meulenhoff-auteur, van hem staat het verhaal Naar het ballet in de bundel. Verder doen auteurs als Amos Oz, André Brink, Kester Freriks, Oek de Jong, Herman Koch, Marcel Möring, Nelleke Noordervliet, Jan Siebelink, Carolijn Visser en Dirk van Weelden mee.
  • Joop van Riessen nam enkele jaren geleden afscheid als hoofdcommissaris van de Amsterdamse politie. Ter gelegenheid daarvan schreef misdaadauteur Simon de Waal De zaak van Riessen. De herinneringen van medewerkers aan Van Riessen zijn in de vorm van een rechtszaak tegen hem (omdat hij weigert met pensioen te gaan) weergegeven. In dit boek staan ook enkele van mijn herinneringen aan Van Riessen opgenomen in het verhaal (maar ik zeg niet welke dat zijn).
Vier mooie voorbeelden van afscheidsliteratuur. Ik had een heel ander stukje voor ogen toen ik begon te schrijven in plaats van deze opsomming; ik heb namelijk wel iets bijzonders te vertellen over dat boekje van Adriaan van Dis. Maar ik ben weer eens blijven dwalen in mijn eigen bibliotheek en die bijdrage moet wachten tot een volgende keer.

06 januari, 2008

142 - 17.265 keer bedankt voor 213 woorden aandacht

Blogs zijn net boeken: ze willen gelezen worden. En boekenblogs zijn in dat opzicht dubbel behoeftig: ze willen zelf gelezen worden én ze willen dat de beschreven boeken gelezen worden. Daarmee doen boekenblogs een groot appèl op de bloglezer en ik kan me voorstellen dat dit vechten tegen de bierkaai is in deze tijd van ontlezing, maar we houden desondanks moedig stand. Daarom wil ik alle 17265 lezers van 2007 bedanken. Of liever: alle bezoekers. Want mijn teller telt wel clicks, maar het is de vraag of mijn blog daadwerkelijk wordt gelezen. Misschien surft het grootste deel alleen maar voorbij.

Dus vraag ik opheldering aan Google Analytics. Die leert dat 75% van de bezoekers unieke bezoekers zijn - dus 25% is teruggekomen. En men bleef gemiddeld 44 seconden op mijn blog hangen. Hoeveel lees je in 44 seconden? In die tijd lees ik zelf ongeveer 213 woorden (zojuist getest). Dat betekent dat de gemiddelde lezer van dit stukje op dit punt al ruim de helft van zijn aandacht heeft opgebruikt. Ik troost mij met de gedachte dat alle 17.265 bezoekers samen vorig jaar precies 211 uur en één minuut mijn blog hebben gelezen. Dat is pas serieuze aandacht!

Daarvoor wil ik u hartelijk danken, met dit stukje dat precies 213 woorden telt.