11 februari, 2007

118 - Opgedoken boeken bij de Slegte

Het was weer een feestje bij De Slegte. Door het betoog van Sander en de reacties in de comments op zijn stuk besloot ik dat het boek Verzonken boeken van Komrij met stip op mijn wishlist zou moeten stijgen.

En zo geschiedde dat ik ronddwaalde in De Slegte in Den Haag en besloot dat ik dringend bij de K moest kijken en ziedaar: het boek van Komrij stond er. Een nette eerste druk, 2,5 euro.

Het maakt niets uit dat de tekst van het boek integraal op het web staat, namelijk hier. Want zo kan iedereen genieten van het briljante stuk over bibliofilie, dat ik thans op papier bezit:

"De bibliofiel wordt door velen beschouwd als een fijn-proever, een liefhebber van mooie dingen die met zorg een uitgelezen verzameling bijeenbrengt. Niets is minder waar. De bibliofiel is een veelvraat, een slokop, een ordinaire op-stapelaar. Boeken zijn voor hem geen doel, maar een middel. Een middel om zich, in een mantel van beschaving, te gedragen als een wilde die met pijl en boog door het oerwoud rent om hitsig alles neer te leggen wat hem voor de voeten loopt. Zodra zijn prooi terneerligt steekt hij alweer, met atavistische drift, zijn neusvleugels uit in de richting van ander wild. De bibliofiel staat nog 't dichtst bij Tarzan van de apen. Als de bibliofiel na lang speuren een vurig gewenst boek heeft gevonden en bijgezet in zijn trofeeënkast, verliest hij er prompt alle interesse in. Hij is al op zoek naar een ander boek. Zolang de bibliofiel leeft blijft zijn buit dood liggen, als een gehoorzame hond. Pas na de dood van de jager zelf komt de hond weer tot leven. Wee het boek dat in de handen van een bibliofiel valt! Het blijft dood zolang zijn baas leeft. Alleen bij het overlijden van bibliofielen vinden boeken baat."

Beschaamd bedenk ik mij dat ik ook een zolder vol lijken heb, die smachten naar mijn overlijden opdat zij juichend in catalogi van antiquariaten kunnen staan. Maar ik ga nog jaren mee, en tot die tijd verzamel ik ijverig verder.

Van de weeromstuit kocht ik ook nog een uitgave van Stichting de Roos. Over nut en noodzaak van deze mooie Rozen schreef ik hier. Het bijzondere is dat ik voor een kast vol boeken kan staan, en dan het ene boek er uithaal waar iets mee is. Zoals deze Roos, die onopgemerkt tussen allerlei oninteressante boeken stond. Het is Het Westeinder handschrift, een uitgave uit 1978. Het Westeinder handschrift is op het oog een Vondel-achtig toneelwerk en volgens de aankondiging in het werk afkomstig uit 1691. In werkelijkheid is het in 1961 geschreven door de toenmalige minister van Onderwijs Jo Cals die in het Westeinde-ziekenhuis in Den Haag lag. Hij was ziek was ten tijde van de behandeling van de mammoetwet en in dit stuk zijn alle "personaedjen" in het stuk in feite personen die bij de totstandkoming van de mammoetwet waren betrokken. Zoals "Margaretha van Arnheim, vorstin ad interim" die in werkelijkheid Marga Klompé is.

Het grappige is dat op de site van Parlement & Politiek wel te vinden is dat Cals de mammoetwet tot stand bracht en in het Westeinde lag, maar niet dat hij daar dit boekje schreef. Cals is ook de minister-president wiens kabinet na de roemruchte nacht van Schmelzer viel.

Kortom, een bijzonder boekje, niet alleen door de historische waarde, maar ook door de bibliofiele waarde (want elke uitgave van Stichting De Roos telt 175 exemplaren) en omdat dit een voorbeeld is van een boek dat suggereert authentiek historisch te zijn, maar het niet is.

Ik ben gek op uitgaven van De Roos. Ze zijn altijd fraai uitgevoerd en meestal onbetaalbaar, maar deze mocht ik hebben voor... 7 euro. Waardoor ik nu al 19 rozen bezit. Een fraai boeket!

10 februari, 2007

117 - Reeksdissonanten

Wat moet je doen als je een serie spaart, maar je wilt één van de boeken in die serie toch echt niet in huis hebben?

Dat klinkt een beetje gek misschien, maar ik kijk wel degelijk kritisch naar de boeken die ik bezit. Ik ben wel een bibliofiel, maar geen bibliomaan: ik hoef niet zoveel mogelijk boeken te verzamelen, ik verzamel alleen boeken die ik belangrijk vind. En er zijn enkele auteurs waar ik zo’n afkeer van heb, dat ik hun boeken niet in mijn bibliotheek wil zien.

Eén ervan is Gerard Reve. In een wereld die soms vol lijkt te zijn met Revianen, die hun eigen handleidingen schrijven over hoe je Reviana moet verzamelen (en waarbij ik een tijdje geleden het bericht las dat € 25.000 is betaald voor Reve’s eigen exemplaar van De Avonden) voel ik me soms een eenling. Maar ik heb helemaal niets met Reve en ben al een tijd geleden na het lezen van Een circusjongen definitief afgehaakt. Zijn humor is niet leuk, zijn verhalen zijn slecht, zijn levensstijl irriteert me: Reve komt er dus niet in. De consequentie daarvan is bijvoorbeeld dat ik in het rijtje met uitgaven van de literaire boekenmaand van De Bijenkorf (startend met De liefde tussen mens en kat van W.F. Hermans uit 1985 en doorlopend tot De heetste dag van het jaar van Martin Bril uit 2006) een exemplaar van 1995 mis. Dat is namelijk Op zoek van Reve. Ik zit dus met een permanent hiaat in een serie. Zijn mijn principes dat waard?


Een tweede voorbeeld is Ronald Giphart. Ik wordt zó moe van zijn semi-literaire oversekste gezwam dat ik geen Giphart tussen mijn boeken duldt. Waarom zou ik het lezen? Wat is er nu zo goed aan Giphart? Zijn Groot Literair Lees Kijk Knutsel en Doe Vakantieboek was erg grappig en ik heb gelachen om Prins Willem de Dikke. Maar kom bij mij niet aan met de Giphart-romans zoals Giph, Ik ook van jou en Ik omhels je met duizend armen, want ze verdwijnen onmidellijk weer, het liefst richting oud papier (hoewel ik er ook wel weer een paar euro via Marktplaats aan wil verdienen). Inmiddels doet zich nu een dilemma voor. Een recent deeltje uit de serie 1-euro-boekjes die door B for Books wordt uitgegeven is het verhaal Heblust van Ronald Giphart. Ik heb het gekocht en helaas: het is toch weer een kansloos verhaal. Wat moet ik met het verhaal van een slikkende en snuivende hoofdpersoon die vol trots terugdenkt aan een massa-orgie terwijl ze zich op haar dakterras ligt te bevredigen? Ik vrees dan ook dat deze Giphart dezelfde route gaat als de andere Giphartjes tot nu toe. Met als gevolg dat zich ook in deze serie een hiaat gaat voortdoen: ik zal structureel deze serie niet compleet hebben. En dat terwijl ik een tijdje geleden nog een punt maakte van het vinden van Niemand op heel Vlieland (dat ik inmiddels in mijn bezit heb). Ik hecht aan volledigheid, maar niet ten koste van alles.

Het is goedbeschouwd nog een wonder dat mijn serie boekenweekgeschenken compleet is. Want Gala van Giphart viel mee en die gedoog ik. Zolang Reve niet in beeld is als geschenkauteur (het scheelde niet veel, ooit) zal dit ook zo blijven. Gelukkig is er nog kwaliteit voldoende in deze wereld. Als ik spinnend van tevredenheid mijn planken vol Nederlandse, Russische, Engelse, Franse, Italiaanse, Zuid-Amerikaanse topauteurs zie dan mis ik de beide heren ook niet echt. Hebben alle andere auteurs dan zo’n voorbeeldig leven geleid? Vast niet, er zitten heuse griezels tussen (zoals Louis-Ferdinand Céline, en met Sartre ben ik het ook heus niet altijd eens). Maar zolang ze een goed verhaal weten te vertellen en hun persoonlijkheid zich niet irritant opdringt in het verhaal, mogen ze vooralsnog blijven staan.