23 februari, 2006

91 - Haastig lezen, zelden goed

Ik las een mooi en herkenbaar stukje op mijn scheurkalender, van Ingrid Hoogervorst.
“Sommige mensen kunnen heel hard rennen, ik kan razendsnel lezen. Als beroepslezer heb ik er veel profijt van, maar vroeger vond ik het zonde. Je was zó door een nieuw boek heen. Langzamer lezen lukte me niet, dus bedacht ik methoden om de leestijd te rekken. Iedere bladzijde moest voor het omslaan opnieuw gelezen worden, ik mocht niet aan een nieuw verhaal beginnen voor ik het oude twee keer had gelezen enzovoort. Mijn disciplinaire maatregelen houden nooit lang staande. Soms overvallen ze me weer, als ik een goed boek in handen heb. Slow down!. Nog even teruglezen, anders is het zó uit.”

Ik merk bij mijzelf hetzelfde. Beroepsmatig ben ik gewend diagonaal te lezen, grote hoeveelheden tekst effectief door te kijken en het relevante eruit te halen. Maar dat zet zich helaas ook voort als ik een boek lees, zoals onlangs De Verdronkene van Margriet de Moor. Voor Margriet de Moor moet je de tijd nemen, je moet de zinnen op je laten inwerken en de betekenis proberen te doorgronden. Maar zo gaat het in de praktijk helaas niet. Ik lees Margriet de Moor diagonaal alsof het een zakelijke tekst is, en betrap me daar gelukkig ook weer snel op. Dan schakel ik terug en dwing mij de zinnen in mij op te nemen.

Het komt ook omdat ik nog zoveel te lezen heb. Er ligt een fikse stapel boeken op me te wachten om gelezen te worden. Ik wil elk boek dat ik bezit het plezier doen om gelezen te worden, het lijkt me als boek vreselijk om een dichtgeslagen leven te lijden in een boekenkast. Af en toe een blik die langs je heen dwaalt, maar nooit eens iemand die je openslaat, geïnteresseerd de titelpagina bekijkt, diep zucht - van tevredenheid, vol verwachting van wat er komen gaat - en bij de eerste zin begint.
Ik wil mijn boeken dat vergeefse leven niet aandoen, dus lees ik ze. Maar omdat het er zoveel zijn en mijn dagen slechts 24 uur tellen en bovendien gevuld zijn met andere activiteiten dan lezen jagen ze me ook een beetje op. Daar kunnen ze niets aan doen, dat is hun aard, maar het gevolg is wel dat ik door De Verdronkene heenjakker en dat is toch een beetje zonde.

Daarom probeer ik mijn aankopen enigszins in balans te houden met mijn opnamecapaciteit. Ik heb mijzelf erbij neergelegd dat ik niet alle boeken ter wereld zal kunnen lezen, het heeft geen zin een bibliomaan te worden. Het is nog even afwachten hoe de hemel eruitziet en welke boeken zich daar bevinden, mogelijk kan ik dan nog een inhaalslag maken, maar vooralsnog zal ik uiteindelijk ondanks mijn ijzeren leesdiscipline de meerderheid van de boeken niet gelezen hebben. Door er nu niet teveel ongelezen in huis te hebben voorkom ik dat ik ondertussen opgejaagd word.

Je kan met langzaam lezen natuurlijk ook overdrijven. Ik lees hier een grappig bericht van een leesclub die na vijf jaar van maandelijkse bijeenkomsten bij pagina 67 van Finnegans Wake van Joyce is aangekomen. Ze verwachten in dit tempo het boek rond 2060 uit te hebben.

Ik heb het sneller gedaan en heb Margriet de Moor inmiddels uit en ben zeer onder de indruk van het boek. Ik ben blij dat ik het in een laag tempo gelezen heb, het boek was het meer dan waard. Hoewel met name de laatste 10 pagina’s veel zelfbeheersing vroegen. Ik ruik aan het eind van een boek de stal en weet dat er na die pagina’s een nieuw boek wacht. Ik moet bekennen dat ik die laatste pagina’s sneller heb gelezen dan zij zouden verdienen, maar de drang van de wachtende boeken werd toen te zwaar.