31 december, 2004

32 - Oud en Nieuw

het afgelopen jaar is boek geworden 
en trommelt een bekende klank 
op mijn beslagen ruit; 
de dagen gaan vrij-uit 
want ik was mank. 
jij en het jaar en ik zijn boek geworden. 

2004 is boek geworden... maar wat heb ík met boeken gedaan in 2004? Een overzicht: 

  • aantal nieuw boeken in 2004: 61 
  • eerste nieuwe boek in 2004: 14 januari: Gontsjarow - Oblomow (vert. Arthur Langeveld). Gebonden mét stofomslag, uitgave Veen, 1994. Voor 15 euro bij De Slegte
  • laatste nieuwe boek in 2004: 20 december 2004: Pater Noster - Onze Vader. Het Onze Vader in negen verschillende talen, gekalligrafeerd door Pieter Wetselaar. Stichting De Roos, 1983. Met fluweel overtrokken karton. Gedrukt door de Carlinapers in paars en zwart op Velin d'Arches in een oplage van 175 genummerde exemplaren. Dit is nummer 104. Voor 45 euro bij Fokas Holthuis
  • langst op het verlanglijstje: na 15 jaar gekocht op 29 juli 2004: Hugo Brandt Corstius - Weer een nieuw vak? Taken en grenzen van de computertaalkunde. 23p. Geniet. Universitaire Pers Rotterdam, 1974. Voor 1 euro bij Hoeksbooks.
.. maar eigenlijk zijn ze alle 61 hoogtepunten en meer dan welkom in mijn verzameling. Een boekenrijk & leesvol 2005 gewenst!   

28 december, 2004

31 - Leven en dood

Twee posts geleden heb ik zitten mijmeren over het feit dat de dood van de ene verzamelaar talloze mogelijkheden biedt voor een andere verzamelaar. De verknochtheid van de ene verzamelaar aan zijn bezit zorgt er voor dat de opvolgende verzamelaar smetteloze exemplaren van de erfgenamen kan kopen (die niet van boeken houden, kennelijk). Mijn taak is het die exemplaren smetteloos te houden voor de volgende generatie, hopelijk binnen mijn eigen familie.

Dat dit alles maar zeer relatief is, mag duidelijk zijn uit de situatie nu in Azië: wie maalt er om een paar boeken, wanneer er sprake is van ruim 50.000 doden als gevolg van de zeebeving? Welke nabestaande zou niet zijn hele verzameling geven om een dierbare terug te vinden? Ik pak dit onderwerp nog even op om twee redenen: het is bijna oud en nieuw, dus sowieso een wat melancholische tijd die met vooruit- en terugblikken gepaard gaat en vanwege het boekje van Walter Benjamin dat ik heb zitten lezen: "Ik pak mijn bibliotheek uit". 

Dit boekje was een jaarwisselingsgeschenk uit 1989 van de groep uitgevers waar o.a. Veen en Contact bij horen, een toepasselijk werkje voor deze dagen dus. In dit boek beschrijft Benjamin zijn boekenbezit, wanneer hij het uit kisten haalt en weer opnieuw in kasten zet. Ik zal in latere posts nog wel eens naar hem teruggrijpen. Maar deze passage viel mij op: 
"... eigenlijk is een erfenis de meest geldige manier om tot een verzameling te komen. Want de houding van een verzamelaar tegenover zijn bezittingen stamt af van het gevoel van verantwoordelijkheid van een bezitter ten opzichte van zijn eigendom. Ze is dus, in de meest wezenlijke zin, de houding van een erfgenaam. Het meest karakteristieke van een verzameling zal daarom steeds haar overerfbaarheid zijn. U moet weten dat ik, wanneer ik dat zeg, heel duidelijk besef hoe mijn uiteenzetting van deze verbeeldingswereld van het verzamelen velen onder u in uw overtuiging dat deze hartstocht niet meer van deze tijd is en in uw wantrouwen tegen het type van de verzamelaar zal bevestigen. (...) En ik wil slechts constateren dat het verschijnsel verzameling zijn zin verliest, wanneer het zijn persoonlijke eigenaar verliest. (...) Pas bij het uitsterven wordt de verzamelaar begrepen."
Dit schreef Benjamin in 1931. De erfgenamen van de rozen, waarvan ik er twee heb weten te bemachtigen, hebben begrepen dat de verzameling zijn zin verloor, toen de eigenaar overleed. Maar gelukkig zijn er nog veel verzamelaars over heden ten dage, zodat ze allemaal ergens een mooi plekje hebben gevonden. Ik zal proberen mijn verzameling zo lang mogelijk zin te blijven geven. Walter Benjamin maakte overigens op 27 september 1940 een einde aan zijn leven toen hij wachtte op een visum naar Spanje, maar aan de Gestapo overgeleverd dreigde te worden. Wat er met zijn verzameling is gebeurd heb ik niet terug kunnen vinden. 

20 december, 2004

30 - Curieuze curiosa

Een tijdje geleden las ik in de Volkskrant een artikel over de curiosa die in het Letterkundig Museum ligt opgeslagen. Het gaat dan om allerlei voorwerpen die aan schrijvers hebben toebehoord of die representatief zijn voor hun schrijverschap.

Het Letterkundig Museum omschrijft het zelf zo:
De typemachine en de oordoppen van Simon Vestdijk, het liefdeshart van Connie Palmen en Ischa Meijer, en het rapport van Theun de Vries. Van kledingstukken, brillen, wandelstokken, pennen en huisraad tot en met paspoorten, diploma’s en trouwkaarten. In deze kleurrijke verzameling zijn de meest uiteenlopende voorwerpen en persoonlijke documenten van schrijvers opgenomen.

Ziehier de stofzuiger van Vestdijk. Stond hij bekend om zijn bekwame stofzuigen, of inspireerde dit apparaat hem tot zijn beste proza? De Nederlandse Vereniging voor Slechthorenden geeft uitsluitsel: Vestdijk zette, om bij het schrijven niet te worden gestoord door achtergrondgeluiden, de stofzuiger aan, ook bij DBNL wordt er over geschreven..

Dergelijke curiosa worden bij mijn weten niet vaak te koop aangeboden. Ik herinner me één geval: in een catalogus van het Leidse antiquariaat Aioloz werd een kostuum van Gerard Reve aangeboden, dat kennelijk nooit was teruggehaald van de wasserij. Ik heb de catalogus niet meer (hier wordt er iets over geschreven, maar ik ben geen abonnee, dus kan het niet lezen), maar enig speuren leert mij dat Aioloz ook in het bezit is geweest van een getrokken kies en afgeknipte teennagels van Gerard Reve.
De Volkskrant schreef met enig dedain over het tentoonstellen van dergelijke curiosa, en op zich moet ik er ook niks van hebben - niet van Gerard Reve en niet van dit soort curiosa. Toch zijn er volop mensen die dit verzamelen - neem bijvoorbeeld Boudewijn Büch die ook álles van de door hem bewonderde schrijvers, muzikanten en politici wilde hebben, zoals de penis van Napoleon.

En zoals we allemaal weten zijn al die spullen in september van dit jaar geveild. Memorabilia heten ze overigens volgens het Parool, geen curiosa. Ik ben niet bij de veiling geweest, heb dus niets gekocht. Bij mijn weten bezit ik geen enkel curiosum van een auteur. Het enige wat misschien in de buurt komt, is een gedicht gedrukt op een zakdoek. Dat werd ooit verkocht in de boekhandels met *). Het is het gedicht "Het lied van de zakdoek" van Bart Moeyaert. Maar hij heeft er niet zelf in gesnoten. En het object staat niet eens op zijn eigen website vermeld, dus misschien wil hij er zelf ook niks van weten.

09 december, 2004

29 - Every rose has its thorn...

Ik moet het toch nog even hebben over de rozen, oftewel de uitgaven van Stichting De Roos. In mijn vorige post schreef ik dat antiquariaat Fokas Holthuis een geweldige catalogus met uitgaven van Stichting De Roos uit had gebracht. En deze lijst was nog maar de helft, de letters A-M van de uitgaven. N-Z volgt nog, hopelijk binnenkort. Ik realiseerde mij opeens dat de reden dat Fokas deze prachtlijst heeft, waarschijnlijk is dat de verzamelaar in kwestie overleden is. Of failliet. Hoe dan ook, ik geloof niet dat er een vrijwillige reden is dat iemand afstand doet van zo'n schitterende verzameling. Het boekenvirus is niet iets dat je verliest, verzamelaar ben je en blijf je. Je verzamelt om te houden. Maar voor deze persoon was het niet meer mogelijk ze te houden: ook de nabestaanden hadden er geen belangstelling voor. De roos is verwelkt. k realiseerde mij nog iets: dit is mijn en uw voorland. We zijn niet allemaal als Aristoteles. 

Hoezo Aristoteles? Omdat Wim Simons in zijn boek "Omgang met boeken" het volgende schrijft: "Aan het begin van de rij boekenheiligen staat de Griekse wijsgeer Aristoteles, die als de eerste systematische boekenverzamelaar geldt. Na zijn dood wisselde zijn bibliotheek verschillende malen van eigenaar en werd in het jaar 84 door Sulla als oorlogsbuit naar Rome gebracht, waar deze bibliotheek voor de eerste maal werd gecatalogiseerd." 

De bibliotheek van Aristoteles bleef min of meer intact. De bibliotheek van deze anonieme verzamelaar raakt versnipperd. Ik heb één exemplaar uit zijn bibliotheek gekocht, de rest zal zijn weg vinden naar andere bibliotheken. De eigenaars van deze bibliotheken zullen ooit ook afstand moeten doen van hun bezit. Hopelijk komen ook mijn boeken, als mijn geliefden ze niet meer willen hebben, dan in het bezit van een nieuwe generatie boekenliefhebbers. Misschien dat die dan, net als ik, een gat in de lucht zullen springen omdat ze één exemplaar uit de versnipperde bibliotheek aan hun bezit hebben mogen toevoegen. Boeken overleven ons allemaal.

02 december, 2004

28 - Op rozen zitten

Fokas Holthuis zit op rozen. Op uitgaven van Stichting De Roos wel te verstaan, want die zijn het onderwerp van zijn jongste nieuwsbrief. Voor wie het niet weet, de uitgaven van Stichting De Roos behoren tot de mooiste in de Nederlandse literatuur. Zelf ben ik de gelukkige bezitter van een paar 'rozen', maar het aantal dat Fokas nu heeft staan wekt grote begeerte op. 

Een stukje geschiedenis: Stichting ‘De Roos’. Deze stichting werd in juni 1945 opgericht door Chris Leeflang, Charles Nypels en G.M. van Wees met als doel ‘het maken van boeken en drukwerken enkel om de ongerepte en dus ook onbaatzuchtige liefde voor typografie en kunst, in alle denkbare vormen waarin deze kunnen samengaan’. De stichting telt maximaal 175 leden en al jaren is er een wachtlijst om lid te mogen worden. Jaarlijks verschijnen er drie à vier uitgaven, uitsluitend bestemd voor leden van de Stichting. Voor vormgeving, illustratie, drukken en binden worden zoveel mogelijk verschillende mensen en bedrijven ingeschakeld zodat het geheel van de uitgaven een afspiegeling vormt van de contemporaine mogelijkheden op dit terrein in Nederland.

De uitgaven van De Roos zijn prachtig, en zeldzaam, dus kostbaar. Niet alleen zijn er maximaal 175 exemplaren per uitgave in omloop (of laten we zeggen maximaal 200, want er worden er altijd een paar extra gemaakt), maar tal van exemplaren zijn in het bezit van allerhande musea en bibliotheken en komen dus nooit meer op de markt: ze staan in de Koninklijke Bibliotheek, maar ook in Michigan, om een paar plekken te noemen. 

Maar gelukkig is er van tijd tot tijd weer een mooi rijtje 'rozen' om uit te kiezen. De allermooiste is natuurlijk onbetaalbaar: The Book of Psalms. Hier volgt de omschrijving: 
"printed according to the authorised version of the Holy Bible. MDCXI. Utrecht, (Stichting De Roos), 1947. Verguld halfleer met gemarmerde platten, kop verguld (J. Brandt en Zoon). (4), 268 p. Band en typografie J. van Krimpen. Gedrukt door Enschedé op Barcham Green in een oplage van 175 genummerde exemplaren, gesigneerd door Van Krimpen. " 
Voor 300 euro te koop, maar hij zal wel weg zijn... Op één punt versla ik Fokas: de bij de uitgave van "Het duel" van Casanova verschenen gesigneerde en genummerde losse litho van Matthijs Sluiter heb ik wél! Wie "Het duel" bij Fokas koopt heeft 'm niet. Maar die heeft dan wel één van de prachtigste boeken die ik ooit heb gelezen. De vertaling van Ike Cialona van dit boek is verbluffend, het taalgebruik zó mooi dat het een genot is om dit boek te lezen. Ik wil mijn litho overigens graag ruilen voor The Book of Psalms

25 november, 2004

27 - De verzamelaar in het museum - 2 -

Het Joods historisch museum is zo vriendelijk geweest om op mijn verzoek een afbeelding van het schilderij "De Verzamelaar" op de website te plaatsen. Vorige week schreef ik nog dat ik het niet kon vinden, maar zojuist meldde Lonnie Stegink via een vriendelijk mailtje dat het schilderij te bekijken is. 

Mevrouw Stegink, hartelijk dank! Ik vind het schilderij prachtig. Met die blik kijk ik ook naar sommige van mijn boeken... 

24 november, 2004

26 - Rare talen in Zwolle

Wanneer je op doorreis bent in een of andere stad, verzuim dan nooit het plaatselijke antiquariaat te bezoeken. Het kan de enige keer zijn dat je er komt, en wie weet wat je voor schatten mist als je niet toch even kijkt. Wat ik altijd doe is in het adressenboek Boek & Boek kijken welke antiquariaten zich specialiseren op mijn gebied, en daar een bezoek afleggen. Wat hoe dan ook verplicht is, is een bezoek brengen aan De Slegte als die er is. Ik weet het, het is een massawinkel met veel ramsj die niemand wil hebben, maar voor wie even verder zoekt en de ramsj passeert liggen er de mooiste boeken te wachten in de afdeling antiquarische boeken. 

Want daarvan heeft De Slegte vooral veel. Niet altijd van hoge kwaliteit, maar gewoon lekker veel. Wat ook weer een nadeel is, want dat verlengt het zoeken. Wat mij opvalt is dat hun rubricering niet duidelijk is. Er zijn kasten met literatuur, maar ook kasten met 'geschenkboekjes', waar ook veel literatuur bij zit, kasten met 'letterkunde' (wat niet altijd letterkunde is) en sommige schrijvers vind je terug bij taalkunde, bij andere talen of gewoon ergens in een vergeten doos in de hoek. Voor De Slegte moet je de tijd nemen om het systeem te doorgronden, hoewel er niet veel systeem is. Het komt bij mij een beetje over als de achtergrondafbeelding van hun vroegere website: hoge stapels, lange planken, waarin veel kwijtraakt en met een begin van orde, maar ook niet meer dan dat. Wie die website nog eens wil zien, stap in de teletijdmachine van internet. Het beste is: gewoon volhouden en alle kasten die min of meer relevant lijken doorlopen, anders blijf je het gevoel houden dat er wel iets voor je stond, maar dat je op die ene plank net niet gekeken hebt. Gelukkig heeft elk filiaal ook een afgesloten kast met eerste en bijzondere drukken, waarin langgekoesterte wensen en onbereikbare doelen opgestapeld staan. Voor mij een mooie afsluiting van een middagje De Slegte. 

Hoe dan ook, ik was in Zwolle en daar is De Slegte ook. Ik had één missie en dat was: naar buiten komen met een boek dat op mijn verlanglijst staat, en het liefst 'voor weinig'. En de missie slaagde, hoewel het niet meeviel. Nadat ik een forse tijd in De Slegte had rondgebracht en bij al mijn favoriete en minder favoriete schrijvers en onderwerpen had gezocht belandde ik - nog steeds met lege handen - uiteindelijk voor een kast waar mijn oog opeens viel op de uitgave 'Rare talen en vreemde talen' uit 1993. Dit boek hoort thuis in mijn verzameling Hugo Brandt Corstius. Ik kende het bestaan, maar had het nog nooit gezien (dat is lastig, want dan weet je niet precies waar je op moet letten als je ogen langs de boekenkasten dwalen... sommige titels herken je namelijk in één oogopslag). Het boek ontleent zijn titel aan de eerste NRC Handelsblad taaldag die op 28 november 1992 werd gehouden in de Oudemanhuispoort in Amsterdam. Aangekondigd wordt in de inleiding dat dit de eerste was in een jaarlijkse taaldag, en ik stuit al googlend inderdaad op de taaldagen van 1994 (Taal en Muziek), 2000 en 1996 (DigiTaal) Volgens dit lijstje was de taaldag van 1992 echter niet de eerste, maar de tweede. Maar wat boeit het. Ik kan weer een streep zetten door een nummer op mijn HBC-verlanglijst. Met dank aan Zwolle en De Slegte, en met dank aan mijn eigen doorzettingsvermogen.

18 november, 2004

25 - To have and to hold

Als forens wordt ik dagelijks omringd door een grote massa medereizigers. Vaak zijn deze reizigers aan het lezen en ik wil altijd weten welk boek zij lezen. Is het een goedkope roman, of literatuur? Hoe behandelen ze het boek (vermoorden ze het door de rug te breken, of niet)? En hoe nemen ze het mee: het meedragen van een boek voor onderweg levert de nodige risico's op, want het kan vies worden, beschadigen, verloren worden, etc. Soms is dat verliezen de bedoeling, zie de site van bookcrossing, maar meestal niet. Hoe dan ook, vandaag zat ik naast iemand die het boek 'To have and to hold' van Philipp Blom aan het lezen was. Ondertitel: 'An Intimate History of Collectors and Collecting'. 

Dat trok natuurlijk meteen mijn aandacht. Niet alleen omdat ik het boek niet kende, maar omdat ik kennelijk naast een verzamelaar zat. Hij had zijn muziek irritant hard staan, maar dat heb ik hem vergeven omdat hij een lotgenoot is. Misschien surft hij hier nog wel eens voorbij.  Het boek van Blom beschrijft een aantal uiteenlopende verzamelaars en verzamelingen. Toch wordt het niet als een heel goed boek gezien. Bij een review site krijgt het de score B: 'diverting, but often fascinating details don't add up to a convincing whole'. Ook recensies in kranten zijn niet altijd lovend, maar wel vermakelijk. Jonathan Yardley schrijft in The Washington Post
'The impulse to collect is one of the odder disorders with which humans can be afflicted. Philipp Blom correctly argues, in this interesting and provocative book, that traditionally collecting has been a luxury enjoyed by the rich and privileged (...) Today, though the rich and self-indulgent still find ways to enhance their reputations and egos by collecting, the old obsession has become democratized, at least after a fashion. Mass production has "allowed a broad range of people to indulge their fancy by filling the world with a multitude of cheap things," commonly known as "collectibles," many of them scarcely better than kitsch.' 
Dat geldt dan misschien voor verrassingseieren en McDonalds Happy Meal cadeautjes, maar wat mij betreft toch niet voor boeken. 


Geoff Nicholson concludeert in The Independent
'Two kinds of books are published on the subject. The first is celebratory and fun, showing pictures of smiling nerds (mostly, though not exclusively, male), surrounded by roomfuls of lawnmowers or model trains. The second aims to be scholarly and scientific, examining the historical and psychological underpinnings of collecting, often pushing an analogy about sexual pursuit. (...) Blom is not content to tell stories. He's keen to draw some grand conclusions, and these are sound but not startling. Unable to exert control in the world at large, collectors become autocratic rulers of their own small universe, but then the collection begins to control the collector. He further asserts that collections are simultaneously a hedge against mortality and a sure reminder of it. He will get no argument on this from me, or anyone else.' 
Geoff Nicholson is trouwens zelf ook actief als auteur op het gebied van obsessies, waaronder verzamelen. Zie zijn boek 'Hunters en Gatherers' bijvoorbeeld.  In mijn vorige post vond ik het nog wel een aardig idee als een verzamelaar werd geportretteerd tussen zijn verzameling, maar liever niet als een 'smiling male nerd' tussen goedbedoelde rotzooi. Misschien toch maar een beetje anoniem blijven. Want verzamelaars, concludeert Christopher Tayler in The Sunday Telegraph, 'in one sense, such people are the archaeologists of the present. In another, however, they are engaged in a desperate struggle against oblivion.' Hoe dan ook, dit boek ga ik wel lezen. En dat van Nicholson trouwens ook. 

13 november, 2004

24 - De verzamelaar in het museum


Het Joods Historisch Museum heeft het schilderij "De Verzamelaar"aangekocht bij Christie's. Het is een van de laatste schilderijen van Isaac Israëls. "De verzamelaar" toont de Haagse tandarts Simon Pinkhof temidden van zijn verzameling bronzen beeldjes. Isaac Israels kwam regelmatig op bezoek bij de tandarts. In 1934 liet hij een schildersezel brengen naar het huis van Pinkhof aan de Dr. Kuyperstraat. Hier schilderde hij een aantal indrukwekkende portretten. Ik ben benieuwd hoe deze verzamelaar eruit ziet. Maar noch de site van het JHM noch de site van Christie's hebben een afbeelding beschikbaar. Nu zijn bronzen beeldjes natuurlijk totaal iets anders dan boeken, maar desondanks ben ik benieuwd naar wat Israëls er van gemaakt heeft. Misschien laat ik mijzelf dan ook nog eens vereeuwigen tussen mijn boeken. 

nb inmiddels zijn er volop afbeeldingen van het schilderij beschikbaar

09 november, 2004

23 - Tentoonstelling oude Bijbels

In het paradijs voor boekenverzamelaars, het Museum Meermanno Westreenianum in Den Haag, is sinds een week een prachtige tentoonstelling ingericht: het woord is boek geworden. De titel verwijst natuurlijk naar de beroemde tekst uit het Johannes-evangelie, hoofdstuk 1, vers 14: "Het woord is mens geworden en heeft bij ons gewoond, vol van goedheid en waarheid". Het is een tentoonstelling over "de bijbel in handschrift en druk van de zesde eeuw tot vandaag". Niet de inhoud, tekst of de vertaling van de bijbel, maar de uitvoering ervan vormt het uitgangspunt. Daarom beperkt de tentoonstelling zich niet tot Nederlandse bijbels. De expositie laat ook zien hoe de tekst van de bijbel - in de grondtalen en in vertaling (Grieks, Latijn, Frans, Duits, Engels en Nederlands) - in verschillende tijden, voor verschillende doelen en voor verschillende gebruikers steeds op andere manieren vorm is gegeven. Zo zijn er verschillende uitvoeringen van kanselbijbels, bijbels voor de kerkgangers om mee te nemen, bijbels voor thuis, huwelijksbijbels, bijbels voor de literair geïnteresseerden (zonder de traditionele hoofdstuk- en versnummering), en bijbels met of zonder illustraties. De tentoonstelling is grotendeels samengesteld uit werken die behoren tot de eigen collectie van het museum. Deze keuze vormt ook een brede en aantrekkelijke doorsnede van de gehele boekencollectie van het museum, van zeer vroeg tot heden, van laatantiek handschrift tot druk van gisteren. Je zal als verzamelaar maar zo'n prachtverzameling hebben. 

Bijbels waren vaak de eerste voortbrengselen van de drukpers. Diverse incunabelen (boeken die vòòr 1500 met behulp van losse uit metaal gegoten letters (dit is een belangrijk verschil met de blokdrukken die al bestonden) op papier via een boekdrukpers werden vermenigvuldigd) zijn nu nog in Meermanno te zien. Incunabelen en post-incunabelen (boeken tussen 1501 en 1540 gedrukt, losgemaakt van het handschrift karakter van de middeleeuwen) zijn een mooi verzamelobject, maar inmiddels helaas onbetaalbaar, voor een verzamelaar als ik. Gelukkig kunnen we af en toe onze neus tegen de vitrine drukken bij Meermanno.

In de bundel "verzamelen is ook een kunst" van Jacques den Haan wijdt Bob de Graaf een heel hoofdstuk aan het verzamelen van oude bijbels. Hij verzucht dat het merkwaardig is dat er maar een handjevol bijbelverzamelaars zijn, in een land dat toch zo'n sterke bijbelse traditie heeft en waarin zo veel kwalitatief mooie uitgaven bestaan. Je zou bijvoorbeeld oude bijbels kunnen verzamelen met betrekking tot fraaie typografie, illustratie of boekband. Of vanwege de houtsneden of kopergravures. Hoe dan ook, omdat de bijbel natuurlijk toch (als het goed is) een gebruiksvoorwerp is, is het moeilijk onbeschadigde en onbeschreven exemplaren te vinden. Maar dat is nu juist de uitdaging voor de verzamelaar. Zeker nu er deze week weer een nieuwe vertaling is verschenen, bijvoorbeeld in de prachtuitgave bij Athenaeum, Polak & van Gennep.

04 november, 2004

22 - Bibliofiel voor alleman

In een boekbespreking van de Volkskrant van 29 oktober las ik een voor mij nieuwe term: "bibliofiel voor alleman". De redacteur Hub. Hubben recenseerde het jongste boek van Joost Veerkamp dat deze samen met Ton Werkhoven maakte: Gebroken lichtval.

Hubben vindt het boek helemaal niks. Hubben zegt dat Veerkamp "pogingen doet zich te ontwikkelen tot een dubbeltalent", hetgeen volgens hem begrijpelijk is want "je kunt niet eeuwig doorgaan met het parodiëren van andersmans werk". De Kuifje-persiflages van Veerkamp zijn beroemd, maar Hubben laat niet na te memoreren dat Veerkamp zowel bij de Volkskrant als NRC Handelsblad de laan uitvloog. De afkeer van Hubben reikt tot de uitgever, die deze uitgave "parmantig" een kunstwerk noemt, maar Hubben vindt de inhoud "een larmoyant en voorspelbaar verhaal". Hoe dan ook, waar Hubben op aanslaat is de uitvoering van dit boek: "zelden werd zoveel aanstellerij door twee kaften bijeengehouden". Met als conclusie: "de aldus ontstane hutpspot is verpakt in bibliofiel-voor-alleman-verpakking: zwarte linnen band, glimpapier en genummerd, tot en met het belachelijke aantal van duizend." 

Bibliofiel-voor-alleman wil dus kennelijk zeggen: een boek dat om puur opmaaktechnische redenen bibliofiel bedoeld is, maar waarvan de bibliofiele status door de inhoud niet wordt gerechtvaardigd. Of bedoeld Hubben dat de uitvoering zodanig is dat het overeenkomt met gangbare bibliofiele uitgaven, maar misschien is de oplage wel veel te hoog? Hoewel een oplage van 1000 ook weer niet heel erg groot te noemen is. Of is het gewoon een sneer van Hubben; misschien is 'bibliofiel' voor hem wel een soort eretitel en vindt hij dat dit boek aanstellerige pogingen doet om in een soort eregalerij te verschijnen, terwijl hij van mening is dat het überhaupt niet geschreven had moeten worden. 

Op zich zie je wel vaker dat uitgeverijen boeken uitgeven die bij voorbaat als 'bibliofiel' worden bestempeld; voor de boekenliefhebber dus. De Bijenkorf heeft ooit een 'bibliofiele bibliotheek' gehad en gezien de prijzen die antiquarisch voor de afzonderlijke uitgaven worden gevraagd is dat een door velen erkende status. Zo is er ook een reeks die heet "De Prom bibliofiel", maar die kosten antiquarisch maar een paar euro. Wat mij betreft is er niks mis mee als uitgevers mooie boeken maken voor een selecte groep liefhebbers en die buiten de reguliere kanalen om verkopen, of bij een paar gespecialiseerde boekhandels. Maar om dat nou "bibliofiel voor alleman" te noemen... 

Misschien vindt Hubben wel dat hij tot een select gezelschap behoort dat het recht heeft om boeken al dan niet een bibliofiele status toe te kennen. Ik ontken niet dat Hubben veel van boeken weet, maar dit was wel een hele harde aanval. Ik denk dat ik er niet uitkom. Ik ga maar eens kijken hoeveel bibliofiel-voor-alleman-uitgaven ik in mijn eigen bibliotheek heb.

27 oktober, 2004

21 - Een berg Biesheuvel

Verzamelaars zijn er in soorten en maten, maar één ding hebben ze gemeen: ze zijn trots op hun verzameling. Dat is natuurlijk onder meer de reden dat ik dit weblog maak. Sommige verzamelaars willen het resultaat van hun hele verzameling met anderen delen. Een prachtig voorbeeld daarvan is de J.M.A. Biesheuvel bibliografie. Een heel erg toegankelijk overzicht van alles wat door of over Biesheuvel heeft gemaakt. Waarbij met symbolen is aangegeven in welke verzameling een bepaald boek is opgenomen. Voor een beginnende verzamelaar is een dergelijk overzicht erg handig, het uiteindelijke doel van je verzameling is in één klap gedefinieerd. Het mooie van deze site is dat er niet alleen de reguliere, maar ook de bibliofiele en afwijkende uitgaven in genoemd staan.

Juist deze bijzondere uitgaven zijn het leukst om te verzamelen en het moeilijkst te vinden, maar in de officiële bibliografieën komen ze niet voor. Wel in de catalogi van antiquariaten, maar ook die zijn natuurlijk niet volledig. Wat dat betreft is de site met de bibliografie van Nescio ook heel nuttig: ook daar staan de meest obscure uitgaven over Nescio keurig op een rijtje. Niet zonder trots merk ik op dat een deel van de afbeeldingen afkomstig is uit mijn eigen verzameling. Zoals deze. 
Tegelijkertijd kan zo'n volledig overzicht voor beginnende verzamelaars ook behoorlijk traumatisch zijn. Want hoe kom je ooit in je leven in de buurt van een dergelijke verzameling? Daar staat tegenover dat wie echt verzamelaarsbloed heeft zich hier niet door laat weerhouden. Want het belangrijkstevan verzamelen is het verzamelen zelf, en verder is het een kwestie van geduld, slimheid en doorzettingsvermogen. En soms ook een echt vermogen. Maar met die ingrediënten zal eenieder op een punt komen dat zijn verzameling de kwalificatie "bibliotheek" gaat verdienen. En dan kan er wellicht ook zo'n mooie website als over Biesheuvel of Nescio aan gewijd worden. Sneuper P.s. zojuist even in mijn boekenkasten gekeken. Ik moet constateren dat ik feitelijk helemaal niets van Biesheuvel bezit. Behalve dan een uitgave van Giuliano en het boekenweekgeschenk Een overtollig mens. Maar afgezet tegen het respectabele oeuvre van deze man is het niets. Gelukkig zijn er anderen die het verzamelen van Biesheuvel voor hun rekening nemen. lezend: Van aangezicht tot aangezicht - Jessie Penn-Lewis

18 oktober, 2004

20 - Eerste deel Büchs boeken getaxeerd op €400.000

De waarde van je verzameling... altijd een heikel punt voor verzamelaars. Want hoe bepaal je nu eigenlijk de waarde van je verzameling, en op welke gronden? Een tijdje geleden stond in De Volkskrant een artikel over de waarde van verzamelingen. Conclusie: het is maar wat de verzamelaar (of: de gek) er voor geeft. En of je een koper kunt vinden, en of de kwaliteit goed is. 

Catalogi zeggen niet zoveel, wat voor de een onschatbaar is, is voor de ander een prul. Ook ikzelf ben soms blijer met een boek van een euro die het sluitstuk van een deelverzameling is, dan met een uitgave die honderden euro's kost. Hier en hier vind je aanwijzingen voor het bepalen van de waarde van boeken. De vraag die eraan vooraf ging: heeft het zin te verzamelen uit oogpunt van beleggen? Die vraag is moeilijk te beantwoorden. Een gerichte verzameling van objecten die zeker weten waarde hebben en houden zal misschien een goede belegging zijn. Maar vaak verzamel je iets wat je zelf mooi vindt en zonder objectieve waarde. Door toeval kan zoiets later waardevol worden, maar hoe vaak verdwijnen levenslang zorgvuldig opgebouwde verzamelingen na een overlijden niet gewoon bij het grofvuil?
In het boek "Verzamelen is ook een kunst. Onsterfelijkheid in oude boeken" wordt ingegaan op boeken als belegging. De schrijver zegt terecht: "De ware liefhebber zal zijn beslissing tot het wel of niet aanschaffen van een bepaald object niet laten afhangen van de voorwaarde dat het een goede belegging zal vormen. (p. 15)" Want: "hoeveel genoegen verwacht de belegger terug te ontvangen uit het beleggingsobject? (p. 15)". En daar gaat het natuurlijk om. "Zoals bij vrijwel elk verzamelen zal de belangrijkheid van de collectie mede afhangen van hetgeen de verzamelaar aan eigen inbreng aan kennis, inventiviteit en geduld heeft bijgedragen. (...) Alleen indien wordt uitgegaan van de overweging dat het verzamelen van boeken, om welke reden dan ook, voor de verzamelaar een genoegen is, zal blijken dat het bijeenbrengen van een dergelijke collectie ook uit het oogpunt van belegging een goede zaak is geweest." 

Met de nalatenschap van Boudewijn Büch zit het echter wel goed. Op hem zijn bovenstaande slotzinnen wat mij betreft van toepassing. Veilinghuis Bubb Kuyper slaat hier dan ook een mooie slag. Ik weet zeker dat Büch niet verzamelde uit beleggingsoogpunt, en inderdaad ontstaat uit die houding de mooiste - want unieke en meest persoonlijke - verzameling. Ongeveer 10.000 van Büch's boeken worden geschat op 400.000 euro, wat toch 40 euro per stuk is. Die waarde zal wel een combinatie zijn van de naam van de verzamelaar, de hype die nog steeds bezig is ten aanzien van de nalatenschap van Büch (en dus ook deskundig wordt uitgemolken) en natuurlijk ook de waarde van de boeken zelf. Als je kijkt naar de catalogus, en dan met name de nummers die betrekking hebben op Nederlandse literatuur (waar ik een ietsepietsje van afweet), dan vind ik het zelfs nog wat laag ingeschat... Ik ben benieuwd naar de eindopbrengst. 

11 oktober, 2004

19 - Gmail invites

Ik heb nog steeds een paar Gmail invites beschikbaar voor de liefhebbers. Nog steeds is Gmail niet vrij verkrijgbaar. Maar wie wil het niet: iedere gebruiker krijgt maar liefst een gigabyte aan opslagruimte en e-mailberichten worden ‘eeuwig’ bewaard. Plus het is ontzettend gebruiksvriendelijk. En je kan nog mooie adressen maken omdat er nog niet zoveel gebruikers zijn (hoewel het nu snel oploopt...) Stuur me een mailtje, en ik stuur je een uitnodiging. Onder één voorwaarde: ik wil een link van jouw webpagina naar mijn weblog er voor terug. Want dat is goed voor het bezoekersaantal van dit log en voor een hoge Google-ranking. Vergeet niet op mij en op mij te stemmen!

06 oktober, 2004

18 - Kinderboekenweek verzamelen

Het is weer kinderboekenweek! En dat betekent hoogtijddagen voor verzamelaars van CPNB-uitgaven, boekenweekgeschenken en dergelijke, zoals ik. De laatste jaren zijn er zoveel uitgaven rondom de (kinder)boekenweek, dat ik af en toe de tel kwijt raak. 

Niet vergeten: 1. Naar de bibliotheek - de boekenweekquiz ophalen. En opletten of er nog interessante boekenleggers e.d. zijn. 2. Naar de boekwinkel - het prentenboekje van Eric Carle kopen 3. Mijn geld tellen of ik genoeg heb om het jubileumboek "Voor altijd jong; 50 jaar Kinderboekenweek" te kopen.  4. Bij de NS en de Bruna kijken of er nog speciale boekenleggers, folders e.d. zijn over de boekenweek. 

Twee jaar geleden vergat ik naar de bibliotheek te gaan om de eerste boekenweekquiz "Boeken over boten" op te halen. Het kostte veel moeite om het boekje alsnog te pakken te krijgen. Daarom is het zaak deze week te oogsten, om mijzelf een lange weg over internet en langs antiquariaten te besparen. Hoewel daar op zich niks tegen is, natuurlijk... 

Verzamelen gaat vaak ook over 'bijhouden', hoewel dat het minst spannende deel van de verzameling is. Het is een kwestie van je ogen openhouden wanneer en welke nieuwe uitgaven verschijnen, maar het is totaal anders dan de jacht op een exemplaar waarvan je weet dat het bestaat, maar je hebt nog geen idee waar het is (en wat het kost). Toch is het bijhouden van de uitgaven belangrijk: je verzameling blijft compleet en actueel en het scheelt geld omdat je het voor de winkelwaarde, en niet voor de verzamelwaarde, hoeft te kopen. 

De nieuwe uitgaven bijhouden is dus één ding, maar een hele serie compleet krijgen is een totaal ander ding. Natuurlijk wil ik het liefst álles van de kinderboekenweek hebben, maar ik vrees dat dat nog lange tijd een wens zal blijven. De vaststelling dat antiquariaat Schutte voor, bijvoorbeeld, de bouwplaat van het Muiderslot uit 1958 al € 495,- vraagt geeft mij wat dat betreft weinig hoop. Maar er naar kijken mag natuurlijk altijd. 

**update** Gisteren was een goede dag: het prentenboekje en de quiz zijn binnen. Daarnaast nog de kinderboekenweekposter annex kleurplaat, de kinderboekenweekuitgave van de boekenmolen (een overzicht met recent verschenen boeken) en drie boekenleggers van de NS in de vorm van een trein. Het jubileumboek ziet er overigens ook schitterend uit. **update** 

29 september, 2004

17 - Het Multatuli Museum moet blijven!


Vandaag las ik een ingezonden stuk van Dik van der Meulen. Daarin meldde hij het schokkende nieuws, dat mij tot nu toe was ontgaan, dat de subsidie voor het Multatuli Museum wordt ingetrokken. Waarmee sluiting van deze prachtplek dreigt. Is dit een symptoom van deze tijdgeest? Gooien we nu zelfs onze grootste schrijvers op de vuilnishoop? Niet dat Multatuli meteen vergeten is als het museum sluit, maar het museum staat wel op de plek waar Multatuli is geboren, zijn spullen staan er en er is een enorme verzameling boeken en geschriften van en over Multatuli. Kortom: dit is dé plek! Als er nu in elke stad van het land een Multatuli-museum zou zijn (wat niet eens onlogisch zou zijn, net zo als er in elke boekenkast minimaal één boek van Multatuli zou moeten staan) dan zou de afweging anders uitvallen. Maar er is maar één Multatuli-museum. En het staat in Amsterdam.

En ze hebben ook een site. Daarop een tekst van Mw prof. dr M.T.C.Mathijsen, hoogleraar Nederlandse Taal- en Letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Zij schrijft onder meer: 
"Maar wie is onlangs aangewezen als de grootste schrijver van Nederland na een enquête onder letterkundigen? Multatuli. Wie is het meest vertaald en in vrijwel elke vreemde taal? Multatuli. Welke Nederlandse schrijver heeft een boek geschreven dat gemakkelijk tot de wereldliteratuur gerekend kan worden? Multatuli. Wie heeft het geweten van Nederland zo weten aan te knagen dat er een verandering van de koloniale houding ontstond? Multatuli. Wie heeft de arbeidersbeweging in het begin van de twintigste eeuw gemotiveerd? Multatuli. Wie de vrouwenbeweging? Multatuli. De grootste schrijver van Nederland heeft, zoals een fatsoenlijk land betaamt, inderdaad een museum. Nog wel."
En zo is het maar net! Bestuur van Amsterdam, subsidiegevers: kom tot inkeer en red het museum! Multatuli had het toch bij het rechte eind: 
Idee 308: "Ik heb veel landen bezocht, en beyverde my overal achttegeven op de publieke zaak. Welnu, ik verklaar nergens zulke totale absentie van plichtsbesef, nergens zoo'n walgelyke onbekwaamheid te hebben aangetroffen als by 't bestuur der stad Amsterdam. Amsterdammers, ziet ge dat niet? Reist eens wat, merkt eens wat op, en als ge terugkeert, gaat naar 't stadhuis en gooit... neen, gooit niets. Maar eilieve, kiest anders." 
Idee 126: "Als ik weer op reis ga, en men biedt me ergens 'n nachtlyst aan, zal ik m'n beroep invullen met begaafde schryver, en m'n geboorteplaats met: helaas ! want ik ben 'n Amsterdammer."

28 september, 2004

16 - Verkiezingen

Het mooiste boek van het jaar, de nieuwe president van de VS, de beste of slechtste reclamespot, de beste computerproducten, de jonge ambtenaar van het jaar... Overal zijn verkiezingen voor. En dus ook voor weblogs

Stem maar op de mijne. Wel even zoeken in de lijst: ik ben toegevoegd op 22 september.



25 september, 2004

15 - 500 lezers!

Hoera, ik ben de bibliofiele status voorbij! Mijn tracker (zie het icoontje rechts) liet zien dat ik nu ruim 500 bezoekers op mijn weblog heb mogen begroeten. Gemiddeld 9 per dag, maar de laatste weken rond de 15 per dag. Niet gek voor twee maandjes bloggen! Het begint al een populair blog te worden hier. Veel dank aan de homepage van antiquariaat Klondyke in Almere, de verzamelpagina van antiquariaten en natuurlijk Google, de voornaamste doorgeleiders van mijn lezers. 

Maar waarom ben ik nu de bibliofiele status voorbij? Dat is een variant op deze vraag: wat is een bibliofiel boek? Ik denk dat dat lastig is om te definiëren. Want een bibliofiel is een boekenliefhebber, en een bibliofiel boek is een boek voor boekenliefhebbers. Veel boeken worden ook als bibliofiel boek gemaakt (en zo aangekondigd), er is dan veel aandacht aan vorm en inhoud besteed, vaak zijn ze niet in de reguliere boekhandel te koop, etc. Hoe kleiner de oplage en hoe bijzonderder de uitvoering, hoe gewilder - en bibliofieler - een boek wordt. Maar dat is maar een vuistregel. Zie voor een beschrijving van dit soort criteria deze link

Ik denk zelf dat een oplage van 500 een mooie grens is. Boeken die daarboven komen moeten bijzonder uitgevoerd worden om nog bibliofiel te zijn. Boeken daaronder zijn per definitie schaars en als ze dan ook nog van een gewilde auteur zijn of anderszins belangrijk, dan worden ze al snel bibliofiel. Welke boeken heb ik die (precies) een oplage van 500 hebben? Allereerst "Spiegelbeelden" van Kees Fens (Uitgeverij Arbor, 1991). Ik heb nummer 169. Verder de catalogus bij de Nescio-tentoonstelling in Kasteel Groeneveld in Baarn in 1997. Van de gebonden editie heb ik nummer 85. En het gedicht "Ursa Minor" van Jean-Pierre Rawie, dat door de Volkskrant ooit in een speciale uitgave is uitgebracht (één vel papier in een kartonnen omslag op A3 formaat). Ursa Minor is natuurlijk ook de naam van een sterrenbeeld, de kleine beer. Misschien heb ik boeken waarvan er überhaupt nog maar een paar bestaan, maar dat weet je niet als ze niet genummerd zijn. 
Het boek met de kleinste oplage dat ik heb is "Meneer Grönloh" van Willem G. van Maanen. Dat is in een oplage van 30 verschenen, waarvan ik nummer 29 heb. Raar idee dat er maar 29 andere mensen zijn die ook dit boekje hebben. Wie zouden het zijn? Particulieren? Bibliotheken? De Koninklijke Bibliotheek heeft het in elk geval niet, als ik de catalogus mag geloven..

Hoe dan ook: 500 lezers. Dit geeft moed om door te gaan. Ik ben benieuwd wanneer ik lezer 1000 mag begroeten.

16 september, 2004

14 - Het probleem van de andere verzamelaars

Zoals ik al eerder schreef: er zijn veel verzamelaars van boeken, en het nadeel is dat zij soms hetzelfde verzamelen als ikzelf. Meer verzamelaars is op zichzelf goed; het houdt de markt levendig en zorgt voor goede doorstroming. Maar laten ze met hun vingers van MIJN boeken afblijven! Ook als ze nog in een winkel staan en ik er nog niet aan toe ben ze te kopen! 

Zo is er een vaste groep verzamelaars van schaarse Nescio-uitgaven. Zodra een antiquariaat iets aanbiedt, duikt iedereen er op af. En: wie het eerst komt, die het eerst maalt. Heel vaak heb ik al achter net gevist, hoe snel ik ook de catalogi die ik toegestuurd of -gemaild kreeg doorbladerde en vervolgens belde, mailde, faxte. Steeds waren anderen mij voor. Alertheid is een belangrijke kwaliteit van een verzamelaar. Ik heb een keer meegemaakt dat ik in een antiquariaat kwam en op het plankje met "Bordewijk" afstevende. In mijn ooghoek zag ik iemand een boek van de plank pakken met een bekende omslag: een boek dat ik nog zocht voor mijn verzameling! Hij bladerde erin en kocht het vervolgens. Daar ging mijn vangst.... ik was 30 seconden te laat terwijl het mijn eerste bezoek aan dat antiquariaat was. Dan was ik nog liever vijf minuten later gekomen en had ik niet geweten wat ik miste.  
Maar natuurlijk had ik ook mijn gelukkige momenten. Zo herinner ik mij de mooie dag dat antiquariaat Fokas Holthuis zijn wekelijkse nieuwsbrief rondmailde dertig seconden voordat ik mijn mail opende. Voor één keer kon ik alles bestellen wat ik wilde hebben, en het was er nog. Bijna failliet was ik, maar wel tevreden. 

Een ander geluksmoment was de dag dat ik antiquariaat Egidius (zie mijn post van 21 juli jl.) binnenstapte de dag voordat de nieuwe catalogus ten doop zou worden gehouden. De dozen stonden al klaar en omdat ik een goede bekende was, mocht ik er vast een blik in werpen. Mijn gretige vingers vonden een eerste druk van "De Wingerdrank" van Bordewijk en "Q" van Battus. Maar mijn gretige vingers mochten niet in de andere dozen graaien. Daarom stond ik de volgende dag bij openingstijd voor de deur. In de overige dozen vond ik "Openbaar boekbezit" van Boudewijn Büch, "De hel" van Boudewijn Büch en "Het verdriet van België" van Hugo Claus. Allemaal eerste druk, de laatste ook nog met stofomslag. Soms zit het erg mee met verzamelen. Het vergoeilijkt de keren dat ik achter het net viste wel een beetje. 

15 september, 2004

13 - Muizenpoot in Leeshal Oost

Schuilend voor de regen zocht ik mijn toevlucht in Leeshal Oost (zie ook deze link), in de Commelinstraat 53 in Amsterdam. Leeshal Oost is een buurtboekwinkel, volgestopt met oude tijdschriften en stripboeken en langs de wanden gestapeld boeken, min of meer gesorteerd naar genre en soort. Het overgrote deel van de voorraad bestaat uit dingen die ik niet eens zou willen hebben. Maar het is juist op dit soort plekken dat je toch nog af en toe een pareltje opduikt.

Terwijl ik met mijn vinger langs een rijtje paperbacks 'liep' stuitte ik namelijk op een eerste druk van een klein dichtbundeltje: Geachte Muizenpoot en achttien andere gedichten van Fritzi Harmsen van Beek, pseudoniem van F. ten Harmsen van der Beek. Wonderlijk dat ik dit boekje dat destijds zoveel ophef veroorzaakte in literair Nederland veertig jaar later aantref op een wat desolate plek in Amsterdam Oost, om de hoek van de Dappermarkt.

Geachte Muizenpoot... is het debuut van Harmsen van Beek uit 1965 en haar gedichten bestaan uit grillige vertelsels over kleine voorvallen, met een voortdurend verspringende zinsbouw, vol opeenstapelingen van beelden. Voordat ze debuteerde werd ze al bejubeld (ze stond bekend als een "poet’s poet"), en ook haar debuut kreeg goede kritieken. Toch bleef ze altijd een marginaal dichter. Het is bekend dat ze bijna nooit haar naam zette onder werk van haar hand en slechts onder druk van vrienden publiceerde. Na haar debuut volgden nog een paar bundels gedichten en verhalen. Harmsen van Beek kwam met haar werk in aanvaring met de literaire traditie van die tijd. Critici konden niet doordingen tot haar werk, omdat ze zeer specifieke opvattingen hadden over de stijl, de vorm en de betekenis van het literaire werken, waaraan in hun ogen ook groteske literatuur moest voldoen. In zekere zin solliciteerde zij zelf naar 'onbegrip' en 'ongezien' blijven. Ze stuurde erop aan om niet begrepen te worden en is mede daardoor moeilijk te interpreteren. Overigens schreef Aad Nuis destijds: "Nu zijn de gedichten van F. ten Harmsen van der Beek in hoge mate origineel; zij schrijft niet onbegrijpelijk, maar hanteert een combinatie van poëtische middelen die ik nooit eerder tegengekomen ben."

Wat mij betreft is Harmsen ten Beek geslaagd in haar streven naar onbegrijpelijkheid. Lees onderstaand fragment van Geachte Muizenpoot:

Geachte Muizenpoot,

Hoe gaat het met U, met mij goed. Wel is alles heel
vervelend, als ik voorover lig gebed in mijn gedachten

aan U en ben ik ook heel eenzaam. En onderga de lente
als een flauwte. Dit is mij nu zo vaak al overkomen dat

ik er de klad van in mijn wezen heb en dat tussen het
afgerukte vlees der hyacinten de verplegers van die

bloemen knielen voor vreemdelingen. (Dit heb ik zelf gezien
vanuit de trein naar Haarlem.) Zoiets zondigs en krank-

zinnigs U te schrijven, maar omdat lente van liefde een
aberratie is - en niet omgekeerd - opdat U daar niet in

zal trappen, in een vreemd land en zo eenzaam te dwalen.
(Bepalend voor het lot van zwervelingen enkel herkomst.)

De reden dat ik het boekje kocht was niet zozeer het werk op zichzelf (hoewel het wel leuk is een boek van dit fenomeen op de plank te hebben) maar het is meer een soort eerbetoon aan de 75e verjaardag van Remco Campert. Dat zal dan ook de reden geweest zijn dat het boekje maar vijfenzeventig cent kostte.

Campert is een tijdje met Harmsen van Beek getrouwd geweest, een halve eeuw geleden om precies te zijn. Van 1954 tot 1957 woonde hij met haar op het landgoed Jagtlust in Blaricum, waarna ze uit elkaar gingen. Jagtlust was een ontmoetingsplek voor tal van kunstenaars, over het huis is zelfs een biografie verschenen. Daarin staat dit citaat van Campert over Harmsen van Beek:
"Er waren misschien mooiere vrouwen dan Fritzi, er waren er zeker die sexy'er waren, maar er was niemand die zo dwarrelend geniaal en roesachtig was als zij, en die haar bewonderaars zo effectief gevangen wist te houden in iets dat zweefde tussen bewondering en medelijden. Ze leek altijd half in haar eigen fantasiewereld te leven [...]."

Ik ben in elk geval blij dat ik "Geachte Muizenpoot..." in mijn verzameling heb. En zo sneupte ik op een regenachtige dinsdagmiddag in Leeshal Oost voor vijfenzeventig cent een boekje met een heel lang verhaal. Remco, van harte met je vijfenzevenstige verjaardag. En van harte beterschap, ik hoop dat je snel weer op de been bent.

n.b. In 2019 sloot helaas Leeshal Oost definitief haar deuren

09 september, 2004

12 - Van Kok naar Kabel

Wanneer ik in het centrum van Amsterdam ben, kijk ik altijd bij antiquariaat Kok in de Oude Hoogstraat. Dat is een lekker grote zaak met veel nieuw aanbod, waar het goed sneupen is. Naast het reguliere aanbod in de kasten heeft Kok ook nog apart een uitgebreid aanbod eerste en bijzondere drukken. Dat aanbod houdt de boekenverzamelaar nederig: het is altijd mooier dan wat in mijn eigen collectie staat.

Maar het leukst blijft het om je gewoon te laten verrassen. Ik stuitte op een klein maar mooi boekje dat ik onmiddellijk kocht: College lopen, door Jean Pierre Plooij. De redenen dat ik het kocht zijn de volgende: 
1. Ik ben zelf oud student van de Universiteit van Amsterdam. In dit boekje is een aantal columns gebundeld die Plooij eerder schreef voor Het Parool. Hij bezoekt telkens een willekeurig college aan de UvA en beschrijft hoe dat gaat: de docent, de studenten, wat wordt er behandeld en hoe. De vakken die hij beschrijft variëren van Algebra, tot Accountancy en Milieu en zelfs Linguïstische Antropologie. Je herkent het onmiddellijk terug: de zalen, de eindeloze colleges, de docenten. Plooij weet het voor een buitenstaander goed te beschrijven. 

2. Eén van de colleges die hij beschrijft is het college Privacybescherming aan het instituut voor informatierecht, dat wordt gegeven door prof. mr. J.J.C. - Jan - Kabel. Bijgaand van de site van het Instituut voor Informatierecht van de UvA - waar hij werkt - een door hem zelf gemaakt (?) zelfportret. Van deze docent heb ik zelf ook dit college gehad, zij het niet in het jaar dat Plooij er was (1991) maar een jaar of vier later. Desalniettemin: herkenbaar, de manier van college geven en het onderwerp. En Kabel was zo’n goede docent, dat ik hem uiteindelijk heb gevraagd mijn scriptiebegeleider te zijn. Plooij beschrijft het boze wachten op een overheadprojector: 
"Hij ziet er te zachtaardig uit: lang, mager, midden veertig en couperose onder de ronde, dungerande bril. Zijn innemendheid krijgt extra reliëf door zijn bekentenis geen autobezitter te zijn. Kortom, een geleerd man, zeker, maar een straatvechter die de monolithische bureaucratie een pets in het gezicht zal geven, nee."
Ja, zo was het... Ik heb goede herinneringen aan Jan Kabel, en daarom mocht dit boekje natuurlijk niet in mijn collectie ontbreken. En dan te bedenken dat Kok vlak bij de Oudemanhuispoort ligt, waar ik veel van mijn colleges had, en een paar minuten lopen van het gebouw van IVIR. Even tien jaar terug in het verleden, dankzij een mooie vondst bij Kok. Niet voor niets een favoriet adresje.

n.b. in 2019 overleed Jan Kabel

03 september, 2004

11 - Grote brand in bibliotheek Weimar

Grote brand in bibliotheek Weimar

Nog maar net heb ik het boek "Bibliotheken" van Boudewijn Büch gelezen, of één van de bibliotheken die hij beschrijft wordt door brand verwoest. Wat een verlies: 40.000 boeken zijn verloren gegaan.

Büch schrijft over deze bibliotheek, waar hij jaarlijks naar toeging: "Bibliotheekliefde houdt zeker niet uitsluitend verband met de liefde voor een bepaald genre boeken. Zo dat wél waarzou zijn, dan riep ik de collectie van (...) Weimar (Goethe, indien ik mij niet vergis) tot de hoogtepunten van mijn bibliotheekwoede uit." En: "Voor een Goetheaan als ik is een bezoek aan de Zentralbibliothek nu reeds meer dan een decennium zowel een verslaving als een aansporing tot ontwenning. Want wat hier bijeengestouwd staat, kan nooit meer opnieuw samengebracht worden. Unica blijven uiteraard unica, maar zeldzame drukken waarvan geen ander exemplaar meer te vinden is vanwege oorlogshandelingen ("andere Exemplare verschollen", heet dat zo beleefd op zijn Duits)... de Zentralbibliothek bezit ze."

In verschillende 'boeken over boeken' wordt geschreven over de vijanden van boeken. Brand is een grote vijand. Büch schrijft daar bijvoorbeeld over (in zijn boeken "Bibliotheken" en "Boekenpest", hij kon nog niet bevroeden dat zijn meestgeliefde bibliotheek er ook aan moest geloven). Er zijn verschillende tot de verbeelding sprekende branden geweest: de bibliotheek in Alexandrië is misschien wel de bekendste, maar de drie grote branden in het Amerikaanse Library of Congress zijn ook niet mis: 1813, 1825 en 1851 (bij de laatste ging de prachtige bibliotheek van Thomas Jefferson verloren). Ik herinner me ook de huiveringwekkende beschrijving van de brandende kloosterbibliotheek in "De naam van de roos" van Umberto Eco.

Sommige branden ontstaan per ongeluk, maar veel boeken zijn ook bewust verbrand. Isaac d'Israeli schrijft (in: Curiosities of Literature, 1964): "Het is de eeuwen door altijd een eigenaardige liefhebberij van volkeren geweest elkaars boeken te verwoesten: men beschouwde dat blijkbaar als de uiterste belediging. De Romeinen verbrandden de boeken van de joden, van de christenen en van de filosofen; de joden verbrandden de boeken van de heidenen en van de christenen en de christenen verbrandden de boeken van de heidenen en van de joden. De roemruchte Li Ssu (3e eeuw voor Christus) vond zichzelf zo belangrijk dat hij meende dat de geschiedenis bij hem moest beginnen, daarom leek het hem het beste alle bestaande literatuur te verbranden. Savonarola (Florence, 15e eeuw, zie afbeelding) spoorde zijn gehoor aan boeken en kostbaarheden te verbranden: "Een oud wijf weet meer van het geloof dan Plato" riep hij.

Lees hier over de brand in de universiteitsbibliotheek Leuven die door Duitse soldaten was aangestoken, in het kader van een terreurcampagne die ze zelf "das Strafgericht über Löwen noemden", en die de geschiedenis inging als le sac de Louvain. De bibliotheek waar behalve de stichtingsbul van de universiteit nog een kwart miljoen boeken verkoolden, stond spoedig symbool voor het bedreigde Westeuropese cultuurpatrimonium. En tot slot lees ik hier zelfs over de brand in de bibliotheek aan de Kervelstraat in Krommenie. De voorbeelden - van klein tot groot - zijn helaas eindeloos...

En nu is er dus weer een stukje cultuurgoed voorgoed verloren gegaan. De wereld is er niet mooier op geworden.

nb: het maakt het verlies niet goed, maar er is een sprankje licht: na 10 jaar werd een verlorgen gewaand boek uit de bibliotheek in Weimar teruggevonden.

30 augustus, 2004

10 - Gmail Invites to give away

Wie wil er Gmail? 

Ik kan vijf (was 6) mensen uitnodigen voor Gmail! Of zoals Gmail zegt: Invite friends to Gmail. En altijd goed voor een hoge score op de Google-lijst is het opschrijven van deze zin: "I have Gmail-invites to give away!" (benieuwd voor hoeveel verkeer dat gaat zorgen) 

Wat is Gmail? 

Google is onlangs begonnen met het testen van zijn nieuwe gratis e-maildienst Gmail. Een nieuw initiatief dat voor nogal wat ophef heeft gezorgd. Iedere gebruiker krijgt maar liefst een gigabyte aan opslagruimte en e-mailberichten worden ‘eeuwig’ bewaard. Maar volgens sommigen schenden de algemene voorwaarden uw privacy. De datum van een algemene introductie van Gmail is nog niet bekend gemaakt. De meest opvallende eigenschap van Gmail is natuurlijk de 1 GB aan opslagruimte, honderden malen meer dan bij Hotmail, Yahoo! of Freemail. Je kan je niet aanmelden voor Gmail, je moet gewoon iemand kennen die al Gmail heeft - een testgebruiker - en hopen dat hij jou uitnodigt om mee te doen. Elke testgebruiker krijgt van tijd tot tijd uitnodigingen. En dus wordt Gmail een hype: het is schaars, dus gewild. 


Wat dat betreft gebeurt hetzelfde als met bijzondere boeken in kleine oplages: Juist omdat er niet zoveel van zijn, wil je het per se hebben. De geur van exclusiviteit straalt dan een beetje af op jezelf, denk ik. Je kan zeggen: ik heb één van de weinige exemplaren van... 

Niet dat ik geen vrienden heb, maar ik ben benieuwd of lezers van dit weblog geïnteresseerd zijn in Gmail. Stuur me dan een mailtje, en ik stuur je een uitnodiging. Er is één maar: ik wil een link van jouw webpagina naar mijn weblog er voor terug. Want dat is goed voor het bezoekersaantal van dit log en voor een hoge Google-ranking.

nb hier is te lezen hoe gmail uitgroeide van een voorziening voor een select clubje gebruikers naar een dienst met meer dan een miljard gebruikers.

27 augustus, 2004

9- Haagse mijmeringen

Onlangs moest ik in Den Haag zijn. Daar kom ik niet zo vaak, en daarom leek het mij goed om mij te laten verrassen door een antiquariaat. Wie weet wat ik nog zou opdoen.

Op het Noordeinde zag ik antiquariaat L.B. Kretzschmar en daar liep ik binnen. Mooie, ruime zaak met een zeer diverse collectie. Helaas gebeurde door de breedte van het assortiment iets wat ik vaker zie: de diepte ontbreekt. Bij de voor mij interessante afdeling (Nederlandse) literatuur stond een doorsnee aanbod, maar geen dingen waar ik enthousiast van raak en helaas niets van mijn verlanglijst. En waar je onvermijdelijk ook tegenaan loopt: veel van het leuke aanbod heb je zelf al, of je hebt er bewust voor gekozen het niet te willen hebben (ik ben immers bibliofiel, geen bibliomaan).

Ik heb een tijdje in mijn handen gestaan met een exemplaar van het romandebuut van H.M. van den Brink De vooruitgang. Een eerste druk voor 4,5 euro is altijd leuk, maar ik heb ‘m laten liggen omdat op de titelpagina een met tippex verwijderde naam van de eigenaar stond.
Dat een boek tweedehands is, is niet erg. Maar als ik overduidelijk kan zien van wie het boek is geweest, en als dat dan ook nog eens op een lelijke manier onzichtbaar is gemaakt, dan wacht ik gewoon op een mooier exemplaar. Zeker met reguliere uitgaven als deze.

Maar Den Haag is een stad vol van boekwinkels, en daarom keek ik ook nog even bij De Slegte in de afdeling ramsj. Daar ging ik erg tevreden weg met een exemplaar van De Petersburgse pest van I.M. Gontsjarov, in 2000 uitgebracht door De Arbeiderspers. Een boek dat pas vier jaar oud is, en nu al verramsjt en niet meer te koop in de reguliere boekhandel. Eigenlijk een zorgelijke ontwikkeling. Nu stuit ik er toevallig op, maar als ik het over een paar maanden had willen kopen, dan had ik lelijk mijn neus gestoten.



Dit redelijk onbekende boekje is een jeugdwerk van Ivan Alexandrovitsj Gontsjarov (1812-1891), wereldberoemd door zijn boek Oblomow, de luiaard die om wereldbeschouwelijke redenen weigert zijn bed te verlaten. In dit boek drijft Gontsjarov zowel de spot met zijn vrienden en andere stadgenoten die in de lente een onweerstaanbare drang krijgen de stad te verlaten en de natuur te beleven al met het romantische dwepen met de natuur. Vertaler Arthur Langeveld noemt dit verhaal een ecologische satire. Hoofdpersonen zijn de familie Zoerov en de Oblomow-voorloper Tjazjelenko (een vadsige, "methodisch luie" vriend). Zij hebben een nog volop romantische visie op het idyllische, pittoreske en ongerepte buitenleven. Maar de verteller laat niet na minder fraaie plekjes aan te wijzen: een vetsmelterij die een verpestende stank verspreidt, het zogenaamd schilderachtige meertje dat evenwel niet groter is dan een tafellaken en geheel bedekt met een laag zeepschuim omdat de soldaten hun kleren erin wassen, het 'prachtige' uitzicht vanaf een heuvel op niet meer dan de schutting van een steenfabriek.

Oblomow ligt al een tijdje op lezing te wachten maar ik kom er steeds niet toe - ben ik soms te lui? Oblomow zelf zal dat niet de slechtste reden vinden... Misschien is het verstandig om binnenkort als amuse te beginnen met De Petersburgse pest.

En zo boekte op mijn wandeling door Den Haag toch nog een onverwacht resultaat. Dit boek had ik niet willen missen en ik ben blij dat ik er al sneupend tegenaan ben gelopen. Uit het Haagse niets dan goeds.